Commissie: Voertuigen
Categorie: Herstel
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
VOE08-0141
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op of omstreeks 6 februari 2008 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij jegens de consument verplicht tot het verrichten van werkzaamheden aan de auto van de consument. De werkzaamheden zijn verricht in de periode gelegen tussen 6 februari en 18 februari 2008. De consument heeft op 18 februari 2008 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Op 6 februari 2008 heb ik mijn [merk en type] diesel voor reparatie naar de ondernemer gebracht, omdat er af en toe problemen waren met het starten van de motor en tijdens het rijden het gele signaallampje af en toe ging branden. Op 18 februari 2008 mag ik mijn auto ophalen en € 819,32 aan de ondernemer betalen. De dagen erna startte mijn auto echter weer moeilijk en onregelmatig en bleken beide problemen waarvoor ik mijn auto naar de ondernemer heb gebracht niet opgelost te zijn. Vervolgens heb ik op 27 februari 2008 een reparatieafspraak gemaakt bij [een derde]. Bij deze reparatie, die twee uur heeft geduurd en mij € 148,- heeft gekost, zijn beide bovengenoemde klachten opgelost. Omdat de ondernemer mijn auto niet heeft gerepareerd maar wel € 819,32 van mij heeft geïnd, eis ik dit geld terug van de ondernemer. De consument verlangt € 819,32 van de ondernemer. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft zijn auto omstreeks 21 april 2005, bij een kilometerstand van 235.961, bij ons aangeboden met EDC/EPC klachten. Wij hebben de auto toen uitgelezen en maar liefst veertien foutmeldingen vastgesteld. Vanwege deze vele manco’s hebben wij de kilometerhistorie nagetrokken; op 7 mei 2003 bleek de kilometerstand in de Nationale Autopas 329.063 te zijn. Wij hebben de consument hiervan op de hoogte gesteld. Omdat diverse foutmeldingen betrekking hadden op de inspuitpomp, hebben wij deze toen in overleg met de consument vervangen. Drie jaar later, op 22 januari 2008, komt de consument bij een kilometerstand van 299.229 (dus ongeveer 64.000 km verder) terug met diverse storingen. Na onderzoek blijkt de kabelboom doorgeschuurd te zijn. Wederom in overleg met de consument hebben wij alleen de elektronica vervangen met een coulanceregeling, terwijl de garantietijd ver was overschreden. Daarbij hebben wij vermeld dat wij op elektronische storingen geen garantie geven gezien de vele foutmeldingen en het aangetaste elektronische circuit. Ook hebben wij gemeld dat de gloei-installatie niet in orde was, hetgeen ook blijkt uit de factuur. Opdracht tot reparatie hebben wij van de consument niet gekregen, waardoor er een lampje op het dashboard bleef branden. Wij verbazen ons dan ook dat de consument het factuurbedrag terugeist, omdat er geen causaal verband is tussen gloei-installatie en inspuitpomp. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet (voldoende) weersproken, alsmede op grond van de in zoverre niet betwiste inhoud van overgelegde bewijsstukken, staat in dit geding het volgende vast. In overleg met de consument heeft de ondernemer alleen de elektronica (het elektronisch brein) vervangen. Daarbij heeft de ondernemer vermeld dat hij op de elektronische storingen geen garantie kon geven gezien de vele foutmeldingen en het aangetaste elektronische circuit van de auto. Ook heeft de ondernemer vermeld dat de gloei-installatie niet in orde was, maar geen opdracht tot reparatie van de consument gekregen, waardoor er een lampje op het dashboard bleef branden. Naar de commissie begrijpt, is de consument van mening dat de ondernemer € 819,32 aan hem dient terug te betalen omdat beide problemen waarvoor hij zijn auto naar de ondernemer heeft gebracht niet opgelost bleken te zijn na de door de ondernemer uitgevoerde werkzaamheden. Bij de beantwoording van de vraag of de consument recht heeft op terugbetaling van € 819,32, is de vraag van belang of de consument op grond van de overeenkomst die hij met de ondernemer heeft gesloten mocht verwachten dat de beide problemen waarvoor hij zijn auto naar de ondernemer heeft gebracht opgelost zouden zijn na betaling van de € 819,32. Naar het oordeel van de commissie moet deze vraag negatief worden beantwoord, nu vaststaat dat de ondernemer aan de consument heeft gemeld dat de gloei-installatie niet in orde was, maar geen opdracht tot reparatie daarvan van de consument gekregen. In dat geval kan de consument ook niet verwachten dat zijn problemen (geheel) worden opgelost. Naar de commissie overigens begrijpt, is de auto van consument aan de ondernemer aangeboden met diverse storingen, die een heel scala aan oorzaken kan hebben. In dat geval dient de garage een diagnose te stellen. Enerzijds dient dit diagnoseonderzoek niet al te beperkt te zijn, om te voorkomen dat de klant vaak terug moet komen, anderzijds mag dat onderzoek in de aanvangsfase ook niet al te uitgebreid zijn, omdat dan het risico bestaat dat nodeloos veel kosten worden gemaakt. Daarbij is het veelal onvermijdelijk dat het zoeken naar de storing weliswaar geschiedt volgens een bepaald protocol, doch overigens door een trial-and-error methode waarbij het kan gebeuren dat bepaalde werkzaamheden niet meteen leiden tot het gewenste resultaat en de consument derhalve nog eens terug moet komen voor aanvullende werkzaamheden. In het onderhavige geval kan niet gezegd worden, dat de ondernemer ten opzichte van de consument niet de zorgvuldigheid in acht heeft genomen die van een redelijk bekwaam en van een redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Het door de consument verlangde dient dan ook te worden afgewezen. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 22 augustus 2008.