Buschauffeur kan niet verweten worden voor het niet weten van medische situatie consument

De Geschillencommissie




Commissie: Openbaar Vervoer    Categorie: schadevergoeding/ bejegening    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 199622/212198

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Dit geschil vloeit voort uit een vervoersovereenkomst tussen consument en aanbieder. Consument stapte in een bus van aanbieder en werd volgens hem onjuist behandeld. Consument had voor het instappen een epileptische aanval gehad en weigerde het verzoek van de buschauffeur. De buschauffeur belde vervolgens de politie. Consument werd door de politie de bus uitgezet. Consument wil een schadevergoeding, omdat hij door alle ophef nog meer epileptische aanvallen kreeg en hij nog elke dag aan dit voorval moet denken. De commissie oordeelt dat de buschauffeur niet wist en kon ook niet weten dat er een medische reden was waardoor consument niet meewerkte. De aanbieder heeft zijn excuses aangeboden, maar kan niet opgelegd worden een schadevergoeding te betalen aan consument. De klacht wordt ongegrond verklaard.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 13 oktober 2023.

De commissie heeft de behandeling van het geschil op basis van de stukken, zonder mondelinge
behandeling, afgedaan.

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de gevolgen van het niet onderkennen van een epileptische aanval bij het instappen.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Op 15 november 2022 om 19:52 uur stapte ik op station Amsterdam Zuid te midden van een epileptische aanval nog snel verward via de achterdeuren in bus 341 i.p.v. voorin. De buschauffeur zei iets, maar dat kwam door de epileptische aanval bij mij niet binnen! Met mijn Ov-kaart die ik samen met mijn pinpas en sleutels op de grond had laten vallen door mijn aanval checkte ik nota bene nog netjes in. Eenmaal langzaam uit mijn aanval komende eiste de chauffeur dat ik achter uit moest stappen en voor weer in moest stappen! Ik weigerde waarop de chauffeur de deuren dicht én op slot deed, zodat ik geen kant meer op kon, de politie belde, ik de bus uit moest en daarna door alle ophef nóg eens drie epileptische aanvallen kreeg en nu nog steeds elke dag aan het desbetreffende incident moet denken!

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

[Naam consument] is op 15 november 2022 om 19:52 uur op de bushalte Station Amsterdam Zuid ingestapt in buslijn 341 naar Heemstede. [Naam consument] stapte via de achterdeuren in de bus en checkte in met zijn ov-chipkaart. De buschauffeur verzocht [naam consument] om uit te stappen en vervolgens via de voordeuren van de bus weer in te stappen. Toen [naam consument] dit weigerde en er discussie volgde, heeft de buschauffeur de deuren gesloten en contact gelegd met het Regiecentrum Openbaar Vervoer en gevraagd om politieassistentie. De politie arriveerde en heeft [naam consument] uit de bus gezet.

[Naam consument] vordert compensatie van [naam vervoersbedrijf] voor een bedrag van € 3.403,35.

In de Algemene voorwaarden stads- en streekvervoer, wordt onder meer het volgende bepaald ten aanzien van gedragingen van een buspassagier:

hoofdstuk 6, 6.1: U mag zich in het vervoermiddel of in een station of wachtgelegenheid niet zo gedragen of zich op een plaats begeven dat orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang wordt verstoord of kan worden verstoord.
6.2: U mag het personeel niet op enigerlei wijze hinderen in de uitoefening van zijn taak.
6.8: U moet de huisregels en de aanwijzingen van de vervoerder, die zichtbaar op borden staan of worden gegeven door medewerkers van de vervoerder, over onder meer de orde, rust, stilte, veiligheid of een goede bedrijfsgang, opvolgen.
6.17: Als u de regels uit dit hoofdstuk schendt dan mag de vervoerder u op elk moment uit het vervoermiddel, het station of de wachtgelegenheid verwijderen en u verbieden om in het vervoermiddel, het station of de wachtgelegenheid te komen.

In artikel 72 Wet Personenvervoer 2000 wordt, net zoals in de algemene voorwaarden stads- en streekvervoer, het volgende bepaald ten aanzien van gedragingen van een buspassagier: Het is eenieder verboden zich in een bus dan wel in of in de onmiddellijke nabijheid van een station, halteplaats, of een andere bij het openbaar vervoer behorende voorziening en de daarbij behorende perrons zodanig te gedragen dat orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang wordt of kan worden verstoord. In artikel 52 van het Besluit Personenvervoer 2000 wordt in detail aangegeven wat wordt verstaan onder verstoring van orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang, zoals a. gedragingen waardoor de taakuitoefening van de buschauffeur wordt belemmerd dan wel l. op andere wijze hinder wordt veroorzaakt.

De buschauffeur heeft [naam consument] verzocht opvolging te geven aan de huisregels en aanwijzing van de vervoerder om voorin in te stappen zoals zichtbaar op de bus staat aangegeven. De buschauffeur heeft het recht om [naam consument] te verzoeken om vooraan in de bus in te stappen. Op de achterdeuren van de bus staan stickers aan de buitenkant die vermelden dat deze deuren geen ingang zijn. De buschauffeur opent de achterdeuren om reizigers te laten uitstappen. Op de stickers is ook een pijl weergegeven die de richting van de ingang van de bus aanwijst, de voorzijde van de bus. [naam consument] weigerde opvolging te geven aan het verzoek van de buschauffeur en overtrad daarmee de regels zoals hiervoor vermeld. Op het moment dat [naam consument] weigerde opvolging te geven en in discussie ging, heeft de buschauffeur gehandeld naar zijn inzicht en contact gelegd met Regiecentrum Openbaar Vervoer voor politieassistentie.

