Commissie: Zelfstandige Klinieken
Categorie: Inspanningsverplichting
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
127791/141432
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Cliënte is op 19 augustus 2019 door de zorgaanbieder behandeld voor een liposuctie aan de bovenbenen. Cliënte is niet tevreden over het resultaat. Cliënte voelt zich verminkt en heeft zich daar zwaar depressief over gevoeld. Cliënte vordert van de zorgaanbieder een schadevergoeding van € 25000,-. De zorgaanbieder stelt dat er geen sprake is van foutief medisch handelen. Voor de operatie zijn uitvoerig de risico’s besproken met cliënte. Daarnaast heeft de zorgaanbieder een herstelbehandeling aangeboden. De commissie oordeelt dat op basis van het dossier en het resultaat de liposuctie op zorgvuldige wijze is uitgevoerd en het resultaat niet als gebrekkig kan worden aangemerkt. De risico’s heeft cliënte uitdrukkelijk aanvaard. De zorgaanbieder is niet tekortgeschoten in de nakoming van de behandelovereenkomst. De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst de vordering tot vergoeding van schade af.
De uitspraak
In het geschil tussen
[Cliënte], wonende te [woonplaats]en
Boerhaave Medisch Centrum, gevestigd te Amsterdam
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de door cliënte gestelde schade aan haar bovenbenen na een behandeling door de zorgaanbieder waarbij liposuctie aan de bovenbenen heeft plaatsgevonden ten behoeve van lipofilling van de borsten van cliënte. Tevens stelt zij als gevolg daarvan psychische schade te hebben geleden.
Standpunt van cliënte
Voor het standpunt van cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Op 19 augustus 2019 is cliënte geopereerd door [naam behandelend arts]), die werkzaam is voor de zorgaanbieder. De operatie bestond eruit dat er door liposuctie overtollig vet van de bovenbenen is gehaald dat door lipofilling in de borsten van cliënte is ingebracht. Volgens cliënte is er van de bovenbenen veel meer afgehaald dan was afgesproken en is het vet niet gelijkmatig van de bovenbenen gehaald. Daardoor is er volgens cliënte sprake van een bult op het linkerbeen en deuken in beide benen aan binnen- en buitenkant. Cliënte heeft haar klachten ongeveer drie maanden na de operatie geuit tegen [naam behandelend arts], maar die herkende de klachten niet. Begin 2020 heeft cliënte een klacht ingediend bij de zorgaanbieder, waarna er op 6 mei 2020 een second opinion door [naam andere arts] (eveneens werkzaam voor de zorgaanbieder) heeft plaatsgevonden. [Naam andere arts] heeft voorgesteld de bult op het linkerbeen weg te halen, maar de klachten over de deuken werden volgens cliënte door hem niet serieus genomen. Cliënte is niet op het voorstel van [naam andere arts] ingegaan. Cliënte heeft zich in de jaren na de operatie zwaar depressief gevoeld over de door haar gestelde verminking van haar bovenbenen.
Cliënte verzoekt toekenning van de schadevergoeding die de commissie maximaal kan toekennen, te weten een bedrag van € 25.000,–, en stelt daarbij dat haar schade bestaat uit de kosten van een hersteloperatie door een andere zorgaanbieder en de kosten van de operatie die door de zorgaanbieder op 19 augustus 2019 is verricht.
Na de indiening van de klacht bij de commissie, in augustus 2021, heeft cliënte nog bericht dat de eerste hersteloperatie op 5 september 2021 heeft plaatsgevonden en dat de tweede hersteloperatie was gepland op 3 juli 2022, maar dat die operatie niet is doorgegaan in verband met het overlijden van haar moeder.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Volgens de zorgaanbieder is er geen sprake van foutief medisch handelen. Door [naam behandelend arts] zijn voorafgaande aan de operatie uitvoerig de risico’s van de behandeling besproken die specifiek betrekking hebben op liposuctie, zoals het risico op onregelmatigheden, het risico op een slappe huid in het behandelde gebied en cellulitis. Op de dag van de behandeling heeft cliënte nogmaals ondubbelzinnig verklaard zich bewust te zijn van de risico’s. Volgens [naam behandelend arts] was er in november 2019, tijdens een controle-afspraak, reeds sprake van een fraai resultaat gelet op de fase van het genezingsproces. De zorgaanbieder heeft opgemerkt dat een definitief resultaat eerst ongeveer na een jaar wordt bereikt. Er is dan ook een herstelbehandeling aan cliënte aangeboden om de onvrede op te lossen en niet omdat er sprake is van foutief medisch handelen en een tekortschietend resultaat. Die herstelbehandeling wil de zorgaanbieder nog steeds uitvoeren.
Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt het volgende.
Bij de beoordeling van de klacht geldt het volgende beoordelingskader. De overeenkomst die is gesloten tussen cliënte en de zorgaanbieder is aan te merken als een geneeskundige behandelingsovereenkomst in de zin van artikel 7:446 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Bij de uitvoering van de geneeskundige behandelingsovereenkomst moet de hulpverlener de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 van het BW). De zorgplicht houdt in beginsel geen resultaatsverplichting in, maar wordt aangemerkt als een inspanningsverplichting.
De commissie dient te oordelen of de zorgaanbieder is tekortgeschoten in het nakomen van de behandelovereenkomst met cliënte.
De commissie is op basis van het dossier en het resultaat van de liposuctie, zoals dat blijkt uit de overgelegde foto’s, van oordeel dat de liposuctie op zorgvuldige wijze is uitgevoerd en dat het resultaat van de liposuctie niet als gebrekkig kan worden aangemerkt. De commissie constateert dat er geen sprake is van hollingen en bulten die er niet behoren te zijn. De commissie overweegt dat enige asymmetrie van de bovenbenen blijft bestaan, ook als er geen liposuctie plaatsvindt. De commissie is van oordeel dat het resultaat van de liposuctie niet afwijkt van hetgeen cliënte, onder meer gelet op de uitvoerige bespreking van mogelijke risico’s voorafgaande aan de operatie, mocht verwachten; risico’s overigens die zij uitdrukkelijk heeft aanvaard. De commissie is van oordeel dat de zorgaanbieder niet is tekortgeschoten in de nakoming van de behandelovereenkomst.
De commissie wijst cliënte er tenslotte op dat de zorgaanbieder nog steeds bereid is een hersteloperatie voor zijn rekening te verrichten, mocht de tweede hersteloperatie tot op heden nog niet hebben plaatsgevonden.
Vordering tot schadevergoeding
Voor een aanspraak op schadevergoeding is ten minste vereist dat de zorgaanbieder in enig opzicht toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de behandelovereenkomst. Nu de commissie geen tekortkomingen in de nakoming van de behandelovereenkomst heeft vastgesteld, kan er niet worden gesproken van tekortschieten dat heeft geleid tot schade. De vordering tot vergoeding van schade zal dan ook worden afgewezen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht ongegrond;
– wijst de vordering tot schadevergoeding af.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de zorgaanbieder aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, de heer dr. J.F.A. van der Werff, de heer mr. S. Sierksma, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. C. Koppelman, secretaris, op 15 september 2022.