Commissie:
Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: ontvankelijkverklaring
Uitkomst: ontvankelijk
Referentiecode:
125261/133542
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De cliënt heeft meerdere klachten over de zorg en begeleiding die hij van de zorgaanbieder heeft ontvangen en wil deze voorleggen aan de commissie. Na invoering van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), kunnen alleen geschillen die betrekking hebben op de zorgverzekeringswet (ZVW) en de Wet langdurige Zorg (WLZ) worden voorgelegd aan de commissie. Een deel van de klachten van de cliënt heeft betrekking op de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en valt niet onder de Wkkgz, waardoor de cliënt in deze klachten niet-ontvankelijk is. De zorgaanbieder heeft de cliënt niet verwezen naar een andere instantie voor de WMO-klachten. De overige klachten hebben betrekking op WLZ-zorg, waardoor de cliënt ontvankelijk is in deze klachten. De commissie oordeelt dat, omdat de zorgaanbieder zowel WMO- als WLZ-zorg aanbiedt en de cliënt zijn WMO-klachten niet ergens anders kan voorleggen, hij ontvankelijk is in zijn WMO- en WLZ-klachten.
Volledige uitspraak
In het geschil tussen
[Cliënt], wonende te [woonplaats]en
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht, gevestigd te Utrecht
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
De Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg (verder te noemen: de commissie) heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 21 december 2021 te Amsterdam.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
Beoordeling van de ontvankelijkheid
De commissie dient eerst te beoordelen of cliënt ontvankelijk is in zijn klachten die hij aan de commissie heeft voorgelegd.
Cliënt heeft de volgende klachten aan de commissie voorgelegd:
Klacht 1) Niet of nauwelijks voorlichting door zijn begeleiding;
Klacht 2) Weinig tot geen kennis van praktische of administratieve zaken onder de begeleiding;
Klacht 3) Onjuiste of juist geen informatie door zijn begeleiding;
Klacht 4) Geen maatwerk door zijn begeleiding;
Klacht 5) Weinig tot geen kennis over (zijn) aandoeningen en verslaving onder zijn begeleiding of hoe zijn verslavingen kunnen worden voorkomen/verminderd;
Klacht 6) Na de intake en zijn acceptatie geen ondersteuning door medewerkers van de zorgaanbieder en/of zijn toekomstige begeleiding;
Klacht 7) Onder valse voorwendselen van medewerkers/begeleiding zijn leven opgegeven om o.a. beschermd te (gaan) wonen met alle gevolgen van dien; toen, tijdens en nu;
Klacht 8) Door toezeggingen van zijn begeleiding en hun manier van begeleiden van en omgang met cliënt, kreeg cliënt (valse) hoop dat zijn leven zou (gaan) verbeteren. Dit is niet het geval gebleken. Met alle gevolgen van dien; toen, tijdens en nu;
Klacht 9) Zijn toenmalig persoonlijk begeleidster heeft meer uren gedeclareerd dan cliënt heeft gebruikt onder het mom dat cliënt dat wist en dat de zorgaanbieder dit nu eenmaal zo deed. Maar meer uren declareren dan gebruikt is urenfraude in cliënts optiek;
Klacht 10) Bemoeizorg van de zorgaanbieder heeft de extreme en doelbewuste overlastsituatie van cliënts onderbuurvrouw verkeerd ingeschat, kwam met tegenstrijdige berichten en hun (bemoei)zorg heeft er niet voor gezorgd dat de situatie verbeterde, sterker, de situatie verslechterde alleen maar, helaas voor cliënt en dat was traumatiserend voor hem.
Uit de door de cliënt aangeleverde bijlagen maakt de commissie op dat de zorgaanbieder zich op het standpunt stelt dat de klachten die betrekking hebben op de ondersteuning in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (verder WMO) niet vallen onder de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) zodat cliënt ten aanzien van deze klachten niet ontvankelijk is.
De commissie overweegt als volgt.
Tot 2017 waren de algemene leveringsvoorwaarden GGZ zo geformuleerd dat voor alle zorg, waaronder ook WMO, geboden door leden van toenmalig GGZ Nederland gold dat een geschil kon worden ingediend bij de geschillencommissie. Na de invoering van de Wkkgz kan alleen een geschil aan de commissie worden voorgelegd dat ziet op de verleende zorg in het kader van de zorgverzekeringswet (ZVW) en Wet langdurige Zorg (verder WLZ).
De commissie is ambtshalve bekend dat de zorgaanbieder met name WMO-zorg en in geringe mate WLZ-zorg aanbiedt. Voor zover de klachten van cliënt zien op de WMO zorg is de Wkkgz niet van toepassing.
Echter de WMO schrijft in artikel 3.2 lid 1 sub a voor, dat indien de aanbieder een voorziening levert als bedoeld in artikel 2.1.3, tweede lid, onderdelen d en e, de aanbieder een regeling voor de afhandeling van klachten van cliënten ten aanzien van gedragingen van de aanbieder jegens een cliënt treft. Hoewel de wet over de mogelijkheid van indiening van een geschil niet rept ligt het naar het oordeel van de commissie voor de hand om de uitwerking van de verplichting in de WMO tot het hebben van een regeling voor afhandeling van klachten analoog te doen aan de Wkkgz.
De zorgaanbieder heeft zich voor wat betreft de klachten in het kader van WLZ aangesloten bij de geschillencommissie. Niet is gebleken dat de zorgaanbieder heeft gekozen om cliënt te verwijzen naar een andere instantie voor wat betreft de klachten die zich richten op de uitvoering van de WMO. Nu de cliënt ontvankelijk is voor wat betreft klachten aangaande de WLZ en hij zijn klachten die zich richten op de WMO, niet kan deponeren bij een andere instantie, terwijl de zorgaanbieder hiervoor kennelijk geen mogelijkheid heeft willen creëren, zal de commissie cliënt ontvankelijk verklaren voor ook die klachten die zich richten op de WMO. Hierbij betrekt de commissie dat de klachten op basis van de WMO waarop de cliënt doelt zich in hetzelfde kader bevinden – althans in het verlengde liggen – als de klachten die cliënt op basis van de WLZ aan de commissie heeft voorgelegd.
De commissie verklaart cliënt ontvankelijk in zijn klachten.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart cliënt ontvankelijk in zijn klachten.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer drs. T. Knap, de heer mr. R.P. Gerzon, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 21 december 2021.