Commissie: Energie
Categorie: Fraude
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
47016
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft de oorzaak van het disfunctioneren van de elektriciteitsmeter. De consument heeft op 14 oktober 2009 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Tot 31 december 2008 is mijn elektriciteitsverbruik normaal. Op 24 september 2009 ontvang ik een eindnota die vele malen hoger was dan de nota’s van de jaren daarvoor. Op 14 oktober 2009 heb ik aangegeven dat de meter te snel draaide en daarom dat de meterstanden te hoog zijn aangegeven. Er is toen een onderzoek aan de meter geadviseerd. Dat heeft op 15 december 2009 plaatsgevonden. Er is vast komen te staan dat de meter niet goed functioneerde, waardoor de meterstanden te hoog zijn aangegeven. De meter is inmiddels vervangen. Ik heb niets met die meter gedaan, waardoor er ook maar op enige manier sprake kan zijn van fraude. Ik ben mij van geen kwaad bewust. Ik heb de meter nooit gemanipuleerd met een magneet noch anderszins. Ik heb daarom uw factuur van de onderzoekskosten ten bedrage van € 251,90 wel betaald, maar onder protest. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Hij heeft na toelichting zijn standpunt gehandhaafd en nogmaals herhaald dat hij niets met de meter gedaan heeft en evenmin daarop een magneet geplaatst heeft, zoals door de ondernemer is gesteld. De consument verlangt terugbetaling van de onderzoekskosten van € 251,90. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Op 29 november 2009 is de meter in de woning van de consument geijkt en werd een afwijking van € 466,67 geconstateerd. Uit de ijking van de meter ter plekke en een vervolgonderzoek blijkt dat de meter door middel van een sterke magneet is gemanipuleerd. De aangetroffen meetfout duidt volgens het [naam rapport] rapport op meterfraude met permanente magneten. Volgens dat rapport kan demagnetisatie van de remmagneet in de meter, hetgeen hier aan de orde is, alleen worden veroorzaakt door het plaatsen van een sterke magneet op de meter. De ondernemer is van mening dat hij op basis van de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden bevoegd en genoodzaakt was nader onderzoek te laten plegen naar de toestand van de meter. De kosten hiervoor bedroegen € 249,50 en daarvoor is de consument aansprakelijk, aangezien hij een zorgplicht heeft voor die meter. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Ook de ondernemer heeft nog eens zijn standpunt toegelicht en uitdrukkelijk gehandhaafd. De meter is uit 1981 en het is juist dat de oorzaak van disfunctioneren van de meter ook veroorzaakt kan zijn door de ouderdom van de meter. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Kern van het geschil is vraag naar de oorzaak van het disfunctioneren van de elektriciteitsmeter. Immers gebleken is – zo staat tussen partijen vast – dat die meter een maximale meetfout van 466,67% aangeeft. De ondernemer wijdt dit aan frauduleus handelen van de consument. Deze zou een sterke magneet op de meter hebben geplaatst. De consument ontkent dit. De bewijslast van dat frauduleus handelen ligt bij de ondernemer. Die beroept zich op het rapport van [naam bedrijf] te [plaatsnaam], gedateerd 15 december 2009 alsook op het rapport van [naam rapport], getiteld ‘Theoretisch onderzoek naar kWh-meterfraude met permanente magneten’ en gedateerd 29 november 2006. De commissie heeft van die rapporten kennis genomen en uit het [naam rapport]-rapport blijkt: ‘Een van de problemen is dat achteraf moeilijk aantoonbaar is te maken dat er een magneet bij de meter in de buurt is geweest’ (pagina 6 van het [naam rapport]-rapport). ‘Uit het voorgaande blijkt dat het voornaamste bewijs voor het gebruik van een magneet een sterk gedemagnetiseerde remmagneet is. Om zeker te stellen dat een gedemagnetiseerde remmagneet is veroorzaakt door een extern magnetisch veld, moet worden uitgesloten dat het door andere verschijnselen kan worden veroorzaakt…. Uit onderzoek blijkt dat er 2 verschijnselen zijn die het magnetisch veld van permanente magneten kunnen beïnvloeden: – Extreme temperaturen; – Magnetische velden. Daarnaast is niet uitgesloten dat de veroudering een rol speelt’( pagina 12 van het [naam rapport]-rapport). Uit het rapport van [naam bedrijf] te [plaatsnaam] – gedateerd 15 december 2009 – blijkt niet dat andere mogelijke verschijnselen, zoals hiervoor vermeld in het [naam rapport]-rapport, als veroorzakers van het disfunctioneren van de elektriciteitsmeter kunnen worden aangemerkt. Immers, met een wel zeer summiere onderbouwing wordt er geconcludeerd: ‘Het is duidelijk dat deze meter niet open is geweest maar dat er wel aantoonbaar gefraudeerd is met deze meter.’ De commissie verwerpt bij gebreke van voldoende onderbouwing de conclusie van het rapport van [naam bedrijf], waarbij niet is uitgesloten dat de veroudering van de meter (1981) tevens een rol heeft gespeeld bij het disfunctioneren van de elektriciteitsmeter in geschil. De commissie is dan ook van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de consument frauduleuze handelingen aan de elektriciteitsmeter heeft verricht. Een en ander brengt mee dat de nadere onderzoekskosten naar het functioneren van de elektriciteitsmeter in geschil voor rekening komen van de ondernemer. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 251,90. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 17 maart 2011.