Bijtincident op camping levert onveiligheid en sancties op

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Recreatie    Categorie: Huisdieren    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 35936/42390

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De hond van de consument heeft een andere hond gebeten op het terrein van de ondernemer, waardoor de ondernemer heeft aangegeven dat de hond uiterlijk 1 augustus 2020 van de camping af moet. De consument is het hier niet mee eens. De consument vraagt om een heroverweging van het besluit en voegt daaraan toe als extra waarborg de hond buiten het eigen terrein van de consument te muilkorven en altijd aangelijnd te houden. De ondernemer vindt dit voorstel passend en wil bevestiging van de commissie. De commissie oordeelt dat het door de consument muilkorven en aangelijnd houden van de hond op het campingterrein een adequate en redelijke maatregel is. Verwijdering van de hond zou een te vergaande maatregel zijn geweest. De klacht is dus gegrond.

Waar gaat de uitspraak over

Onderwerp van het geschil
Het geschil gaat over de hond van de consument. De ondernemer heeft op 7 juni 2020 besloten dat deze hond vanwege een bijtincident met een andere hond uiterlijk op 1 augustus 2020 van de camping af moet.

Standpunt van de consument
De consument vindt het besluit van de ondernemer niet in verhouding staan tot wat is gebeurd.
De consument erkent in haar klachtbrief van 11 juni 2020 aan de commissie dat haar hond een ander hondje heeft aangevallen terwijl zij op bezoek waren bij de buren. De hond is via de tuin van de buren ontkomen. De consument is wel vaker bij de buren en dan hadden zij het gedeelte waar een laag hekje staat gebarricadeerd zodat de hond er niet uit kon komen. Dit keer heeft de consument helaas verzuimd om te controleren of het goed was gebarricadeerd en dat spijt haar enorm. Het aangevallen hondje is goed aan het genezen. Het had wat bijtwonden en een gebroken pootje. De consument heeft goed contact met de eigenaar van het hondje en heeft alle kosten van het incident aan hem vergoed. Hoewel de hond van de consument groot en sterk is, heeft de consument hem goed onder appel en is hij op de camping altijd aangelijnd wanneer de consument hem uitlaat.

De consument beseft dat de ondernemer verantwoordelijk is voor de veiligheid op de camping, maar de consument kan die veiligheid absoluut waarborgen omdat de hond op de camping altijd is aangelijnd. En op het eigen terrein heeft de consument een hekwerk geplaatst en sloten gemaakt, zodat er niemand zomaar binnen kan komen en de hond niet onverwacht naar buiten kan.
In de 15 jaar dat de consument op het park verblijft is dit het eerste incident dat helaas heeft plaatsgevonden. Als extra waarborg doet de consument via de commissie aan de ondernemer het voorstel om de hond buiten het eigen terrein van de consument te muilkorven.

Bij brief van 28 juli 2020 aan de ondernemer heeft de consument de ondernemer gevraagd het besluit van 7 juni 2020 te herzien. Nogmaals heeft de consument voorgesteld dat de hond op het campingterrein altijd met een muilkorf loopt en aangelijnd is.

Op 29 juli 2020 heeft de consument de reactie van de ondernemer overgelegd. Die reactie luidt als volgt: ”Beste [naam consument], Jullie zijn gasten die we zeer waarderen, en wij zouden het uitermate betreuren als jullie weg zouden gaan. Aan de andere kant hebben we onze verantwoordelijkheid voor de veiligheid op onze camping. Dat maakt deze situatie lastig. Onze argumenten voor onze beslissing hebben we in ons eerdere schrijven uiteengezet en daar staan we nog steeds achter. Wij realiseren ons daarbij dat deze beslissing niet is genomen op basis van een wet of vaste regel. Daarom vinden wij het om die reden van belang dat een onafhankelijke commissie gaat beoordelen of wij de juiste afweging hebben gemaakt. Omdat jullie een tegenvoorstel hebben gedaan in de procedure bij de Geschillencommissie, zien wij dat jullie heel serieus bezig zijn met deze situatie rondom de hond. Het voorstel dat jullie nu naar ons doen, is, zover wij van jullie begrepen hebben, gelijk aan het voorstel naar de Geschillencommissie toe. Gezien het bovenstaande, gaan wij akkoord met jullie voorstel (muilkorf en aangelijnd op het campingterrein). Op 1 augustus hoeft de hond, met inachtneming van genoemde maatregelen, vooralsnog niet weg. Deze beslissing is dus voorlopig, want wij willen uiteindelijk wel een uitspraak van de Geschillencommissie.

Standpunt van de ondernemer
Het verweerschrift dat de ondernemer op 28 augustus 2020 bij de commissie heeft ingediend, luidt als volgt: “Hiermee bevestigen wij de ontvangst van de documenten voor dit dossier. Wij hebben niets toe te voegen aan de correspondentie tussen ons en de andere partij en wachten de zitting af”.

Beoordeling van het geschil
De commissie is van oordeel dat het hierboven (onder het Standpunt van de consument) vermelde voorstel van de consument, dat de ondernemer in zijn brief van 29 juli 2020 voorlopig heeft geaccepteerd in afwachting van een uitspraak van de commissie, in dit geval een redelijke en billijke oplossing is van het geschil. Het door de consument muilkorven en aangelijnd houden van de hond op het campingterrein vindt de commissie een adequate en proportionele maatregel, gelet op de aard van het incident, de omstandigheden waaronder het heeft plaatsgevonden en de gevolgen die het heeft gehad. Rekening houdend met deze drie factoren zou verwijdering van de hond van de camping in dit geval naar het oordeel van de commissie een te vergaande maatregel zijn geweest.

De klacht is dus gegrond. Dit brengt tevens met zich mee dat de ondernemer het klachtengeld aan de consument moet vergoeden en dat hij behandelingskosten aan de commissie verschuldigd is.

Het bovenstaande leidt tot de volgende beslissing.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht gegrond en bepaalt dat de consument de hond op het campingterrein muilkorft en aangelijnd houdt.

De ondernemer moet overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument vergoeden in verband met het klachtengeld.

Tevens is de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit mr. J.L. Sierkstra, voorzitter, mr. J.M. Huysman-Hartkamp en J. Hagedoorn-Wiarda, leden, op 7 december 2020.