Commissie: Post
Categorie: Schadevergoeding
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
131490/134198
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument heeft een pakket verstuurd naar het buitenland, welke terug is gestuurd naar een locatie in Nederland en daar vermist is geraakt. De aanbieder heeft tegen de consument gezegd dat de verzekeringsvoorwaarden niet van toepassing zijn en daar is de consument het niet mee eens. De aanbieder voert aan dat de inhoud van de envelop niet in aanmerking komt voor vergoeding, omdat het cheques betroffen. Uit coulance biedt de aanbieder aan om de verzendkosten een vergoeding van €100,– te betalen. De commissie onderschrijft het standpunt van de aanbieder, dat er geen verplichting is tot schadevergoeding als er in feite geen waarde verloren is gegaan en het betreffende geldbedrag op een andere wijze weer beschikbaar kan komen. De consument heeft verzuimd om aan te tonen dat er hier wel sprake is van een situatie waarin schade is geleden. De klacht is ongegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de afwijzing van een vergoeding uit hoofde van verzekering voor en vermiste brief.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
“Op vrijdag 28 mei 2021 heeft de consument een envelop met inhoud aangetekend en verzekerd laten verzenden door [aanbieder]. In de Bruna vestiging van [aanbieder] te [stad] is een waarde van € 1750,– ingevoerd voor de zending. De waarde heeft de consument ter plekke moeten inschatten, want de feitelijke waarde zijnde 000 kon niet geregistreerd worden. Er is niet gevraagd naar de inhoud van de envelop dat was kennelijk niet relevant op dat moment. Volgens de track and trace informatie (volgnummer […]) is de brief door [internationale koerier] teruggestuurd naar postlocatie [locatie] in Nederland en daar “vermist” geraakt. [Aanbieder] heeft dit in een e-mail bevestigd.
Nadat de consument een formulier had ingevuld voor een vergoeding volgens de verzekeringsvoorwaarden, kreeg de consument te horen van de financiële afdeling van [aanbieder] en later de juridische afdeling dat de zending niet in aanmerking komt voor een vergoeding, omdat het cheques betreft. Dat het cheques betrof heeft de consument zelf doorgegeven via een schadeformulier. [aanbieder] heeft een vergoeding van de verzendkosten plus een bedrag van € 100,– aangeboden.
De consument is van mening dat hij initieel (bij afgifte van de envelop) verteld had moeten worden dat cheques niet verzekerd kunnen worden en daarom recht heeft op een uitbetaling volgens de verzekeringsvoorwaarden.“
Het voorstel om de klacht op te lossen is de uitbetaling volgens de verzekeringsvoorwaarden.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument heeft een klacht ingediend over een Brief met de Verzekerservice die hij heeft verzonden op 28 mei 2021 naar Litouwen. Naar de consument aangeeft bevatte de brief twee cheques ter waarde van 2000 dollars. De brief is na aankomst in Litouwen weer retour verzonden naar Nederland. De brief is niet meer afgeleverd bij de geadresseerde ofwel bij de consument. De consument heeft hiervan een melding gedaan bij [klantenservice aanbieder]. Door de klantenservice-medewerker is er vervolgens een onderzoek gestart naar de brief. Zo is er onder meer navraag gedaan bij de internationale depots. Uit die navraag blijkt dat de brief niet aanwezig is op het internationale depot. De consument heeft zelf ook navraag gedaan. Uit die navraag bleek dat het adres op het poststuk onduidelijk was waardoor het poststuk retour gezonden is. Ook navraag bij het depot Onbestelbare stukken heeft geen vruchten afgeworpen. De klantenservice-medewerker heeft de consument daarom geïnformeerd dat de brief als vermist beschouwd moest worden. Daarop is navraag gedaan over de inhoud van de zending voor een schadeclaim. Omdat in de brief (waarde)cheques zaten heeft de klantenservice-medewerker de consument geïnformeerd dat hij helaas niet in aanmerking komt voor een vergoeding. Dit komt doordat cheques nagenoeg geen directe schade zijn, omdat deze opnieuw uitgegeven kunnen worden ofwel geblokkeerd kunnen worden. De consument komt wel in aanmerking voor de vergoeding van verzendkosten. Omdat de consument wel tijd en moeite zal steken om de cheques opnieuw te vaardigen heeft de klantenservice-medewerker uit coulance een vergoeding aangeboden van € 100,–. Beide bedragen zijn nog niet uitgekeerd op het bankrekeningnummer van de consument. De consument was het hier niet mee eens en heeft zich daarop gewend tot de Geschillencommissie Post. Hij verlangt dat [aanbieder] een uitbetaling doet volgens de verzekeringsvoorwaarden. Dit bedrag is niet verder gespecificeerd door de consument. De consument heeft de brief onder het product Verzekerservice verzonden. Bij brievenpost met Verzekerservice is de inhoud verzekerd tot een bedrag van € 500,– zie Algemene Voorwaarden en aansprakelijkheidsbeperking. De aansprakelijkheid van [aanbieder] voor schade die voortvloeit uit het vervoer van poststukken is geregeld in artikel 29 van de Postwet en uitgewerkt in artikel 9 van de Algemene Voorwaarden voor de universele Postdienst (verder aangeduid als ‘AVP’). Deze AVP zijn op de vervoersovereenkomst van de consument van toepassing. Dit staat ook aangegeven op het verzendbewijs dat de consument heeft ontvangen. De AVP zijn voor iedereen toegankelijk en te raadplegen via de gebruikelijke kanalen zoals online via de website van [aanbieder]. De consument heeft hiermee voldoende gelegenheid gehad om kennis te nemen van de voorwaarden waaronder zij de vervoersovereenkomst aanging.
