Commissie: Zelfstandige Klinieken
Categorie: Cosmetische ingrepen
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
117842
De uitspraak:
In het geschil tussen
[Cliënte], wonende te [plaats], en Equipe Zorgbedrijven Nederland B.V., gevestigd te Eindhoven, (verder te noemen: de kliniek).Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. Het geschil is ter zitting behandeld op 17 oktober 2018 te Amsterdam. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen voor de zitting. De cliënte heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting haar standpunt toe te lichten. De kliniek werd ter zitting vertegenwoordigd door [naam], kwaliteitsmanager, en bijgestaan door [naam], gemachtigde. De gemachtigde heeft bij het toelichten van het standpunt gebruik gemaakt van een pleitnota, waarvan zij een exemplaar aan de commissie heeft verstrekt.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de uitvoering van een cosmetische behandeling door een aan de kliniek verbonden arts en het resultaat daarvan.
Standpunt van de cliënte
Het standpunt van de cliënte luidt in hoofdzaak als volgt.
De cliënte heeft vooraf en bij het intakegesprek als haar wens uitgesproken dat zij de rimpels rond haar mond wilde laten opvullen. De kliniek, in de persoon van de behandelend arts [naam arts] (hierna: de arts), adviseerde om haar hele gezicht te laten behandelen. Aangezien de cliënte dat niet wilde, is vervolgens een behandelingsovereenkomst gesloten voor het opvullen van de lijnen rond de mond van de cliënte. De behandelingsprijs, door de cliënte voldaan, bedroeg € 550,–.
Na de behandeling en nadat de zwelling als gevolg van die behandeling verdwenen was, heeft de cliënte geconstateerd dat de rimpels weer terug waren. Zij heeft toen contact opgenomen met de kliniek. Haar werd verteld dat het uiteindelijke resultaat pas na tien dagen te zien zou zijn en dat bij de controle-afspraak eventueel nog wat bij gespoten zou worden als het resultaat niet naar tevredenheid zou zijn.
Bij de controleafspraak heeft de cliënte vervolgens te kennen gegeven dat de behandeling geen zichtbaar resultaat had opgeleverd en dat zij dan ook niet tevreden was. De arts liet haar weten het daar niet mee eens te zijn en stelde dat de rimpels wel degelijk zachter waren geworden.
De cliënte betwist dat met haar is gesproken over de hoeveelheid product dat nodig zou zijn geweest voor het door het haar gewenste resultaat. De arts heeft het enkel gehad over een beter resultaat na een totale gezichtsbehandeling en niet over de mogelijkheid dat het plaatselijk gebruiken van meer product tot een beter resultaat zou leiden. Evenmin heeft de arts gezegd dat het inspuiten van 1 ml. product zinloos was.
De cliënte klaagt dat zij vooraf onvoldoende is geïnformeerd, dat zij een dure behandeling heeft ondergaan zonder resultaat en dat na de behandeling geen nadere handelingen zijn uitgevoerd om alsnog het gewenste resultaat te bereiken. De cliënte stelt dat de kliniek niet voldaan heeft aan haar inspanningsverplichting en verlangt terugbetaling van het voor de behandeling betaalde bedrag van
€ 550,–.
Standpunt van de kliniek
Het standpunt van de kliniek luidt in hoofdzaak als volgt.
Uit het medisch dossier van de cliënte blijkt dat de cliënte als voorkeursadvies is gegeven zich te wenden tot een plastisch chirurg voor een facelift. Vervolgens is haar een driestaps filler advies gegeven, te weten:
1e stap: Juverderm Voluma 4 ml jukbeenderen
2e stap: Juvederm Vomula 4 ml marionette voor de diepte en de oppervlakte
3e stap: Juvederm Volbella 1 ml fijne lijntjes rondom de mond.
De cliënte heeft enkel de derde stap van het advies opgevolgd. De cliënte en de arts hebben vervolgens de behandelingsovereenkomst voor Juvederm Volbella 1 ml. getekend. Met het tekenen van de behandelingsovereenkomst heeft de cliënte de arts toestemming gegeven de behandeling uit te voeren, de inhoud van de overeenkomst te hebben begrepen en hiermee akkoord te gaan.
Bij de nacontrole – toen bleek van de onvrede van de cliënte – heeft de arts het eerder gegeven advies nogmaals besproken. De behandelend arts had voor een optimaal resultaat 9 ml. filler geadviseerd; 1 ml. Volbella voor de rokerslijntjes rondom de mond en 8 ml. Voluma voor het overig te behandelen gebied. Meer Volbella in de rokerslijntjes om de mond had niet tot een beter resultaat geleid. De arts zag bij de nacontrole resultaat in de vorm van verzachting van de lijntjes om de mond van de cliënte. Kosteloos nabehandelen door middel van injectables is enkel aan de orde indien het resultaat werkelijk tegenvalt in verhouding tot het gegeven advies en de gebruikte hoeveelheid product. Dat was hier niet aan de orde.
