Binnenzwembad gesloten tijdens verblijf consument

De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: (non)conformiteit / Schadevergoeding    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 194453/197599

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil betreft de sluiting van het binnenzwembad tijdens het verblijf van de consument op het park van de ondernemer. De consument heeft de huisjes geboekt met de faciliteiten die op de website vermeld stonden. Tien dagen voor het verblijf kreeg consument de mededeling dat het binnenzwembad gesloten was. De consument verlangt terugbetaling van de gehele reissom. De commissie volgt de ondernemer in zijn zienswijze dat de faciliteiten op het park (en daarmee ook het binnenzwembad) geen essentieel onderdeel waren van de gesloten overeenkomst. De consument heeft dat bij het boeken niet aangegeven en uit niets blijkt dat enkel dit binnenzwembad voor hem doorslaggevend was om de overeenkomst aan te gaan. Voorts is van belang dat het buitenzwembad open was en – gelet op het feit dat boekingsperiode midden in de zomer viel – ook daadwerkelijk gebruikt kon worden. Verder heeft de ondernemer aangeboden om
gebruik te maken van binnenzwembaden in de directe omgeving en daarbij aangegeven dat de kosten daarvan gedeclareerd konden worden. Dit acht de commissie een redelijk alternatief. Op grond van het voorgaande heeft de commissie de klacht ongegrond verklaard.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de sluiting van het binnenzwembad tijdens het verblijf van de consument op het park van de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Ik had huisjes geboekt met de faciliteiten die op de website zijn vermeld. Tien dagen voor het verblijf kreeg ik een e-mail met de mededeling dat het binnenzwembad gesloten was. Het peuterzwembad was ook al dicht. Aangezien wij met vijf kleine kinderen wilden komen, was alleen het buitenzwembad geen optie, en iedere keer buiten het park in een overdekt zwembad gaan zwemmen zoals werd aangeboden, was ook niet te doen.

Ik eiste mijn geld terug, maar iedere keer werd er een ruil aangeboden, soms dan nog voor het dubbele van de prijs.

De consument verlangt terugbetaling van de totale reissom (€ 1.208,–)

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken, waarvan in het bijzonder het verweerschrift van 23 januari 2023. De inhoud daarvan dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Feiten en omstandigheden Het klopt dat het binnenzwembad (waar zich eveneens een peuterbadje in bevindt) twee weken voor het verblijf van de consument gesloten is door het Resort. Dit in verband met een storing in de installatie, waardoor de waterkwaliteit en daarmee de veiligheid van de gasten niet meer gewaarborgd kon worden. Uiteraard betreurt het Resort die situatie ten zeerste, zeker nu het Resort in het hoogseizoen nagenoeg was volgeboekt, maar de veiligheid van de gasten staat voorop. Zodoende is direct gezocht naar alternatieven. Besloten is dat alle gasten zo vaak als ze willen gebruik mogen maken van zwembaden in de omgeving en de kaartjes bij de receptie mogen declareren. Bij de receptie lag een lijst met zwembaden in de buurt. Voorts was het buitenzwembad op het Resort wel geopend, was er buiten een speeltuin met een klimrek, glijbanen en schommels, was er ook een indoorspeeltuin en was er gedurende deze schoolvakantie een compleet animatieprogramma voor de kinderen. Het Resort stelt zich dan ook op het standpunt dat de consument geen recht heeft op volledige teruggave van zijn reissom, nu er voldoende faciliteiten op het park aanwezig waren om een fijn verblijf op het park te hebben. De consument heeft zijn annuleringsverzoek op 8 augustus 2022 kenbaar gemaakt, waarna er contact is geweest met het klantencontactcentrum (hierna: KCC). Hierbij is een omboeking naar Poort van Zeeland besproken, waar de consument uiteindelijk van heeft afgezien.

