Commissie: Voertuigen
Categorie: Bewijs
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
VOE02-0386
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een in september 2000 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het uitvoeren van werkzaamheden aan de auto van de consument (vervanging motor, koppeling, distributieriem en radiateur) tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van ƒ 4.595,–. De werkzaamheden zijn uitgevoerd op of omstreeks 19 september 2000. Op 23 mei 2002 heeft de consument zijn klacht kenbaar gemaakt aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Op 23 mei 2002 zijn de bouten van de motorsteun rechts voor afgebroken, waardoor de motor is gekanteld. De consument houdt de ondernemer aansprakelijk voor de daardoor ontstane schade, nu hij de motor heeft geleverd en gemonteerd. Het breken van de bouten is veroorzaakt door een ondeugdelijke bevestiging van de motor. Een beroep op het verlopen van de garantietermijn is niet mogelijk, omdat de consument mocht verwachten dat de overeenkomst deugdelijk zou worden uitgevoerd.
De ondernemer weigert het gebrek kosteloos te herstellen en/of de gemaakte kosten te vergoeden.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De aanrijdingschade links voor is ontstaan doordat ik werd aangereden door een onverzekerde dronken rijder. De ondernemer heeft de schade na die aanrijding zelf beoordeeld en niets opgemerkt met betrekking tot de bevestiging van de motor. De raming van de schade was begroot op vervanging van het spatscherm, de bumper en overspuiten. De opmerking over de aanrijdingsschade vind ik dan ook in sterke mate suggestief.
Mij is geen schade bekend aan de bodemplaat in de periode tussen de vervanging van de motor en het breken van de bouten. Ik merk nog op dat een nader onderzoek naar de toestand van de andere bouten niet is uitgevoerd. Nu de deskundige zulks heeft nagelaten, heb ik mijn twijfels ten aanzien van de gesuggereerde causaliteit met de aanrijding. Ik word daarin gesterkt door de opmerking van de garage waar ik na het breken van de bouten naartoe ben gereden. Daar heeft men de oorzaak gelegd bij een foutief draaimoment bij het aandraaien van de bouten. Zulks is mij bevestigd door de ANWB.
De consument verlangt vergoeding van de kosten van reparatie door een derde, door hem gesteld op € 502,03 inclusief BTW.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer verwijst naar de inhoud van door hem toegezonden taxatierapporten. De commissie begrijpt dat daarmee wordt verwezen naar een expertise door een expert van Bovemij verzekeringen d.d. 4 juli 2002 en de daarop volgende correspondentie.
Het expertiserapport vermeldt, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, het navolgende. Op 1 september 2000 is in de auto van de consument door de ondernemer een gebruikte motor gemonteerd. Deze is vervolgens nimmer meer voor onderhoud aan de ondernemer aangeboden. Gebleken is dat de rechter motorsteun was gelost van het motorblok, waarbij de motor naar beneden was gekanteld. Vervolgens is het nokkenastandwiel aan de binnenzijde langs de motorsteun gaan draaien. De distributiesnaar was aan die zijde beschadigd. De distributie was niet van tijd geraakt.
Aan de aanwezige gebroken motorsteun werd een geweldsbreuk waargenomen. De toestand van de overige drie bouten c.q. eindstukken was niet zichtbaar.
Aannemelijk is dat de auto elders onderhouden is, gelet op het aanwezige type oliefilter.
Aan de linker voorzijde van de auto is een recente aanrijdingschade waargenomen. De kunststof motorbeschermplaat aan de onderzijde van het voertuig vertoonde schaafsporen.
De expert concludeert dat 20 maanden en circa 35.000 kilometer na montage van de motor een breuk is opgetreden aan de bouten van de rechter motorsteun. Naar zijn oordeel bestaat geen causaal verband tussen de door de ondernemer uitgevoerde werkzaamheden en de schade aan de bouten.
Op grond van de expertise weigert de verzekeringsmaatschappij van de ondernemer aansprakelijkheid voor de schade te erkennen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
In het Nederlands vermogensrecht geldt als uitgangspunt dat iedereen zijn eigen schade heeft te dragen, tenzij er (goede) redenen zijn op grond waarvan de schade door een ander dient te worden vergoed. In het geval waarin een gebrek als het onderhavige optreedt binnen de garantieperiode na vervanging van de motor, wordt een dergelijke goede reden verondersteld en is het aan de ondernemer om aan te tonen dat de oorzaak voor het gebrek niet aan gebrekkig handelen zijnerzijds kan worden geweten.
In het onderhavige geval is de garantieperiode na de vervanging van de motor reeds lang verstreken. In september 2000 is de motor vervangen en het gebrek is op 23 mei 2002 ontstaan. In dat geval is het aan de consument om feiten te stellen en, bij betwisting door de ondernemer ten minste aannemelijk te maken, op grond waarvan een reden kan worden aangenomen om de schade voor rekening van de ondernemer te brengen.
In het onderhavige geval voert de consument aan dat de schade is ontstaan door het ondeugdelijk aandraaien van de bouten. De ondernemer betwist dat hij de bouten ondeugdelijk zou hebben aangedraaid en voert aan dat sedert de vervanging van de motor een of meer schades aan de auto is/zijn opgetreden. De commissie is van oordeel dat, nu de consument niet in staat is om onomstotelijk aan te tonen dat een verkeerd draaimoment bij het aandraaien van de bouten als oorzaak heeft te gelden voor het opgetreden gebrek en in elk geval niet in staat is gebleken om uit te sluiten dat de aanrijdingschade op de linker voorzijde (mede) van invloed is geweest op het ontstaan van de schade, in deze zaak in onvoldoende mate is gebleken van nalatig handelen door de ondernemer, zodat in onvoldoende mate is gebleken van het bestaan van gronden om de ondernemer tot schadeloosstelling te verplichten. Mitsdien dient te worden beslist als na te melden.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Auto op 3 april 2003.