Commissie: Energie
Categorie: Betaling
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
42274
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft de uitbetaling van een aanmeldfee van € 205,–. De consument heeft op 31 maart 2010 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Ik heb mij in 2008 voor de levering van energie bij de ondernemer aangemeld. Er is mij toen een aanmeldfee van € 205,– beloofd. Deze heb ik echter nooit ontvangen, terwijl deze toezegging mij meerdere keren is gedaan; bij het aangaan van het contract en enkele maanden daarna. Ik heb daarover telefonisch contact gehad met de ondernemer en mij is verteld dat het bedrag bij de eindafrekening op mijn rekening zou worden gestort. Toen er niet betaald werd heb ik op 31 maart 2010 wederom telefonisch contact opgenomen en toen kreeg ik te horen dat het bedrag niet betaald zou worden. Ik zou een tweede contract waarin de bonus was vermeld niet hebben teruggestuurd. Dat heb ik echter wel gedaan. Een kopie van het door dit contract heb ik bij de stukken gevoegd. Ik meen dat de ondernemer mij alsnog die aanmeldfee dient uit te betalen en dat zij excuses moeten aanbieden. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Wij hebben destijds van de consument alleen het aanmeldformulier ontvangen. Op basis van dit formulier bestond er geen recht op de actiekorting. Om de consument tegemoet te komen hebben wij aan hem een tweede contract gezonden die wel recht gaf op de actiekorting. Dit tweede contract hebben wij echter nooit terugontvangen. Wij hebben de consument uitgenodigd aan te tonen dat hij het tweede contract aan ons heeft toegezonden, in welk geval wij ons standpunt zouden herzien. Wij hebben echter nooit dit tweede contract ontvangen. De consument heeft dus geen recht op de actiekorting. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de consument een door de ondernemer aan hem toegezonden tweede contract, dat bij ondertekening en terugzending recht gaf op een aanmeldfee van € 205,-, aan de ondernemer heeft teruggezonden. De consument heeft ter zitting aangegeven dat hij door middel van door hem in 2008 verzonden e-mailberichten kan aantonen dat er tussen hem en de ondernemer is gecorrespondeerd over de aanmeldfee en dat de tweede overeenkomst is teruggestuurd. Doordat hij inmiddels veranderd is van internetprovider en bij de overgang naar de nieuwe provider problemen heeft ondervonden met het checken van zijn mail, is hij niet in staat geweest om de van belang zijnde mailberichten in het geding te brengen. De consument is daarop in de gelegenheid gesteld om te trachten via zijn oude provider alsnog de e-mailberichten op te vragen en over te leggen. Bij e-mailbericht d.d. 12 oktober 2010 van de afdeling klantenservice van de rechtsopvolger van zijn voormalige provider is aan de consument echter medegedeeld dat het niet mogelijk is om destijds ontvangen en verzonden e-mailberichten weer boven water te halen, zodat de consument zijn ter zake ingenomen standpunten niet (meer) kan aantonen. De wet gaat er van uit dat een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring pas haar werking kan hebben als die verklaring die persoon heeft bereikt (artikel 3:37 BW). In deze zaak betekent dit dat de ondernemer de aanmeldfee verschuldigd is indien de tweede overeenkomst door hem zou zijn ontvangen. De ondernemer stelt echter dat dit niet het geval is geweest, terwijl de consument stelt dat hij het contract wel heeft verzonden. In beginsel rust de bewijslast op degene die rechtsgevolgen wil verbinden aan zijn stellingen. In dit geschil is dat de consument, die stelt dat hij de overeenkomst aan de ondernemer heeft toegestuurd. Onder bijzondere omstandigheden kan van dit beginsel worden afgeweken, doch de commissie ziet op basis van de feitelijke omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien, onvoldoende aanleiding om in dit geval af te wijken van het beginsel omtrent de verdeling van de bewijslast. Dit temeer omdat er na de overstap door de consument naar een andere internetprovider in 2008 ook geen afschriften van e-mails of anderszins bewijsstukken zijn overgelegd die een zouden kunnen aangeven dat er over de aanmeldfee – die op basis van het tweede contract reeds na de 1e incasso-opdracht in 2008 had moeten worden uitgekeerd – is gecorrespondeerd. Bovenstaande leidt ertoe dat nu niet kan worden vastgesteld dat de consument de tweede overeenkomst – die recht gaf op de aanmeldfee – daadwerkelijk aan de ondernemer heeft verzonden en voorts onvoldoende op andere wijze aannemelijk is gemaakt dat de ondernemer zou hebben toegezegd de aanmeldfee aan de consument te betalen is de ondernemer niet gehouden om de aanmeldfee alsnog uit te keren. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 8 oktober 2010.