De kliniek stelt zich primair op het standpunt dat de cliënte niet-ontvankelijk is in haar klacht en subsidiair dat de vordering van de cliënte dient te worden afgewezen. De cliënte heeft geen redelijk belang bij een uitspraak van de commissie, zij heeft immers een behandeling gehad met resultaat.
Bovendien betreft de verplichting uit hoofde van de overeenkomst geen resultaatsverplichting, maar een inspanningsverplichting. De behandelend arts heeft aan haar inspanningsverplichting voldaan. Zij heeft met de cliënte gesproken over haar wensen en verwachtingen, uitgebreid uitleg en advies gegeven, de behandeling lege artis uitgevoerd en nazorg geboden.
Het kan de kliniek niet aangerekend worden dat de klacht in onvoldoende mate is opgelost. De cliënte is niet ingegaan op de uitnodiging in gesprek te gaan met de arts.
De kliniek verzoekt de commissie voorts matiging van de behandelingskosten, nu deze in geen verhouding staan tot het gevorderde.
Beoordeling van het geschil
Ten aanzien van de ontvankelijkheid overweegt de commissie als volgt. Hetgeen de kliniek als grond voor niet-ontvankelijkheid van de cliënte in haar vordering aanvoert, kan niet tot niet-ontvankelijkheid leiden, nu de vraag of cliënte een behandeling met resultaat heeft gehad, de kern van het geschil vormt. Ook overigens is niet gebleken van een grond voor niet-ontvankelijkheid, zodat de commissie vaststelt dat de cliënte ontvankelijk is in haar klacht.
De commissie overweegt verder het volgende.
De overeenkomst die partijen met elkaar hebben gesloten is een geneeskundige behandelingsovereenkomst in de zin van artikel 7:446 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Naast hetgeen partijen in die overeenkomst hebben afgesproken, gelden tussen hen – voor zover in het concrete geval van toepassing – de bepalingen van dat wetboek. De cliënte is van mening dat de uitvoering van die overeenkomst door de kliniek niet tot het door haar beoogde resultaat heeft geleid. Zij houdt de kliniek hiervoor aansprakelijk.
Voor aansprakelijkheid van de kliniek is vereist dat voldoende aannemelijk is dat de kliniek tekort is geschoten in de uitvoering van de geneeskundige behandelingsovereenkomst. De tekortkoming moet aan de kliniek kunnen worden verweten en de cliënte moet daarvan nadeel hebben ondervonden.
Op grond van de geneeskundige behandelingsovereenkomst moet de kliniek bij haar werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op haar rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 BW). Deze zorgplicht houdt in dat de kliniek die zorg moet betrachten die een bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht.
De verbintenis die voor een hulpverlener voortvloeit uit een geneeskundige behandelingsovereenkomst wordt in beginsel niet aangemerkt als een resultaatsverbintenis, waarbij de hulpverlener moet instaan voor het bereiken van een bepaald resultaat, maar als een inspanningsverbintenis, waarbij de hulpverlener zich verbindt zich voor het bereiken van een bepaald resultaat in te spannen. De reden hiervoor is dat het bij een geneeskundige behandeling meestal niet mogelijk is een bepaald resultaat te garanderen, omdat het menselijk lichaam in het (genezings)proces een ongewisse factor vormt; zelfs bij onberispelijk medisch handelen kan het beoogde resultaat uitblijven. Van een tekortkoming kan dan ook pas worden gesproken indien komt vast te staan dat de hulpverlener zich onvoldoende heeft ingespannen of bij de inspanning een fout heeft gemaakt. Ook in de thans voorliggende situatie is zijdens de kliniek sprake van een inspanningsverbintenis.
Voor verrichtingen ter uitvoering van een behandelingsovereenkomst, is de toestemming van de cliënte vereist. De cliënte kan in beginsel slechts toestemming voor een behandeling geven indien zij daarover adequaat is geïnformeerd. De kliniek dient de cliënte op duidelijke wijze in te lichten over de voorgestelde behandeling. Bij het verstrekken van informatie dient de kliniek zich te laten leiden door hetgeen de cliënte redelijkerwijze dient te weten ten aanzien van de aard en het doel van de behandeling, de te verwachten gevolgen en de risico’s daarvan, over eventuele alternatieven en over de vooruitzichten.
