Commissie: Schilders-, Behangers- en Glaszetbedrijf
Categorie: Ondeugdelijk werk (non conformiteit)
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
112033
De uitspraak:
Behandeling van het geschil
De Geschillencommissie Schilders-, Behangers- en Glaszetbedrijf (verder te noemen: de commissie) heeft bij tussenadvies d.d. 31 oktober 2017 de eindbeslissing aangehouden.
De inhoud van dit tussenadvies moet als hier ingevoegd worden beschouwd.
De commissie heeft kennis genomen van de nadien overgelegde stukken.
Tussenadvies
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 29 augustus 2014 tussen partijen gesloten overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het uitvoeren van het in de offerte van 29 augustus 2014 omschreven buitenschilderwerk tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 6.000,–.
De werkzaamheden zijn opgeleverd op 3 november 2015.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de door de consument overgelegde stukken. In hoofdzaak komt het standpunt van de consument hierop neer dat de ondernemer de werkzaamheden niet deugdelijk heeft uitgevoerd Zij stelt hiertoe dat het schilderwerk in mei 2016 begon te bladderen, waarna bleek dat de latjes in de serre vervangen moesten worden. De ondernemer heeft verzuimd te adviseren om bij het schilderwerk meteen alle latjes bij de serre te vervangen. De arbeidskosten van het hieraan verbonden schilderwerk dienen voor rekening van de ondernemer te komen.
Bij brief van 17 september 2017 heeft de consument gereageerd op het deskundigenrapport. In deze brief stelt zij dat zij naar aanleiding van het deskundigenrapport het vertrouwen in de ondernemer volledig verloren is. De gebreken in het schilder- en timmerwerk zijn dusdanig verspreid over de gehele buitenzijde van de woning dat het hele huis opnieuw geschilderd zal moeten worden. De consument stemt niet in met herstel door de ondernemer.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De verzochte restitutie van € 500,– heeft betrekking op de noodzaak om thans meer houtwerk te vervangen dan nodig zou zijn geweest, indien de werkzaamheden meteen deugdelijk waren uitgevoerd. Er dient een nader onderzoek naar de dakkapel uitgevoerd te worden. De aanneemsom betrof uitsluitend het schilderwerk; niet het herstel van het houtwerk.
De consument verlangt (thans) terugbetaling van het gehele bedrag van het buitenschilderwerk van € 6.000,–, alsmede restitutie van € 500,– op het timmerwerk.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de door de ondernemer overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt van de ondernemer op het volgende neer. De werkzaamheden zijn deugdelijk uitgevoerd. Destijds is in onderling overleg besloten de glas- of neuslatten niet te vervangen. Deze vallen dan ook niet onder de garantie. De klachten over de blazen op de dakkapel zijn hersteld en nadien zijn geen nieuwe klachten ontvangen. Klachten over de het schilderwerk op de zijkant van de carport zijn niet bekend.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport van 15 september 2017, samengevat weergegeven en voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld. Tijdens het deskundigenonderzoek zijn de volgende gebreken geconstateerd:
Tijdens het deskundigenonderzoek zijn de volgende gebreken geconstateerd:
• In het kozijn van de erker op de begane grond is houtrot geconstateerd in een kozijnstijl en op een koppelstrook.
• Op diverse liggende glaslatten onthecht het verfsysteem tot op het kale hout.
• Bij een glaslat onthecht de beglazingskit.
• Ter plaatse van het geconstateerde houtrot is een indicatieve vochtmeting verricht, hierbij is geconstateerd dat het houtvochtgehalte te hoog is.
• Op diverse glaslatten van de erker en de kozijnen op de begane grond van de zij- en voorgevel is scheurvorming op de scherpe kanten ontstaan en corroderend bevestigingsmateriaal waargenomen.
• Op een koppelstrook van een kozijn op de voorgevel is beginnende blaasvorming waargenomen.
• Op de multiplex zijwand en de betimmering van het dakkapel aan de zijgevel zijn grote blazen waargenomen.
• Op het nieuw aangebrachte multiplex boeideel van de carport is onthechting van het verfsysteem waargenomen.
Herstel is technisch mogelijk. De herstelkosten bedragen bij benadering: € 1.250,– inclusief btw, de kosten van herstel van de dakkapel daaronder niet begrepen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid, met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst en de daarvan deel uitmakende voorwaarden.
Met uitzondering van het door de deskundige gestelde met betrekking tot de dakkapel komen de conclusies en aanbevelingen van de door de commissie benoemde deskundige zoals neergelegd in het deskundigenrapport de commissie zowel feitelijk als vaktechnisch juist voor. Dit betreft zowel de geconstateerde gebreken als de geadviseerde herstelwerkzaamheden en de begroting van de hieraan verbonden kosten. De consument heeft geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht, die aanleiding geven aan het vaktechnisch oordeel van de deskundige of aan zijn conclusies te twijfelen. De commissie ziet in het deskundigenrapport ook geen grondslag om de ondernemer te verplichten tot terugbetaling van het bedrag van € 6.000,–, zoals door de consument verzocht.
Gelet op de omstandigheid dat de consument inmiddels geen vertrouwen meer heeft in de ondernemer en de ondernemer ook niet ter zitting is verschenen om zijn standpunt toe te lichten, zal de commissie de ondernemer niet in de gelegenheid stellen door de deskundige geadviseerde herstelwerkzaamheden zelf te herstellen, maar in het eindadvies bepalen dat de ondernemer de door de deskundige begrote herstelkosten van € 1.250,– inclusief btw aan de consument dient te vergoeden.