De buschauffeur wist niet en had ook niet behoren te weten dat [naam consument] te midden van een epileptische aanval de bus was ingestapt.
De buschauffeur kan niet verweten worden dat hij hier geen rekening mee hield. [naam consument] droeg geen zichtbaar pasje of enige andere aanwijzing waaruit bleek dat hij regelmatig epileptische aanvallen heeft. Het is ook niet gebruikelijk dat een persoon tijdens of direct na een epileptische aanval een bus instapt of ook maar in staat is om een bus in te stappen.

[naam consument] heeft zelf de keuze gemaakt om de bus in te stappen en heeft niet gekozen om een moment rust te nemen totdat hij zich beter voelde. De buschauffeur heeft de deuren gesloten, omdat [naam consument] weigerde de bus te verlaten via de achterdeuren en vooraan in te stappen en er verder geen andere reizigers de bus wilden verlaten. De buschauffeur heeft vervolgens in afwachting van de politie de deuren gesloten gehouden. De politie heeft [naam consument] uit de bus gezet.

De klantenservice van [naam vervoersbedrijf] en de regiomanager hebben contact gehad met [naam consument].

[naam vervoersbedrijf] heeft aangegeven veel hinder te ondervinden van reizigers die niet willen betalen en daardoor achterin in de bus instappen. Het beleid van [naam vervoersbedrijf] is dat de buschauffeur hierop alert is en de reiziger verzoekt vooraan in te stappen. De buschauffeur kan niet controleren of een reiziger bij de achteringang heeft ingecheckt en heeft om deze reden [naam consument] verzocht vooraan in te stappen. De buschauffeur heeft niet aan [naam consument] gemerkt dat hij een epileptische aanval had toen hij hem vroeg om vooraan in te stappen. De buschauffeur had geen kwade bedoeling en wilde enkel dat de orde, een goede bedrijfsgang en dat de huisregel van voorin instappen naar behoren werd nageleefd. De betreffende medewerkers van [naam vervoersbedrijf] hebben dit later aan [naam consument] uitgelegd en welgemeende excuses aangeboden toen [naam consument] had uitgelegd dat zijn reactie en non-coöperatieve gedrag was te wijten aan het feit dat hij een epileptische aanval had toen hij de bus instapte.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Uit de lezingen van partijen is te herleiden dat de consument achter in de bus stapte terwijl het de bedoeling was dat hij voorin instapte. Dat wist hij ook, maar hij is, als gevolg van een epileptische aanval die hem trof op dat moment, daartoe kennelijk niet in staat geweest. De buschauffeur heeft hem erop gewezen en erop aangedrongen dat hij alsnog voorin in zou stappen, maar dat heeft hij niet gedaan c.q. niet gekund.

Daarvoor is op zich begrip op te brengen, maar voor een buschauffeur is het ook niet eenvoudig, immers hij deed wat hij moest doen door een reiziger erop te wijzen dat hij niet achterin in mocht stappen. Van een reiziger mag verwacht worden dat hij zich gedraagt naar de aanwijzingen van de chauffeur, anders wordt het voor deze onhandelbaar. Dat bleek ook wel nu de chauffeur er politie bij heeft gehaald, omdat hij de consument niet zover kon krijgen dat hij zijn aanwijzingen opvolgde.

Achteraf kan worden geconstateerd dat er een reden was waarom de consument zo reageerde, maar de belangrijke vraag is of de chauffeur dat wist of kon weten. De consument vraagt begrip voor zijn benarde situatie, maar als dat voor de buschauffeur niet kenbaar was kan deze niet verweten worden dat hij geen uitzondering maakte voor de consument.

De commissie kan uit de beschrijvingen (ook niet van de politie en de medepassagier) niet precies herleiden hoe de toedracht, ook na het verschijnen van de politie, is geweest. Waarschijnlijk was er sprake van een onvriendelijke discussie en was de situatie al geëscaleerd. Er zijn echter onvoldoende aanknopingspunten voor een verwijt aan de chauffeur. Zoals de consument aangaf, ging het ook al snel beter met hem, dus is het kennelijk niet meer op te merken geweest. De door de consument nog bijgevoegde verklaring van de huisarts van [naam huisartsenpost] d.d. 21 februari 2023 beschrijft ook welke verschijnselen een epileptische aanval bij de consument heeft en van de duur van maximaal 1 minuut daarvan.

Ervan uitgaande dat toen de consument instapte de buschauffeur niet kon zien of weten dat er sprake was van een epileptische aanval en het er ook niet op lijkt dat de tussenkomst van de politie daarna tot andere inzichten heeft geleid, is er geen grond om te concluderen dat het gedrag van de chauffeur verwijtbaar is.
De klacht is daarmee niet gegrond te achten en de ondernemer is dus niet aansprakelijk voor de door de consument geclaimde schade. Dat neemt niet weg dat de consument onmiskenbaar een uiterst negatieve ervaring heeft gehad die kennelijk ook nadien nog doorwerkt. Het is daarom passend dat de vervoerder excuses heeft gemaakt en een aanbod heeft gedaan om de heer [naam consument] een meer positieve ervaring te bieden. Tot een verdergaande reactie kan de ondernemer niet verplicht worden.

Daarom wordt als volgt beslist.

Beslissing
Wijst het verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer, bestaande uit de heer mr. J.M.J. Godrie, voorzitter, de heer mr. P. Vonk, de heer mr. M.A. Keulen, leden, op 13 oktober 2023.