
Commissie: Water
Categorie: Betaling
Jaartal: 2012
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
ENE07-0865
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de betaling van voorschotnota met betrekking tot de levering van water.
De consument heeft in 2006 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Per 1 januari 2006 heeft de ondernemer de levering van water aan de consument overgenomen van ###. De ondernemer eist van de consument dat hij voorschotten per kwartaal vooruit betaalt en weigert betaling per maand te accepteren ondanks het feit dat de consument enige tijd van een WW-uitkering moest rondkomen. De consument heeft voorgesteld om een voorschot één maand vooruit te betalen maar ook die wijze van betalen accepteert de ondernemer niet. De consument is bereid om met behulp van het internetbankieren automatisch iedere 25ste van de maand het door hem verschuldigde voorschot te betalen.
De consument is bereid te betalen voor hetgeen hem wordt geleverd maar weigert drie maanden vooruit te betalen.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Wat steekt is de autoritaire houding van de ondernemer in deze kwestie. De verandering van de wijze van betalen is hem niet te voren aangekondigd. Het werd hem pas duidelijk toen hij de eerste voorschotnota ontving waarbij betaling van drie maanden vooruit werd gevraagd. Overigens heeft hij geen exemplaar van de voorwaarden van de ondernemer ontvangen toen de ondernemer de levering overnam van ###.
De consument verlangt zijn voorschotnota maandelijks door middel van internetbankieren te betalen.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Per 1 januari 2006 wordt het waterverbruik van de consument niet langer door de ### aan hem in rekening gebracht, maar ontvangt hij facturen van de ondernemer. Daarmee is de mogelijkheid vervallen om maandelijks per acceptgiro te betalen. De ondernemer hanteert die betalingsmogelijkheid namelijk niet.
Het is in heel Nederland gebruikelijk om de kosten voor drinkwater in vier voorschottermijnen in rekening te brengen. De reden daarvoor is te vinden in het feit dat aan het gebruik van acceptgirokaarten steeds hogere kosten zijn verbonden en verreweg de meeste afnemers er de voorkeur aan geven om via automatische incasso te betalen. De betaalwijze via de automatische incasso is verreweg de goedkoopste.
Ook de ondernemer vindt het redelijk dat desondanks de mogelijkheid om niet door middel van de automatische incasso te betalen, wordt aangeboden aan zijn afnemers. De daarmee samenhangende kosten mogen echter niet te veel uit de pas lopen en daarom is er voor gekozen om het aantal momenten voor betalingen per acceptgiro te beperken tot vier termijnen.
Op grond van artikel 15 lid 3 van de op de overeenkomst met de consument van toepassing zijnde Algemene Voorwaarden Drinkwater Vitens heeft de ondernemer het recht om aan te geven op welke manier een nota moet worden voldaan en op grond van artikel 15 lid 2 van die voorwaarden kan de ondernemer in redelijkheid bepalen de grootte van de voorschotten, de periode waarop zij betrekking hebben, de tijdstippen waarop zij in rekening worden gebracht en de afrekening plaatsvindt.
Ook de beslissing over het aantal factuurmomenten is aan de ondernemer voorbehouden.
Als de consument zelf betalingen gaat doen, loopt hij risico dat hij niet op tijd voorschotfacturen volledig heeft voldaan. De wijze van betaling die de consument voorstaat is niet alleen risicogevoelig maar confronteert zowel hemzelf als de ondernemer met extra kosten als er deelbetalingen gedaan worden en wordt dan ook ten zeerste afgeraden.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De vraag of aan de consument een brief is gestuurd om de wijziging in de betaalmogelijkheden aan te kondigen kan de ondernemer niet beantwoorden. In zijn algemeenheid kan wel gezegd worden dat er informatie is verschaft over de nieuwe regeling.
Betalen via internet betekent dat die betalingen handmatig moeten worden verwerkt. De kosten daarvan zijn aanzienlijk. Het administratieve systeem is niet op dergelijke betalingen berekend.
Het is spijtig dat het gevoel dat de consument heeft over het vermeende klantonvriendelijke optreden van de ondernemer in deze zaak, niet is weggenomen. De ondernemer is bereid om boetes te laten vervallen, die zijn ontstaan als gevolg van de discussie rond de betalingswijze.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Tussen partijen staat vast dat op de overeenkomst van partijen van toepassing zijn de Algemene Voorwaarden Drinkwater Vitens, die gelijkluidend zijn aan het Model Vewin.
Indien de consument heeft willen betogen dat hij de voorwaarden niet heeft kunnen kennen, overweegt de commissie dat – wat van de juistheid van die bewering ook zij- niet is aangevoerd dat de huidige op de overeenkomst van toepassing zijnde voorwaarden afwijken van de oorspronkelijke voorwaarden. Aangezien de commissie dat ook niet waarschijnlijk voorkomt, dienen de Algemene Voorwaarden Drinkwater Vitens als uitgangspunt.
Met de ondernemer is de commissie van oordeel dat hij op grond van artikel 15 lid 2 en lid 3 van die voorwaarden gerechtigd is om in redelijkheid –zakelijk weergegeven- de wijze van betaling van voorschotten en de periode waarop zij betrekking hebben te bepalen. Naar het oordeel van de commissie zijn de argumenten, die de ondernemer heeft aangevoerd, voldoende redengevend voor de beslissing om de door de consument voorgestelde betalingswijze niet te accepteren. De ondernemer kan in redelijkheid van zijn klanten vragen om of maandelijks per automatische incasso te betalen of een driemaandelijks voorschotbedrag te betalen per acceptgiro en ook de consument zal daaruit een keuze dienen te maken.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht op dit punt ongegrond is.
Uit het verhandelde ter zitting maakt de commissie op dat de consument ook klaagt over de wijze waarop de ondernemer de klacht heeft behandeld.
De commissie is van oordeel dat daaraan meer aandacht besteed had behoren te worden door de ondernemer, temeer daar aannemelijk is dat de consument niet op de hoogte is gebracht van de veranderingen voordat hij daarmee bij facturering werd geconfronteerd. Met de toezegging om eventuele boetes kwijt te schelden is de ondernemer aan dit onderdeel van de klacht, dat de commissie gegrond acht, voldoende tegemoetgekomen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
De ondernemer is gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod, indien en voorzover daaraan nog niet is voldaan.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 24 oktober 2007.