Cliënt heeft klacht over te veel betaalde overdrachtsbelasting niet op tijd ingediend

  • Home >>
  • Notariaat >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Notariaat    Categorie: Kwaliteit dienstverlening    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: niet-ontvankelijkverklaring   Uitkomst: niet-ontvankelijk   Referentiecode: 2888/9304

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

Bij de overdracht van de woning van de cliënt, heeft de notaris 6% in plaats van 2% doorgeven als verschuldigde overdrachtsbelasting. De Belastingdienst heeft de helft van het te veel betaalde bedrag terugbetaald. De cliënte wil de andere helft van de notaris ontvangen. De notaris wijst aansprakelijkheid af en stelt dat de cliënt zich niet op tijd bij hem heeft gemeld. De cliënt stelt dat hij niet op de hoogte was van de klachtenprocedure en de regels die golden, hier heeft de notaris hem ook niet op gewezen. De commissie concludeert dat de cliënt acht maanden na de uitslag van het bezwaar bij de Belastingdienst, de klacht bij de notaris heeft ingediend. Volgens het toepasselijke reglement moet de cliënt dit binnen drie maanden doen. De cliënt heeft onvoldoende bewezen waarom de termijnoverschrijding geen verwijt treft. Daarnaast had de cliënt kennis kunnen en moeten nemen van de toepasselijke spelregels.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De klacht betreft kwaliteit van dienstverlening.

Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Bij de overdracht van de woning van de cliënt, heeft de notaris een fout gemaakt bij het doorgeven van het percentage verschuldigde overdrachtsbelasting. In plaats van 2 % is er 6 % doorgegeven. De belastingdienst heeft reeds coulancehalve 50% terugbetaald. De cliënt verlangt de overige 50%, te weten een bedrag van € 1.907,50 retour van de notaris.

De cliënt heeft op 21 oktober 2019 gereageerd op het verweer van de notaris dat hij niet ontvangen kan worden in de klacht. In de kern komt zijn reactie hierop neer. De cliënt was niet op de hoogte van de klachtenprocedure en de regels die golden. De notaris heeft hem hierop ook niet gewezen. De cliënt betwist dat hij te laat heeft geklaagd. Hij is ernstig ziek geweest. Het zou de notaris sieren als zij hier begrip voor opbrengt. De notaris heeft geen nadeel opgelopen van het feit dat de cliënt te laat heeft geklaagd.

Standpunt van de notaris
Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De notaris wijst aansprakelijkheid af. Hij beroept zich erop dat de cliënt zich niet op tijd bij de notaris heeft gemeld en dat deze om die reden niet ontvangen kan worden in zijn klacht.

Beoordeling van het geschil
Alvorens de commissie zich kan uitlaten over de inhoudelijke klacht dient zij eerst te bepalen of de cliënt ontvangen kan worden in de klacht. Daartoe overweegt de commissie het volgende:

De commissie stelt vast dat in het toepasselijke Reglement het volgende staat opgenomen:
“ Artikel 7 – Ontvankelijkheid
1. De Commissie verklaart op verzoek van de notaris – mits gedaan bij eerste gelegenheid – de cliënt in zijn klacht niet-ontvankelijk
a. indien hij zijn klacht niet eerst overeenkomstig de kantoorklachtenregeling bij de notaris heeft ingediend binnen drie maanden na het moment waarop de cliënt kennis nam of redelijkerwijs had kunnen nemen van het handelen of nalaten dat tot de klacht aanleiding heeft gegeven;

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, aanhef en onder a, kan de Commissie besluiten het geschil toch in behandeling te nemen, indien de cliënt terzake van de niet-naleving van de voorwaarden naar het oordeel van de Commissie redelijkerwijs geen verwijt treft.”

De commissie herleidt uit het dossier dat de cliënt op of omstreeks 11 juli 2018 de uitslag heeft ontvangen van het aangetekende bezwaar bij de Belastingdienst. Vervolgens heeft de cliënt op 14 maart 2019 de klacht ingediend bij de notaris. Daarmee heeft de cliënt een termijn van acht maanden laten verstrijken alvorens tot actie over te gaan. Nu het Reglement een termijn van drie maanden bepaalt, dient dit in beginsel te leiden tot een niet ontvankelijkheid aan de zijde van de cliënt. De cliënt heeft onvoldoende gesteld noch bewezen waarom deze termijnoverschrijding niet verwijtbaar zou zijn. Hij heeft geen termijn gesteld omtrent zijn ziek zijn of dit nader onderbouwd. Ook heeft de cliënt geen andere argumenten genoemd die hem op dit vlak mogen baten. De commissie is het met de cliënt eens dat de notaris op deze termijnen had kunnen wijzen uit het oogpunt van klantvriendelijkheid, doch dit is geen verplichting. De cliënt had zelf kennis kunnen en moeten nemen van de spelregels die in deze golden.

Op grond van het voorgaande is de cliënt niet-ontvankelijk in de klacht.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De cliënt wordt in de klacht niet-ontvankelijk verklaard.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat, bestaande uit de heer mr. A.G.M. Zander, voorzitter, de heer mr. R.J. Holtman, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen – de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. C.C.J. Laenen, secretaris, op 20 november 2019.