Bril voldoet niet aan verwachtingen. Ondernemer is voldoende in de gelegenheid gesteld om na te komen, maar aanbod ondernemer is onvoldoende.

  • Home >>
  • Optiek >>
De Geschillencommissie




Commissie: Optiek    Categorie: Ontbinding    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 61031

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 3 mei 2011 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst, waarbijde ondernemer zich heeft verplicht tot het leveren van een bril (montuur en glazen), alsmede zonnebrilglazen tegen een daarvoor door de consument te betalen prijs van in totaal € 357,–. De levering heeft plaatsgevonden op 7 mei 2011.

De consument heeft op 9 juni 2011 de klacht schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De aan mij geleverde brillenglazen waren ondeugdelijk. Ik kon met de bril niet scherp zien. Hetzelfde geldt voor de aan mij geleverde zonnebrilglazen. Een door mij geraadpleegde optometrist verbonden aan het ziekenhuis en een derde opticien hebben bevestigd dat de door de ondernemer verrichte oogmeting onjuist is geweest. De ondernemer wenste mij aanvankelijk tegemoet te komen en heeft nieuwe glazen voor de bril besteld. Evenwel ging het toen om kleinere dikkere glazen waardoor de onderrand van de glazen buiten het montuur vielen waardoor het glas in de wangen drukte. Vervolgens bood de ondernemer mij aan om een kleiner montuur te kiezen waarin de dikkere glazen vermaakt zouden worden. Ik heb vervolgens in het assortiment van de ondernemer gezocht naar een kleiner montuur, maar heb die niet gevonden. Bovendien wens ik eigenlijk niet terug te komen op mijn aanvankelijke wens en bestelling, te weten een groot montuur en dunne(re) glazen in plaats van het thans door de ondernemer gedane aanbod van een klein montuur met dikke(re) glazen. De ondernemer is volgens mij niet in staat om overeenkomstig de overeenkomst te leveren zodat ik tot ontbinding van de overeenkomst wens over te gaan.

Ter zitting is namens de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De consument wenst het bedrag van € 318,– retour te krijgen. Het gaat de consument om de aanvankelijk door de ondernemer geleverde bril met glazen en niet om de zonnebrilglazen. De consument had aanvankelijk een groot montuur gekozen met dunne(re) glazen met een brekingsindex van 1.6. Toen die glazen niet deugden heeft de ondernemer dikkere glazen besteld met een brekingsindex van 1.5. Die glazen pasten niet goed in het montuur, de glazen rustten op de wangen en de bril was niet te dragen. Vervolgens heeft de ondernemer voorgesteld om een ander montuur uit te zoeken, dat zou dan een kleiner montuur moeten worden waarbij het glas zou moeten worden bijgesneden. De consument wil echter een groot montuur met een dunner glas met een brekingsindex van 1.6. Het voorstel van de ondernemer kwam neer op een kleiner montuur met dikker glas met een brekingsindex van 1.5. Dat is niet overeenkomstig de wens van de consument. Wij hebben de ondernemer eerder gewaarschuwd dat glazen met een 1.5 brekingsindex niet goed zouden zijn. De consument heeft in de voorgaande jaren steeds dunnere glazen gehad met een brekingsindex van 1.6. Uiteindelijk is de consument tot de slotsom gekomen dat er geen vertrouwen meer is in de ondernemer. De consument heeft inmiddels een andere bril gekocht.

De consument verlangt ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling aan haar van een bedrag van € 318,–.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Hoewel de ondernemer betwist dat hij een foutieve oogmeting zou hebben uitgevoerd (tot tweemaal toe kwam de ondernemer tot dezelfde oogmeting) heeft hij zich bereid getoond tot levering van glazen met een andere sterkte over te gaan. Aldus is het zichtprobleem van de consument opgelost. De nieuwe glazen met een brekingsindex van 1.5 zijn bewust door de ondernemer gekozen om gewenningsproblemen te voorkomen. De ondernemer heeft op alle mogelijke wijzen de consument tegemoet willen komen om de problemen naar tevredenheid op te lossen.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Ik vermoed dat de consument ter zake de door haar bestelde bril een gedeelte vergoed heeft gekregen van haar verzekeraar zodat zij daarom slechts het bedrag vordert van € 318,– (in plaats van de betaalde € 357,–). Over de zonnebrilglazen is nooit meer gesproken. Dat had destijds te maken met een actie van de ondernemer die erop neerkwam dat als er een bril zou worden gekocht een tweede gratis zou kunnen worden verkregen. Met het eerste paar glazen (1.6 brekingsindex) kon de consument niet goed zien. Vervolgens zijn er nieuwe glazen besteld. Daarbij is gekozen voor 1.5 brekingsindex glazen omdat dan nauwelijks gewenning optreedt. De consument gaf namelijk aan niet te willen wennen aan nieuwe glazen. Uit veiligheidsoverwegingen heb ik dan ook gekozen voor 1.5 brekingsindex glazen. Het aanvankelijk door de consument gekozen montuur was echter niet geschikt voor die nieuwe 1.5 brekingsindex glazen. Het ging er allereerst om dat de consument goed zou kunnen zien met de glazen. Daarna zou gekeken worden naar een ander montuur. De consument is vervolgens nog éénmaal in de winkel geweest om te kijken naar een ander kleiner montuur, maar dat is niet gelukt. Wat mij betreft zou de consument nog steeds een ander kleiner montuur kunnen uitkiezen. Het is mij bekend dat personen van Aziatische origine nauwelijks een neusbrug hebben zodat het eerder gekozen montuur met die glazen niet geschikt zou zijn (omdat de glazen dan op de wangen drukken). Ik ben alsnog bereid om glazen met een brekingsindex van 1.6 te bestellen. Juist is dat de consument bekend was met glazen met een brekingsindex van 1.6.

