Commissie: Reizen
Categorie: Beëindiging
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
61115
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 26 juni 2011 met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een pakketreis voor drie personen naar Mallorca in Spanje met verblijf in een hotel op basis van halfpension, voor de periode van 6 juli 2011 t/m 13 juli 2011. Klager heeft een bedrag van € 1.129,36 aan annuleringskosten niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. Klager heeft op 29 juli 2011 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt. Op 26 juni 2011 is de reis geboekt. De reisorganisator heeft de reis zonder toestemming van klager geannuleerd. Er is wat verkeerd gegaan met de digitale overschrijving van het verschuldigde bedrag. Een medewerker van de reisorganisator heeft telefonisch aangegeven dat klager een paar dagen de tijd had om de betaling te regelen, maar de volgende dag werd al gezegd dat klager de annuleringskosten moest betalen. De reisorganisator heeft de reis geannuleerd en de geboekte plaatsen vergeven, zonder een gelijkwaardig alternatief te bieden. Klager is niet bereid de annuleringskosten te betalen. Ter zitting heeft klager verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De betaling is in eerste instantie niet gelukt omdat er iets met het pasje van haar vader misging. Zij wilde vervolgens de betaling zelf doen, maar moest wachten totdat haar salaris was gestort. De reisorganisator was akkoord gegaan met het uitstel van betaling. Het was goed als er op maandag betaald zou worden. Tot overmaat van ramp heeft de reisorganisator zijn vordering op klager uit handen gegeven en brengt het incassobureau rente en extra kosten in rekening. Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt. Na boeking op 26 juni 2011 is [klager] direct een factuur toegezonden waaruit bleek dat betaling van de reis via de site niet was gelukt. Hem is vervolgens gevraagd een en ander direct in orde te maken. De betaling bleef echter uit. Op 29 juni 2011 is telefonisch contact gezocht met [klager] en toen heeft hij gezegd dat hij er voor zou zorgen dat het bedrag op vrijdag 1 juli 2011 zou zijn voldaan. Op 1 juli 2011 was de betaling nog niet binnen en is telefonisch contact gezocht met [klager]. In dat gesprek heeft hij aangegeven dat hij de reis niet meer wilde maken. Hem is toen gezegd dat er annuleringskosten in rekening gebracht zouden worden en vervolgens is de reis geannuleerd. Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Het is zeer onwaarschijnlijk dat er door een medewerker is gezegd dat het goed was dat er pas op maandag, twee dagen voor vertrek, betaald mocht worden. Dat gebeurt nooit en is echt te kort voor vertrek. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Uitgangspunt in dit geschil is naar het oordeel van de commissie artikel 3 van de algemene voorwaarden die op de overeenkomst tussen partijen van toepassing zijn. In artikel 3 lid 3 van de ANVR-reisvoorwaarden staat dat als een overeenkomst binnen zes weken voor de dag van vertrek tot stand komt, dat in dat geval de hele reissom meteen moet worden voldaan. De commissie wil wel aannemen dat het geen onwil is geweest van de kant van klager waardoor er niet direct is betaald, maar feit is dat klager niet heeft voldaan aan zijn verplichting om bij boeken meteen te betalen. In het geval van klager heeft de reisorganisator klager nog een aantal dagen uitstel gegeven en gelet op de korte termijn van boeken voor vertrek, is de periode die klager nog is gegeven niet onredelijk te noemen. Vaststaat dat het reisbedrag niet is betaald en onder de gegeven omstandigheden kon de reisorganisator overgaan tot annuleren van de overeenkomst. Op grond van artikel 3 lid 2 van de al genoemde reisvoorwaarden is de reisorganisator gerechtigd bij annuleren van de overeenkomst annuleringskosten in rekening te brengen. De commissie gaat ervan uit dat klager zich dit alles niet heeft gerealiseerd toen hij op zo korte termijn voor vertrek een reis boekte. Het is een ongelukkige samenloop van omstandigheden geweest, waarvoor de reisorganisator niet verantwoordelijk kan worden gehouden en waarvan klager de gevolgen voor eigen rekening moet nemen. Klager is de annuleringskosten verschuldigd en moet die dan ook betalen. Klager heeft het bedrag van de vordering in depot gestort bij de commissie en onder de gegeven omstandigheden is het onjuist dat de vordering uit handen is gegeven. De commissie gaat er van uit dat de kosten die daarmee zijn gemaakt niet voor rekening van klager komen en dat de reisorganisator die voor eigen rekening neemt. De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door klager verlangde wordt afgewezen. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 150,–. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag aan de reisorganisator uitbetaald. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 15 december 2011.