Wanneer de inhoud van een brief met Verzekerservice tijdens het postvervoer vermist is geraakt, is [aanbieder] daarvoor in principe aansprakelijk en heeft een consument aanspraak op schadevergoeding. Die aanspraak vervalt indien de aard van de inhoud zich niet leent voor een schadevergoeding die voortvloeit uit een verzekering. [Aanbieder] is van oordeel dat in casu de aansprakelijkheid is uitgesloten op grond van artikel 9.6 lid 1, eerste bullit; uit de aard van of een gebrek aan de inhoud van het poststuk. In de brief zaten volgens de consument Amerikaanse cheques (Economic Impact Payments cheque i.v.m. Covid-19). Dit is een fonds van de Amerikaanse overheid om mensen tegemoet te komen tijdens de Covid-pandemie. In dit geval leent de vermissing van deze cheques zich niet voor het uitkeren van een schadevergoeding, omdat er geen sprake is van directe schade zoals bedoeld in artikel 9.2 AVP. Waardecheques kunnen nagenoeg altijd opnieuw uitgegeven worden indien deze niet geïnd zijn. Het uitkeren van een schadevergoeding op basis van cheques is daarom in strijd met het indemniteitsbeginsel, waarbij verzekeringen dienen om de schade te dekken. [Aanbieder] adviseert de consument om contact op te nemen met de Amerikaanse overheid om de cheques opnieuw uit te geven. Het eerder gedane aanbod door de klantenservice-medewerker is nog steeds van kracht en kan, indien het IBAN-nummer bekend is, alsnog overgemaakt worden.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie heeft als eerste punt te beoordelen of aanspraak gemaakt kan worden op een verzekeringsuitkering. Vaststaat dat een verzekering afgesloten is. De ondernemer beroept zich op het gegeven dat in de enveloppe cheques zaten die intrinsiek geen waarde hebben. Als er in feite geen waarde verloren is gegaan en het betreffende geldbedrag op een ander wijze weer beschikbaar kan komen vervalt inderdaad de verplichting tot schadevergoeding. De ondernemer heeft in deze procedure maar in de aanloop daarop ook per email aan de consument, medegedeeld dat er een algemeen geldende regeling is bij verloren gaan van de betreffende cheques.
De consument heeft zich daartegen niet verweerd maar (andermaal) aangevoerd dat hij er tevoren niet op gewezen dat cheques geen verzekering behoeven.
De nadere reactie van de consument luidt als volgt.
“[Aanbieder] blijkt de oorspronkelijk mening over de kwestie te handhaven. Gaandeweg deze kwestie is denk ik duidelijk geworden dat [aanbieder] niet wenst op te draaien voor de gemaakte fout ondanks het feit dat er een verzekering is afgesloten tegen verlies. Het lijkt erop dat er geen sprake is van een traditionele verzekering met verzekeringsvoorwaarden maar [aanbieder] eigen regels hanteert wanneer er iets misgaat. Dat de inhoud van de brief op een andere manier is te innen is mijns inziens niet relevant immers de brief met inhoud is kwijtgeraakt en is nog steeds zoek. Ik blijf bij mijn standpunt dat ik initieel verteld had moeten worden dat de brief met inhoud niet verzekerd kon worden of gewezen had moeten worden dat er geen verzekeringsvoorwaarden zijn maar eigen [aanbieder] regels.”
De consument heeft er echter niet tevoren naar gevraagd en hij heeft ook niet vermeld dat het cheques betreffen. Het is niet aan medewerkers van de ondernemer om uit zichzelf te vragen wat in een enveloppe zit of wat consequenties daarvan kunnen zijn. De consument had de gelegenheid zichzelf nader te oriënteren aan de hand van de beschikbare informatie en desgewenst zich voor nadere vragen te wenden tot (de klantenservice van) de ondernemer.
Los daarvan geldt in dit geval dat het aannemelijk is dat de consument geen daadwerkelijke schade heeft als hij handelt op de voorgeschreven wijze volgens de aangewezen website van de Amerikaanse overheid. Nu hij op dat punt niet het tegendeel aangeeft is er voor de ondernemer geen reden om een schade-uitkering te doen.
Daarom wordt als volgt beslist.
Beslissing
Wijst het verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Post, bestaande uit de heer mr. J.M.J. Godrie, voorzitter, de heer drs. G.J.F.M. Klaas, de heer H.W. Zuur, leden, op 14 januari 2022.