Deskundigenrapport 

De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.

Uit alle metingen blijkt dat de waarde gemeten door de ondernemer afwijkt van de waarde die voor de consument het meest wenselijk is. Zonder al teveel in detail te treden zijn de glazen 0.50 dpt te sterk gemeten.

De glazen, zoals ze nu in het montuur gemonteerd zijn zijn dikker dan de montuurrand. Als de glazen vervaardigd zouden zijn van een brekingsindex 1.6 zouden zij weliswaar dunner geworden zijn, maar nog steeds buiten het montuur uitsteken, waardoor dit praktisch gezien geen verbetering op zou leveren.

De pasvorm van de bril op het gezicht van de consument is de grootste boosdoener voor het drukken van het glas in de wangen. Dit zou ook gebeurd zijn met een brekingsindex 1.6. De montuurkeuze is niet goed geweest omdat de bril niet, zoals het hoort, op de neus van de consument rust, maar als gevolg van de anatomisch Aziatische bouw van de neus van de consument rust het montuur op de wangen.

Als technische oplossing vermeldt de deskundige het leveren van de glazen in de juiste sterkte in de door de consument gewenste brekingsindex 1.6 en dat het montuur wordt vervangen door een beter passend model eventueel voorzien van verstelbare neussteunen. De herstelkosten worden door de deskundige geraamd op een bedrag van € 357,–.
 
Beoordeling van het geschil

De vraag die voorligt is of de aanvankelijk door de consument bestelde bril aan de overeenkomst beantwoordde, dat wil zeggen of de bril die eigenschappen bezit die de consument op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Volgens de commissie dient die vraag ontkennend te worden beantwoord. Uit het deskundigenrapport volgt dat de aanvankelijk door de ondernemer geleverde glazen “gebrekkig” zijn geweest. De consument kon met die glazen niet goed zien en die glazen zijn – zoals door de deskundige is vastgesteld – te sterk door de ondernemer gemeten. De commissie onderschrijft de bevindingen van de deskundige, eens temeer omdat van de zijde van de ondernemer daartegen geen dan wel onvoldoende (tegen)bewijs is ingebracht. De consument behoefde verder geen genoegen te nemen met het door de ondernemer gedane aanbod om te kiezen voor kleinere en dikkere glazen met een brekingsindex van 1.5 en een daarbij behorend kleiner montuur. Dat was en is niet in overeenstemming met de door de consument geuite wensen, te weten grotere en dunnere glazen met een brekingsindex van 1.6 en een groter montuur. Daarbij komt dat de ondernemer er bekend mee was dat de consument al langere tijd gebruik maakte van glazen met een brekingsindex van 1.6 en tevens ermee bekend was dan wel mee had moeten zijn dat de door de ondernemer bestelde nieuwe glazen met een brekingsindex van 1.5 niet goed zouden passen in het door de consument gewenste montuur. Ook was de ondernemer bekend met de Aziatische bouw van de consument waardoor een juist montuur voorzien van neussteunen noodzakelijk zou zijn geweest. Aldus heeft de ondernemer in meerdere opzichten niet adequaat gehandeld. Onder de gegeven omstandigheden, waarbij de consument de ondernemer meer dan voldoende gelegenheid heeft gegeven om alsnog juist te presteren, hetgeen de ondernemer heeft nagelaten, acht de commissie het redelijk dat de overeenkomst zal worden ontbonden. Ontbinding houdt in dat partijen de wederzijds gedane prestaties ongedaan zullen moeten maken, hetgeen betekent dat de consument de bril bij de ondernemer zal terugbrengen en de ondernemer op zijn beurt gehouden is het door de consument gewenste bedrag van € 318,– aan de consument terug te betalen.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De overeenkomst van 3 mei 2011 wordt ontbonden verklaard. De ondernemer betaalt aan de consument een bedrag van € 318,– terug, tegen teruggave van de bril door de consument aan de ondernemer, indien de ondernemer dat wenst. De betaling dient plaats te vinden binnen één maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de verzenddatum van dit bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 80,–. 
 
Aldus beslist door de Geschillencommissie Optiek.