Naar het oordeel van de commissie is voldoende aannemelijk geworden dat de cliënte adequaat is geïnformeerd over haar behandeling en het te verwachten resultaat. Zo staat in het medisch dossier over het consultgesprek van 19 maart 2018 dat op basis van de wens ‘er vrolijker uit zien en een mond die past bij mijn leeftijd’ het advies is gegeven voor de volgende fillers: 1e stap) 4 ml. Juvederm Voluma jukbeenderen, 2e stap) 4 ml. Juvederm Voluma marionette voor de diepte en oppervlakte en 3e stap) 1 ml. Juvederm Volbella fijne lijntjes rondom de mond. Vermeld is verder dat duidelijke uitleg is gegeven dat om een ultiem resultaat te behalen, behandelingen herhaald moeten worden, en dat het effect van de behandeling afhankelijk is van de staat van de huid, leeftijd en huidverzorging. Daarnaast heeft de cliënte diverse stukken ter informatie ontvangen, waaronder de behandelingsovereenkomst. De cliënte heeft deze overeenkomst vlak voor de behandeling getekend. In de behandelingsovereenkomst staat onder meer: “Arts heeft cliënt uitgebreid voorgelicht over de mogelijkheden en onmogelijkheden van een inspuiting Juvederm. Cliënt is voldoende geïnformeerd over zijn geschiktheid voor een inspuiting Juvederm en de te verwachten resultaten. De voordelen, nadelen en alternatieven van een inspuiting Juvederm zijn besproken (…) Arts heeft duidelijk aangegeven welk resultaat hij beoogt te bereiken, maar kan geen garantie geven (…) Cliënt verklaart voldoende informatie over de behandeling, het te verwachten resultaat en de mogelijke risico’s te hebben gekregen en alles te hebben begrepen”. Ook cliënte zelf heeft in haar klacht verwoord dat de arts haar geadviseerd heeft het hele gezicht te doen, maar dat dat niet haar wens was, waarna zij besloten heeft tot behandeling van alleen de mond.
Gelet op het vorenstaande stelt de commissie dan ook vast dat de kliniek op dit punt, de informatieverplichting, niet in de uitvoering van de behandelingsovereenkomst tekort is geschoten. De klacht is in zoverre dan ook ongegrond.
Verder overweegt de commissie dat overeengekomen is een behandeling met 1 ml. Volbella. De commissie verwijst hiervoor naar de behandelingsovereenkomst waarin de hoeveelheid product (Volbella 1 ml) met zoveel woorden is vermeld. Vast staat eveneens dat het advies van de arts was om drie stappen uit te voeren en de cliënte ervoor gekozen heeft enkel de derde, kleinste, stap te willen laten uitvoeren. Dit heeft de arts ook gedaan. Niet is gebleken dat de arts bij die overeengekomen behandeling zich onvoldoende heeft ingespannen en/of bij die inspanning een fout heeft gemaakt. Het is de commissie ook anderszins niet gebleken dat de arts bij de door haar verrichte inspanning niet de zorg heeft betracht die een bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht. De commissie concludeert dat de kliniek niet tekort geschoten is in de uitvoering van de behandelingsovereenkomst. Voorts concludeert commissie dat op grond van de zich in het dossier bevindende voor/na foto’s dat de behandeling effect heeft gehad in de vorm van een waarneembare verzachting van de behandelde lijntjes rondom de mond. Dat de cliënte een ander resultaat had verwacht doet daaraan – gezien de aard van de verplichting die in deze op de arts rust – niet af. Dit klachtonderdeel is dus eveneens ongegrond.
De commissie is samenvattend van oordeel dat de kliniek zowel ten aanzien van de behandeling als ten aanzien van haar informatieplicht in de nakoming van haar verbintenis tegenover de cliënte niet is tekortgeschoten. Voor de kliniek bestond geen verplichting tot kosteloze nabehandeling.
De kliniek heeft dan ook recht op de tussen partijen voor de behandeling overeengekomen betaling en zij hoeft het overeengekomen geldbedrag niet aan de cliënte terug te betalen, zoals de cliënte heeft gevorderd.
Met betrekking tot de stelling van de kliniek ten aanzien van de behandelingskosten van het geschil, wijst de commissie op artikel 23 van het Reglement geschillencommissie zelfstandige klinieken, waarin staat vermeld dat de kliniek een door de stichting vastgesteld bedrag verschuldigd is voor de behandeling van het geschil, afhankelijk van de fasen van de procedure die het geschil doorloopt. Deze bepaling laat de commissie geen ruimte voor een afwijkende vaststelling van de door de ondernemer te betalen behandelingskosten.
Hetgeen partijen ieder voor zich meer of anders naar voren hebben gebracht dan waarvan de commissie hiervoor is uitgegaan, behoeft naar het oordeel van de commissie geen verdere bespreking nu dit niet tot een ander oordeel kan leiden.
Derhalve beslist de commissie als volgt.
Beslissing
De commissie, beslissend naar redelijkheid en billijkheid, met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst en de daarvan deel uitmakende voorwaarden:
– verklaart de klachten ongegrond;
– wijst af het door de cliënte gevorderde.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de kliniek aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist op 17 oktober 2018 door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken.