
Commissie: Energie
Categorie: Jaarafrekening
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
24583
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft de meterstanden elektriciteit en gas op de jaarafrekening van 21 mei 2007 over de periode van 4 juli 2005 tot 1 april 2007 en op de herziene jaarafrekening van 31 augustus 2007 over de periode 4 juli 2005 tot 10 juli 2007. De consument heeft een bedrag van € 2.000,– bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft op 1 oktober 2007 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument stelt dat de ondernemer onjuiste meterstanden hanteert op zowel de eerste jaarafrekening van 21 mei 2007 als op de herziene jaarafrekening van 31 augustus 2007. Het in rekening gebrachte verbruik is ook veel te hoog voor een huishouden dat maar uit twee personen bestaat. Een begin- en eindstand is nimmer door de ondernemer opgenomen. Wellicht is er voorts iets mis met de aansluiting. Tot slot wenst de consument een ruimhartige betalingsregeling nu de hoogte van het bij te betalen bedrag groot € 2.967,72 mede het gevolg is van het feit dat de ondernemer pas in augustus 2007 een jaarafrekening stuurt over een periode van ruim twee jaren in plaats van de gebruikelijke jaarafrekening. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De consument kan helaas geen bewijs leveren van de werkelijke meterstanden bij het begin van de contractsperiode maar stelt dat deze hoger zijn dan de beginstanden die de ondernemer in de jaarafrekening hanteert. De consument heeft vele brieven en herinneringen verzonden zonder reactie van de ondernemer te mogen ontvangen. De enige reactie die de consument uiteindelijk kreeg was die van het incassobureau [naam incassobureau]. De consument stelt onbehoorlijk behandeld te zijn door de ondernemer. Zij vindt dat de ondernemer thans ten onrechte aanmaningskosten en rente in rekening brengt. Ook dient de ondernemer een ruimhartige betalingsregeling te bieden omdat de consument in een keer wordt geconfronteerd met een afrekening van twee jaren ineens terwijl zij bovendien maar € 1.000,– netto per maand verdient. De consument verlangt dat de ondernemer een correcte afrekening over de periode van 1 september 2004 tot 18 november 2007 opmaakt en op basis daarvan met de consument afrekent. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft telefonisch kenbaar gemaakt aan de ondernemer dat zij van mening is dat de beginstanden van 4 juli 2005 niet correct zijn. Deze beginstanden zijn toentertijd geschat door de netbeheerder [naam netbeheerder], omdat er geen werkelijke opname heeft plaatsgevonden. Na kennisname van de klacht van de consument heeft de ondernemer bij de netbeheerder de standen opgevraagd. De netbeheerder heeft daarop gereageerd met de beginstanden per 3 juli 2005: nacht 10486 KWh en dag 11569 KWh. Per 10 juli 2007 heeft de netbeheerder de navolgende standen aan de ondernemer doorgegeven: elektra, nacht 17587 KWh en dag 17416 KWh, gas 12836 m3. Op basis van deze gegevens van de netbeheerder is de betwiste nota opgemaakt. Helaas heeft de consument geen meterstanden kunnen overleggen van de betreffende periode zodat de ondernemer daarmee de netbeheerder kon overtuigen om de meterstanden aan te passen. De ondernemer stelt gebonden te zijn aan de meterstanden zoals die door de netbeheerder worden gecommuniceerd. De ondernemer kan niet eigenhandig een verbruik vaststellen daar hij niet beschikt over de (historische) meterstanden en verbruiken per aansluiting. De betwiste nota zal dan ook gehandhaafd blijven. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Als regel zal de ondernemer gebonden zijn aan de meterstanden die de netbeheerder aan hem doorgeeft. Het is immers de netbeheerder die het transport en de aansluitingen verzorgt en verantwoordelijk is voor de meterstanden. In het voorliggende geval zijn de gehanteerde meterstanden geschat zodat niet uitgesloten kan worden dat de werkelijke meterstanden bij de aanvang en het einde van de periode waarover is afgerekend daarvan afwijken. Een redelijke bewijslastverdeling brengt in dit geval met zich dat de consument tegenover de betwisting door de ondernemer aannemelijk maakt dat de werkelijke meterstanden afwijken van de meterstanden op de afrekening. Bij gebreke van eigen gegevens daaromtrent is de consument niet geslaagd in het leveren van het gevraagde bewijs. De op de betwiste jaarafrekening gehanteerde meterstanden moeten daarom als juist worden aangenomen. In zoverre is de klacht ongegrond. De consument stelt voorts dat de ondernemer niet gereageerd heeft op haar vele brieven en telefoontjes. De enige reactie van de ondernemer bestond uiteindelijk uit het inschakelen van een incassobureau met aanmaningskosten en rente tot gevolg. De ondernemer heeft deze feiten en omstandigheden niet weersproken zodat deze in dit geschil vaststaan. De commissie acht het onbehoorlijk van de ondernemer dat deze niet snel en adequaat heeft gereageerd op de klachten van de consument. Zo acht de commissie het voorts onbehoorlijk dat de ondernemer niet jaarlijks het energieverbruik heeft afgerekend maar dat pas na ruim twee jaar heeft gedaan. De klacht van de consument is in zoverre gegrond. De ondernemer stelt thans nog een bedrag van de consument te vorderen te hebben van € 4.552,70 inclusief rente en buitengerechtelijke kosten. De commissie acht het gelet op het vorenoverwogene niet juist dat de ondernemer rente en buitengerechtelijke kosten in rekening brengt. Voorts ziet de commissie in de ongebruikelijke afrekening van twee jaren in één afrekening, met een hoog te betalen bedrag als gevolg, in samenhang met het lage inkomen van de consument aanleiding de – na overmaking van het in depot gestorte bedrag aan de ondernemer – resterende vordering in maandelijkse termijnen van € 100,– te voldoen zonder dat de ondernemer ter zake van deze betalingsregeling rente in rekening mag brengen. De ondernemer is gehouden de consument binnen een maand na verzending van deze uitspraak een duidelijke en volledige specificatie te zenden van de per die datum openstaande vordering exclusief rente en buitengerechtelijke kosten en haar ter zake een betalingsregeling aan te bieden van € 100,– per maand zonder kosten en rente in rekening te brengen. De consument is vervolgens gehouden voormelde betalingsregeling stipt na te komen. Beslissing De klacht is gegrond. De ondernemer is gehouden de in rekening gebrachte rente en buitengerechtelijke kosten volledig te crediteren en de consument binnen een maand na verzending van deze uitspraak een duidelijke en volledige specificatie te zenden van de vordering exclusief rente en buitengerechtelijke kosten, en haar een betalingsregeling aan te bieden inhoudende afbetaling van de schuld in maandelijkse termijnen van maximaal € 100,–. De ondernemer is voorts gehouden ter zake van voormelde betalingsregeling geen rente en kosten – hoe ook genaamd – aan de consument in rekening te brengen. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Indien een en ander door handelen of nalaten van de ondernemer niet binnen de gestelde termijn is geschied, kan de consument zich weer tot de commissie wenden zonder opnieuw klachtengeld te betalen. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Het depotbedrag van € 2.000,– wordt aan de ondernemer uitbetaald en komt in mindering op hetgeen de ondernemer met inachtneming van het vorenstaande van de consument heeft te vorderen. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water, op 16 juli 2010.