Commissie: Waterrecreatie
Categorie: HISWA Algemene Aannemings-, verkoop- en leveringsvoorwaarden
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
WAT09-0006
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op de schade die – volgens de consument – is ontstaan aan de cabriokap van de motorkruiser van de consument nadat de ondernemer daaraan werkzaamheden heeft verricht. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. In maart 2008 heeft de consument opdracht gegeven aan de ondernemer om de bootkap van zijn motorkruiser te reinigen. Na de reinigingswerkzaamheden bleek de kap waterdoorlatend en niet geïmpregneerd te zijn. Daarop heeft de ondernemer een nabehandeling gegeven. Na deze nabehandeling bleek echter dat de laminatielaag was verpulverd. Volgens de consument was herstel van de kap niet mogelijk, waardoor de consument een nieuwe bootkap moest aanschaffen van
€ 2.700,–. Hij heeft nimmer de algemene voorwaarden ter hand gesteld gekregen van de ondernemer. Voor zover de ondernemer zich beroept op zijn algemene voorwaarden stelt de consument zich op het standpunt dat de bepalingen vernietigbaar zijn op grond van artikel 6:233 onder b BW. Op grond van het bovenstaande verzoekt de consument de commissie de ondernemer te verplichten de schade, zijnde een bedrag van € 2.700,– te vergoeden. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Volgens de ondernemer heeft de consument hem niet de mogelijkheid geboden om – indien noodzakelijk – tijdig over te gaan tot herstel. Nadat de consument een nieuwe bootkap heeft aangeschaft, heeft hij de ondernemer voor de schade aan de ‘oude’ bootkap aansprakelijk gesteld. Het betreft een bootkap van circa vijf à zes jaar oud die onder invloed van weersomstandigheden aan slijtage onderhevig is. Nergens uit blijkt dat de schade aan de kap is veroorzaakt door de ondernemer. De ondernemer heeft benadrukt dat hij al 15 jaar dergelijke bootkappen en zeilen wast met hetzelfde wasproces zonder dat zich een dergelijke schade heeft voorgedaan. Slechts uit coulance en zonder enige aanvaarding van aansprakelijkheid heeft de ondernemer aangeboden om het wasgeld aan de consument terug te betalen ter hoogte van € 252,–. Op grond van het bovenstaande verzoekt de ondernemer de commissie de vordering van de consument af te wijzen. Beoordeling van het geschil Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie als volgt. Centraal staat de vraag of de ondernemer aansprakelijk kan worden gesteld voor het feit dat er schade is ontstaan aan de bootkap van de motorkruiser van de consument. De consument heeft aangevoerd dat na de reinigingswerkzaamheden door de ondernemer de bootkap waterdoorlatend is gebleken en dat na het impregneren daarvan de laminatielaag was verpulverd. Deze stelling van de consument kan naar het oordeel van de commissie niet slagen. Immers, gelet op de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting heeft de consument geenszins kunnen aantonen dan wel aannemelijk kunnen maken dat door het handelen of nalaten van de ondernemer de schade aan de bootkap van de motorkruiser is ontstaan. Daarmee is het causaal verband tussen de door de ondernemer verrichte behandelingen, het reinigen en impregneren van de bootkap, en het ontstane gebrek niet komen vast te staan. De commissie heeft daarbij mede in overweging genomen het feit dat de consument een nieuwe bootkap heeft aangeschaft zonder de ondernemer in kennis te stellen van de schade aan zijn ‘oude’ bootkap en hem niet in de gelegenheid heeft gesteld het gebrek – indien mogelijk – te herstellen. Onder verwijzing naar de geldende HISWA-voorwaarden en artikel 6:82 lid 1 BW heeft de consument in geval van een ondeugdelijke prestatie alleen dan recht op schadevergoeding indien de ondernemer de gelegenheid tot herstel is gegeven. Gelet op het vorenstaande alsmede gelet op het feit dat de ondernemer de stelling van de consument gemotiveerd heeft weersproken, kan de stelling van de consument geen doel treffen en is de klacht van de consument ongegrond. Nu de ondernemer ter zitting heeft verklaard dat hij coulancehalve bereid is een bedrag van € 252,– aan de consument te vergoeden, zal de commissie dit bedrag bindend opleggen. Gelet op het vorenstaande beschouwt de commissie het verzoek van de consument om een deskundige te benoemen als tardief. Naar het oordeel van de commissie kan het onderzoek door de deskundige in dit stadium geen resultaat meer opleveren. De stelling van de consument omtrent de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden slaagt naar het oordeel van de commissie niet, nu de commissie op basis van artikel 16 lid 1 van haar reglement een oordeel geeft over het geschil aan de hand van de toepasselijke HISWA-voorwaarden en niet aan de hand van de algemene voorwaarden van de ondernemer. Hetgeen partijen ieder voor zich voorts nog naar voren hebben gebracht, behoeft – naar het oordeel van de commissie – geen verdere bespreking, nu dat niet tot een ander oordeel kan leiden. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 252,– binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie 13 oktober 2009.