Bij het versturen van pakket zonder aanvullende service kan er geen aanspraak op schadevergoeding gemaakt worden

  • Home >>
  • Post >>
De Geschillencommissie




Commissie: Post    Categorie: Aansprakelijkheid / Schadevergoeding    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 206296/214070

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Dit geschil vloeit voort uit een vervoersovereenkomst tussen consument en ondernemer. Het pakket van consument is verloren gegaan bij het retourneren. De commissie oordeelt dat consument geen vergoeding kan opeisen, omdat het haar keus was om geen aanvullende service in de vorm van een verzekering te nemen. Ondernemer heeft geen aansprakelijkheid in dit geschil. De commissie verklaart de klacht ongegrond.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Post (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 11 augustus 2023.

De commissie heeft de behandeling van het geschil op basis van de stukken, zonder mondelinge behandeling, afgedaan.

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft een verloren gegaan postpakket.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Ik heb wat besteld bij een webwinkel. Dit pakket is netjes bij mij bezorgd. Nu had ik de bestelling retour gestuurd met PostNL, maar is mijn pakket kwijtgeraakt. Dit heb ik bij PostNL gemeld. PostNL was een onderzoek gestart maar geven aan dat het pakket kwijt is en ze dus niets kunnen doen.

Het voorstel tot oplossing van het geschil is terugbetaling van het gehele factuurbedrag van € 458,–.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument geeft in haar klacht aan dat zij op 12 november jl. een Standaardpakket met Track & Trace retour heeft verzonden naar een (web)winkel genaamd [naam webwinkel] in Venlo. De consument heeft niet aangegeven wat er in het pakket zat (vermoedelijk kleding) maar de waarde zou € 458,– zijn. Het pakket was niet afgeleverd bij de geadresseerde. De consument heeft hierover een melding gemaakt bij PostNL Klantenservice. Door de klantenservicemedewerker is vervolgens een onderzoek gestart naar de zending. Door de klantenservice-medewerker is de consument geïnformeerd dat haar pakket als vermist verklaard is. Omdat ze het pakket zonder een aanvullende dienst heeft verzonden (standaard) komt ze helaas niet in aanmerking voor een vergoeding. De verzendkosten ad € 7,25 zijn op 10 januari jl. betaald aan de consument. Het pakket is door de consument zonder een aanvullende service verstuurd, wat betekent dat zij geen aanspraak kan maken op een schadevergoeding. Dit is conform de geldende vervoersvoorwaarden. De aansprakelijkheid van PostNL voor schade die voortvloeit uit het vervoer van poststukken is geregeld in artikel 29 van de Postwet en uitgewerkt in artikel 9 van de Algemene Voorwaarden voor de universele Koninklijke PostNL B.V. Postdienst (verder aangeduid als ‘AVP’). Deze AVP zijn op de vervoersovereenkomst van de consument van toepassing.
Het komt er in hoofdzaak op neer dat PostNL slechts aansprakelijkheid aanvaardt voor schade aan – of vermissing van (de inhoud van) postzendingen als die met de services “Aangetekend” of
“Verzekerservice” verzonden zijn (zie artikel 9.3 van de AVP). Het pakket van de consument is niet met één van deze services verzonden. Bij schade ofwel vermissing die ontstaan is bij de uitvoering van een vervoersovereenkomst waarbij geen gebruik is gemaakt van deze services is PostNL niet aansprakelijk (artikel 9.1 AVP).

PostNL heeft een wettelijke plicht tot het vervoeren van postzendingen en dit wordt op grote schaal met zeer grote hoeveelheden gedaan (7 miljoen poststukken per dag)1. Bij een dergelijke omvang van de bedrijfsvoering zijn de risico’s zonder aansprakelijkheidsbeperkingen niet meer goed te overzien. Hierdoor zou het gevaar ontstaan dat de posttarieven zeer hoog zouden worden. Dat is maatschappelijk gezien ongewenst. Daarom heeft de overheid in de Postwet mede de bepaling vastgelegd dat PostNL bij vermissing, beschadiging of vertraging van (de inhoud van) poststukken die niet met één van beide services “Aangetekend” of “Verzekerservice” zijn verzonden niet aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade.

De overheid heeft in de Postwet de afzenders van poststukken juist de keus willen bieden om ja dan nee gebruik te maken van verzekering van poststukken. Wanneer een afzender prijs stelt op een verzekering van zijn poststuk tegen verlies of beschadiging, dient hij dat bij verzending zelf aan te geven en het bijbehorende – hogere- tarief te voldoen. De eigen verantwoordelijkheid voor die keus bij afzenders staat voorop.

Beoordeling van het geschil
De commissie onderkent dat het wettelijk systeem van aansprakelijkheidsverdeling bij vermissing van een poststuk met zich meebrengt dat zonder aanvullende service zoals verzekering of aangetekende verzending geen vergoeding geclaimd kan worden, behalve in uitzonderingsgevallen. De ondernemer heeft dat uitgebreid en duidelijk aangegeven. Nu de uitzonderingsgevallen zich hier niet voordoen moet de klacht ongegrond geoordeeld worden.
Daarom wordt als volgt beslist.

Beslissing
Wijst het verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Post, bestaande uit de heer mr. J.M.J. Godrie, voorzitter, de heer A. Verkaik, de heer H.W. Zuur, leden, op 11 augustus 2023.