Met betrekking tot de dakkapel heeft de deskundige geconcludeerd dat voorafgaande aan het herstel van de dakkapel een onderzoek moet worden uitgevoerd naar de oorzaken van de blaasvorming. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek kan een hersteladvies worden opgesteld en een berekening worden gemaakt van de herstelkosten.
De commissie is van oordeel dat op grond van wat blijkt uit de overgelegde stukken, waaronder het deskundigenrapport, nu reeds geconcludeerd kan worden dat de ondernemer met betrekking tot de dakkapel tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de met de consument gesloten overeenkomst. Nu op grond van het deskundigenrapport vast staat dat er bij de dakkapel sprake is van blaasvorming kan niet anders worden geoordeeld dat de ondernemer ofwel het houtwerk niet op deugdelijke wijze heeft (laten) vervangen, ofwel eventuele bouwkundige problemen niet heeft onderkend. De ondernemer is dan ook aansprakelijk voor het herstel van het schilderwerk. Gelet op de omstandigheid dat de consument inmiddels geen vertrouwen meer heeft in de ondernemer en de ondernemer ook niet ter zitting is verschenen om zijn standpunt toe te lichten, zal de commissie de ondernemer niet in de gelegenheid stellen het schilderwerk zelf te herstellen, maar bepalen dat de ondernemer de kosten van het schilderwerk aan de consument dient te vergoeden. De kosten van eventueel herstel van het houtwerk van de dakkapel blijven voor rekening van de consument.
De commissie zal de deskundige vragen de kosten van het schilderen van de dakkapel te begroten.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie bepaalt dat de heer M. van den Bovenkamp een opgave zal doen van de kosten van het schilderen van de dakkapel. De deskundige zal schriftelijk rapport aan de commissie uitbrengen. Het rapport zal in afschrift aan partijen worden gezonden. Partijen worden in de gelegenheid gesteld daarop binnen twee weken schriftelijk hun op- en aanmerkingen aan de commissie kenbaar te maken. De commissie zal vervolgens in beginsel op basis van de stukken bindend adviseren.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Schilders-, Behangers- en Glaszetbedrijf, bestaande uit:
mr. A.G.M. Zander, voorzitter, mr. B.W. Weilers en G.D.H. Scheers, leden, op 31 oktober 2017.
Verdere beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie heeft bij voormeld tussenadvies bepaald dat de heer M. van den Bovenkamp (hierna: de deskundige) een opgave zal doen van de kosten van het schilderen van de dakkapel. De deskundige zal schriftelijk rapport aan de commissie uitbrengen. Het rapport zal in afschrift aan partijen worden gezonden. Partijen worden in de gelegenheid gesteld daarop binnen twee weken schriftelijk hun op- en aanmerkingen aan de commissie kenbaar te maken. De commissie zal vervolgens in beginsel op basis van de stukken bindend adviseren. De commissie heeft iedere verdere beslissing aangehouden.
De deskundige heeft in zijn aanvullend deskundigenrapport een omschrijving gegeven van de op basis van het tussenadvies van de commissie uit te voeren herstelwerkzaamheden, alsmede van de naar verwachting hieraan verbonden kosten. De consument heeft in haar reactie op het aanvullend deskundigenrapport geen gemotiveerde bezwaren naar voren gebracht tegen de door de deskundige omschreven herstelwerkzaamheden en/of de door hem begrote herstelkosten. De ondernemer heeft, hoewel hiertoe in de gelegenheid gesteld, niet gereageerd op het aanvullend deskundigenrapport.
Het advies van de deskundige zoals neergelegd in het aanvullend deskundigenrapport komt de commissie juist voor. De commissie neemt dit advies van de deskundige dan ook over. Dit betekent dat aan de consument aanvullend aan het reeds in het tussenadvies schadevergoeding van € 1.250,– inclusief btw een eveneens ten laste van de ondernemer komende schadevergoeding van € 685.80 inclusief btw wordt toegekend.
De consument heeft in haar reactie op het aanvullend deskundigenrapport van 10 januari 2018 nog opgemerkt dat het haar niet duidelijk was of er in de oorspronkelijke berekeningen rekening gehouden was met de extra kosten voor steigerwerk, alsmede dat het steigerwerk voor de reparaties van het schilderwerk aan de overstek op de achtergevel aanzienlijk hoger zal moeten zijn dan die voor de dakkapel.
Nu de deskundige in zijn eerste deskundigenrapport anders dan in het aanvullende deskundigenrapport bij de opgave van de te verwachten herstelkosten niet expliciet vermeld heeft dat in de kosten van materiaal ook de kosten van een steiger zijn meegenomen, gaat de commissie er van uit dat de deskundige in zijn eerste deskundigenrapport die kosten niet heeft meegenomen. De commissie is bij nader inzien van mening dat bij de herstelwerkzaamheden aan de overstek van de achtergevel eveneens een steiger noodzakelijk zal zijn. De commissie zal de kosten van de steiger voor deze herstelwerkzaamheden eveneens begroten op € 120,– exclusief btw, oftewel € 145,20 inclusief btw, omdat de consument niet aannemelijk heeft gemaakt dat deze kosten op een hoger bedrag begroot dienen te worden.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gedeeltelijk gegrond is. De ondernemer dient derhalve eveneens het door de consument betaalde klachtengeld te vergoeden.
De ondernemer dient aan de consument een schadevergoeding te betalen van € 2.081,– inclusief btw (€ 1.250,– + € 685,80 + € 145,20)
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 2.081,– inclusief btw. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 102,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Schilders-, Behangers- en Glaszetbedrijf, bestaande uit:
mr. A.G.M. Zander, voorzitter, mr. B.W. Weilers en G.D.H. Scheers, leden, op 24 februari 2018.