Commissie: Zelfstandige Klinieken
Categorie: bejegening/ zorgverlening/ informatieverstrekking
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
205021/233347
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Cliënte verwijt de zorgaanbieder dat zij niet heeft gereageerd op haar vragen met betrekking tot de door de oogarts voorgeschreven oogdruppels na een staaroperatie. In de bijsluiter staat vermeld dat deze druppels maximaal twee weken mogen worden toegediend, terwijl de oogarts deze druppels vier weken heeft voorgeschreven.
De commissie verklaart de klacht van cliënte gegrond, daar is komen vast te staan dat zij van de zorgaanbieder geen afdoende antwoord heeft gekregen op haar vraag of het veilig is om gedurende vier weken te druppelen met het voorgeschreven geneesmiddel. Dat door een omissie van de klachtenfunctionaris deze informatie niet eerder aan cliënte is doorgegeven, doet aan de gegrondheid van de klacht niet af.
De uitspraak
In het geschil tussen
mevrouw [naam], wonende te [woonplaats] (hierna te noemen: de cliënt)
en
Bergman Clinics Zorg, gevestigd te Naarden
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Samenvatting
Cliënte verwijt de zorgaanbieder dat zij niet heeft gereageerd op haar vragen met betrekking tot de door de oogarts voorgeschreven oogdruppels na een staaroperatie. In de bijsluiter staat vermeld dat deze druppels maximaal twee weken mogen worden toegediend, terwijl de oogarts deze druppels vier weken heeft voorgeschreven.
De commissie verklaart de klacht van cliënte gegrond, daar is komen vast te staan dat zij van de zorgaanbieder geen afdoende antwoord heeft gekregen op haar vraag of het veilig is om gedurende vier weken te druppelen met het voorgeschreven geneesmiddel. Dat door een omissie van de klachtenfunctionaris deze informatie niet eerder aan cliënte is doorgegeven, doet aan de gegrondheid van de klacht niet af.
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 1 maart 2024 te Utrecht.
Beide partijen hebben ter zitting hun standpunten nader toegelicht. Cliënte werd ter zitting bijgestaan door haar echtgenoot.
Ter zitting werd de zorgaanbieder vertegenwoordigd door mevrouw drs. [naam], oogarts en tevens medisch directeur van de divisie oogheelkunde, en bijgestaan door mevrouw mr. [naam].
Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt het volgende.
Op grond van de geneeskundige behandelingsovereenkomst moet de zorgaanbieder bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 BW). Deze zorgplicht houdt in dat de zorgaanbieder die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht. Onder deze zorgplicht valt ook de nazorg na een operatie.
Cliënte verwijt de zorgaanbieder dat zij niet heeft gereageerd op haar vragen met betrekking tot de door de oogarts voorgeschreven medicatie na een staaroperatie.
Cliënte heeft na deze operatie oogdruppels voorgeschreven gekregen die zij gedurende vier weken na de operatie moest toedienen. Omdat in de bijsluiter staat vermeld dat deze druppels maximaal twee weken mogen worden toegediend, heeft cliënte hierover vragen gesteld aan de zorgaanbieder. Daar haar vraag niet volledig is beantwoord, heeft cliënte een klacht ingediend bij de klachtenfunctionaris. Zij wenste een schriftelijk bewijs dat het toedienen van de druppels gedurende vier weken veilig zou zijn. Zij heeft hierover met de klachtenfunctionaris per e-mail diverse malen contact gehad. Haar vraag is tot op heden onvoldoende beantwoord.
De commissie heeft ter zitting vastgesteld dat de klachtenfunctionaris voor cliënte intern navraag heeft gedaan naar de aan cliënte voorgeschreven medicatie en de toepassing ervan. Door een misverstand is de uitkomst van dit onderzoek niet met cliënte gedeeld. In haar verweerschrift en ter zitting heeft de zorgaanbieder uitvoerig uitleg gegeven over de toepassing van dit middel en daarbij verwezen naar de NOG-Richtlijn Cataract waarin geen norm is voorgeschreven met betrekking tot de duur van het postoperatief druppelen van [oogdruppelsmerk] en diverse publicaties over dit middel.
De commissie zal de klacht van cliënte gegrond verklaren, daar is komen vast te staan dat zij, tot het moment dat zij haar klacht aan de commissie heeft voorgelegd, van de zorgaanbieder geen afdoende antwoord heeft gekregen op haar vraag of het veilig was om gedurende vier weken te druppelen met het voorgeschreven geneesmiddel. Dat door een omissie van de klachtenfunctionaris de informatie over het middel niet eerder aan cliënte is doorgegeven, doet aan de gegrondheid van de klacht niet af.
Ingevolge het reglement van de commissie dient de zorgaanbieder aan de cliënte het door haar betaalde klachtengeld te vergoeden.
Derhalve beslist de commissie als volgt.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht gegrond;
– bepaalt dat de zorgaanbieder overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 dient te vergoeden aan cliënte ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de zorgaanbieder aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer dr. W. Maat, de heer mr. P.C. de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 1 maart 2024.