Commissie: Reizen
Categorie: Boekingskantoor / Informatie / Non conformiteit
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
226056/238492
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument heeft een pakketreis geboekt via de ondernemer, waarbij de ondernemer als boekingskantoor heeft opgetreden. De consument klaagt over de bouwwerkzaamheden in omgeving van de accommodatie. De consument is van mening dat de ondernemer hem hierover had moeten informeren. De reisorganisator heeft de ondernemer via een melding op de factuur aan de ondernemer medegedeeld dat er bouwwerkzaamheden zouden plaatsvinden rondom de accommodatie. De ondernemer is van mening dat de reisorganisator deze informatie op een duidelijkere wijze had moeten delen met de ondernemer. De commissie is van oordeel dat de ondernemer geen verwijt gemaakt kan worden, omdat de reisorganisator de informatie onvoldoende duidelijk kenbaar heeft gemaakt. Het kan de ondernemer kortom niet verweten worden dat hij de informatie op de factuur over het hoofd heeft gezien. De klacht jegens de ondernemer is ongegrond.
Meer uitspraken over het verschil tussen reisorganisator en boekingskantoor? Bekijk het uitsprakenoverzicht.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Reizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 31 januari 2024 te Den Haag.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Ter zitting werd de ondernemer bijgestaan/vertegenwoordigd door mevrouw [naam] en mevrouw [naam].
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de informatieplicht van de ondernemer als boekingskantoor met betrekking tot een pakketreis naar de Malediven met vertrekdatum 24 mei 2023.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft op 29 april 2023 een vakantie geboekt naar een klein eilandje in de Malediven bij de ondernemer. Op 25 mei 2023 kwam de consument daaraan en zag daar tot zijn schrik dat er bouwwerkzaamheden werden uitgevoerd met als gevolg continu bouwgeluiden, een verpest uitzicht en rook van het verbranden van bouwafval.
De consument heeft bij de reisleiding van de touroperator geklaagd en die gaf aan dat de touroperator op een rekening aan de ondernemer had vermeld dat er van 1 mei 2023 tot en met 31 oktober 2023 bouwwerkzaamheden aan de gang zouden zijn.
De ondernemer heeft de consument daarover ten onrechte niet geïnformeerd. Had de consument dat geweten dan had hij de reis niet geboekt en had hij een andere bestemming gekozen. Hij wenst betaling door de ondernemer van € 1.376,50, namelijk de helft van de reissom, als compensatie.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft via de reisbemiddelingssite van de ondernemer een reis geboekt naar de Malediven. De reisorganisator is verantwoordelijk voor de uitvoering van de reis. De reisorganisator heeft laten weten dat die de ondernemer over de bouwwerkzaamheden heeft geïnformeerd met een melding daarover op de factuur van de reis. De touroperator had die informatie moeten delen met de ondernemer via de pakketinformatie op de website en de errata die bij de gekozen reis horen. Door dat niet te doen kon de ondernemer de consument daarover niet voor vertrek informeren.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De ondernemer is als bemiddelaar betrokken bij het tot stand komen van de reisovereenkomst tussen de consument en de touroperator en is in die hoedanigheid verantwoordelijk voor het informeren van de consument over ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de reis.
Uit de stukken maakt de commissie op dat partijen het erover eens zijn, dat de consument over de uitvoering van de reis bij de touroperator moet klagen en dat waar het gaat om de informatievoorziening over de bouwwerkzaamheden de consument zich moet wenden tot de ondernemer. Uit de stukken blijkt dat de consument beide wegen heeft bewandeld.
Voor alle duidelijkheid overweegt de commissie dat thans alleen de vraag aan de orde is of de ondernemer verwijtbaar voor het boeken van de reis heeft nagelaten de consument te informeren over de bouwwerkzaamheden, die werden uitgevoerd op de plaats van bestemming. De ondernemer is als bemiddelaar betrokken bij het tot stand komen van de reisovereenkomst tussen de consument en de touroperator en is in die hoedanigheid verantwoordelijk voor het informeren van de consument over ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de reis. Voor die informatie is hij evenwel afhankelijk van de touroperator.
De genoemde bouwwerkzaamheden waren de consument niet bekend toen hij de reis boekte; dat staat wel vast. Verder bestaat er geen verschil van mening over het feit dat de touroperator melding heeft gemaakt van die werkzaamheden op de factuur van de reis die aan de ondernemer is verzonden.
De vraag die de commissie moet beantwoorden is of die informatie voldoende kenbaar was voor de ondernemer. Duidelijk is dat als hij die informatie had gekend, de ondernemer de consument daarover ten onrechte niet heeft ingelicht. Met de ondernemer is de commissie van oordeel dat de ondernemer in deze geen verwijt valt te maken. De touroperator heeft de informatie onvoldoende duidelijk gecommuniceerd met de ondernemer met als gevolg dat het de ondernemer niet kan worden aangerekend dat hij die informatie over het hoofd heeft gezien.
De commissie heeft geen aanleiding om te twijfelen aan de door de ondernemer aangegeven wijze waarop dergelijke mededelingen in het algemeen worden gemeld. Van de ondernemer kan niet worden geëist dat hij alle ontvangen facturen naloopt om te zien of er daar relevante voor een consument extra informatie op staat als in de praktijk een andere procedure bestaat voor het doorgeven van belangrijke informatie over een reis.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht tegen de ondernemer ongegrond is.
Naar het oordeel van de commissie heeft de reisorganisatie onjuist gehandeld en dat zou een reden kunnen zijn voor de consument om de reisorganisator aan te spreken over het feit dat die de informatie, die voor vertrek van de consument bekend was, niet op correcte wijze aan de consument bekend heeft gemaakt.
Punt is alleen dat de commissie niet bevoegd is om een dergelijke klacht te behandelen omdat het een buitenlandse reisorganisatie betreft die niet aangesloten is bij de ANVR.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, bestaande uit mevrouw mr. I.E. de Vries, voorzitter, de heer W.A.M. Hendrix, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 31 januari 2024.