Het is overigens onjuist dat de consument hiervoor moest bijbetalen. De meerkosten kwamen voor rekening van ons. Zoals aangegeven heeft de consument hiervan afgezien, reden waarom de boeking geannuleerd is conform de “Recron-voorwaarden vakantieverblijven”. Nu de boeking zag op de periode van 19 tot 22 augustus 2022 en het verzoek tot annulering op 8 augustus 2022 is gedaan, diende de consument conform artikel 6, lid 1, van voornoemde voorwaarden 90% van de overeengekomen prijs te betalen. Het Resort acht het opmerkelijk dat de consument in zijn klachtschrift in zijn geheel geen melding maakt van het feit dat hij op 28 oktober 2022 een bedrag van € 335,30 teruggestort heeft gekregen.

Juridisch kader
Het Resort stelt zich op het standpunt dat er geen sprake is van een tekortkoming aan haar zijde. De faciliteiten op het park (en daarmee ook het binnenzwembad) zijn allereerst geen essentieel onderdeel van de gesloten overeenkomst, zo is door uw commissie ook eerder geoordeeld in 2020. De consument heeft zulks bij het boeken ook niet aangegeven en uit niets blijkt dat enkel dit binnenzwembad voor hem doorslaggevend was om de overeenkomst aan te gaan. Voorts bestond er (kosteloos) toegang tot (binnen)zwembaden in de omgeving als alternatief en waren er vele andere faciliteiten/activiteiten op het park, waaronder ook een buitenzwembad, waardoor niet kan worden gesproken van verminderd vakantiegenot. Er bestaat dan ook geen recht op (volledige) ontbinding van de overeenkomst.

De uitspraak die de consument in zijn eigen klachtschrift aanhaalt , vindt in onderhavige casus geen toepassing. Deze uitspraak zag op een geboekte seizoensplaats op een park waar alle faciliteiten gesloten waren gedurende de Coronaperiode. Met de faciliteiten waren in dit geval niet alleen de recreatieve faciliteiten bedoeld, maar met name ook de normale basisbehoeften, zoals toiletten, douches en kleedruimtes. Nu deze essentiële faciliteiten gesloten waren, was volgens de commissie sprake van een situatie waarin de ondernemer de overeenkomst niet kon nakomen. In onderhavige zaak is enkel de sluiting van het binnenzwembad in het geding, alle overige faciliteiten waren gewoon geopend.

Conclusie
Gezien het bovenstaande acht het Resort volledige ontbinding van de overeenkomst en daarmee teruggave van de reissom onterecht. Teneinde deze situatie in der minne te regelen, is aan de consument (aanvullend op de eerdere teruggave van € 335,30) nog een bedrag van € 300,– aangeboden. De consument is hiermee niet akkoord gegaan, waardoor het gedane aanbod is komen te vervallen. Het Resort verzoekt de commissie de klacht van de consument ongegrond te verklaren.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie volgt de ondernemer in zijn zienswijze dat de faciliteiten op het park (en daarmee ook het binnenzwembad) geen essentieel onderdeel waren van de gesloten overeenkomst. De consument heeft dat bij het boeken niet aangegeven en uit niets blijkt dat enkel dit binnenzwembad voor hem doorslaggevend was om de overeenkomst aan te gaan. Voorts is van belang dat het buitenzwembad open was en – gelet op het feit dat boekingsperiode midden in de zomer viel – ook daadwerkelijk gebruikt kon worden. Verder heeft de ondernemer aangeboden om gebruik te maken van binnenzwembaden in de directe omgeving en daarbij aangegeven dat de kosten daarvan gedeclareerd konden worden. Dit acht de commissie een redelijk alternatief.

De ondernemer heeft de consument overigens een accommodatie op een ander park aangeboden, maar het is de commissie niet duidelijk geworden waarom de consument dit aanbod heeft afgeslagen, temeer niet omdat de meerkosten daarvan voor rekening van de ondernemer zouden komen. Gelet op al het voorgaande is de commissie van oordeel dat de ondernemer de consument voldoende heeft gecompenseerd door hem een bedrag van € 335,30 terug te betalen. Op grond van het voorgaande zal de commissie de klacht ongegrond verklaren. Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond, zodat het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, mevrouw J. Hagedoorn, de heer mr. P. Rijpstra, leden, op 16 maart 2023.