
Commissie: Notariaat
Categorie: Kwaliteit dienstverlening
Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
10389/22359
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De cliënten zijn ontevreden over de dienstverlening van de notaris bij de afwikkeling van de nalatenschap van hun moeder. De communicatie verliep niet goed en de notaris reageerde laat. Ook heeft hij het advies van de rechtbank over een uitdelingslijst genegeerd. De notaris vindt dat hij zorgvuldig en nauwkeurig is geweest. Wellicht dat de reacties wat sneller konden, maar de afwikkeling (en daardoor de communicatie) verliep moeizaam door de complexiteit van de zaak. Ook stelt hij dat hij de uitdelingslijst weldegelijk heeft aangepast. De partijen hebben hier zelfs hun schriftelijke akkoord voor gegeven. De commissie constateert dat de cliënten geen verzet hebben aangetekend tegen de aanpaste uitdelingslijst. Als zij het niet eens waren met deze lijst, dan hadden zij dit bij de rechtbank kenbaar moeten maken. Volgens de commissie is enige vertraging in de communicatie in zo een complexe zaak niet ongewoon. De klacht van de cliënten is ongegrond.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
De cliënten hebben de klacht voorgelegd aan de notaris.
Het geschil betreft de kwaliteit van dienstverlening door de notaris met name in zijn hoedanigheid van vereffenaar.
Standpunt van de cliënten
Voor het standpunt van de cliënten verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De cliënten zijn ontevreden over de afwikkeling van de nalatenschap van hun moeder, [naam van moeder cliënten], waarin de notaris als vereffenaar optrad.
Zij verwijten de notaris dat hij niet tijdig en conform wet- en regelgeving zijn taken heeft uitgevoerd. Zo hield hij niet de wettelijke termijnen in acht bij het indienen van de uitdelingslijst.
Voorts liet de wijze van communiceren met de cliënten en overige erfgenamen te wensen over, reageerde de notaris niet of erg laat op e-mails en vragen en was hij niet duidelijk en transparant, waardoor het gehele proces slecht en traag is verlopen.
De notaris voerde een ondeugdelijke administratie en dossiervorming waardoor onderdelen uit de declaratie niet geverifieerd konden worden.
De notaris heeft de cliënten niet goed begeleid en heeft verzuimd hen te adviseren waar dit wel had gemoeten.
Daarbij heeft de notaris geen onafhankelijke en onpartijdige rol ingenomen. De cliënten verwijten hem dat hij meerdere malen contact heeft gehad met de curator van de broer van de cliënten en klakkeloos diens oordeel en zienswijze overnam zonder dit te toetsten bij de cliënten.
De cliënten hebben op 10 april 2019 bij de rechtbank Gelderland een verzetschrift tegen de uitdelingslijst van de notaris ingediend. Bij beschikking van 15 augustus 2019 heeft de rechtbank op dit verzetschrift beslist. De cliënten verwijten de notaris dat hij het advies van de rechtbank om € 5.320,– op te nemen in de nalatenschap c.q. de uitdelingslijst heeft genegeerd.
De cliënten verlangen een volledige restitutie van het door hen aan de notaris betaalde bedrag van € 9.500,–.
Standpunt van de notaris
Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Na het overlijden van erflaatster, [naam van moeder cliënten] op 7 juni 2017, hebben de cliënten de notaris verzocht om vereffenaar te worden in de afwikkeling van de nalatenschap van hun moeder. De notaris is door de rechtbank tot vereffenaar benoemd.
Een broer van de cliënten was failliet verklaard en werd door een curator vertegenwoordigd in de nalatenschap. Naast de cliënten en deze broer als erfgenaam waren er tevens een broer en zus als legitimarissen en neven en nichten als legatarissen betrokken, in totaal 14 personen.
De afwikkeling werd bemoeilijkt door de complexiteit van de zaak (verwevenheid tussen het erfrecht en het faillissementsrecht).
De notaris heeft als vereffenaar rekening en verantwoording afgelegd aan de rechtbank en een uitdelingslijst ter inzage bij de griffie van de rechtbank gelegd. De cliënten hebben hiertegen een verzetschrift ingediend. Bij beschikking van 15 augustus 2019 van de rechtbank Gelderland werd het verzet ongegrond verklaard met uitzondering voor wat betreft de machtiging die de curator aan de notaris heeft gegeven voor de levering van de woning van erflaatster.
De notaris heeft de uitdelingslijst aangepast en op 4 september 2019 aan de rechtbank en partijen gezonden. Geen van partijen heeft hiertegen verzet/hoger beroep aangetekend en partijen hebben zich schriftelijk akkoord verklaard met de nieuwe uitdelingslijst waarvan ook de nota van de notaris deel uitmaakte. Op 1 oktober 2019 is de notaris tot afwikkeling en uitbetaling overgegaan.
De notaris weerspreekt de door de cliënten geuite klachten. De notaris heeft zijn taken zorgvuldig en nauwgezet uitgevoerd. Achteraf gezien hadden een bepaalde actie en reactie wellicht wat sneller gekund, echter de omvang van het dossier vergde tijd door voorbereiding, overleg en uitwerking.
Het advies van de rechtbank heeft de notaris geheel meegenomen in de berekeningen.
Het bevreemdt de notaris dat de cliënten na de daadwerkelijke verdeling kennelijk alsnog terug wensen te komen op hun akkoordverklaringen; de nalatenschap is immers met ieders instemming afgewikkeld.
De notaris stelt zich op het standpunt dat de cliënten, indien zij zich niet konden vinden in de nieuwe uitdelingslijst, bij de rechtbank hun bezwaren hadden moeten uiten. De notaris is dan ook van oordeel dat de commissie de cliënten niet kan ontvangen in hun klachten; die hadden in de rechtbankprocedure naar voren moeten worden gebracht.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.
De commissie heeft geconstateerd dat de cliënten verzet hebben aangetekend bij de rechtbank Gelderland tegen de door de notaris (als vereffenaar handelende) gedeponeerde uitdelingslijst. Bij beschikking van 15 augustus 2019 heeft de rechtbank dat verzet ongegrond verklaard met uitzondering van de machtiging die de curator aan de notaris had gegeven voor de levering van de woning van de overleden moeder van de cliënten (erflaatster).
De notaris heeft de uitdelingslijst aangepast en op 4 september 2019 aan de rechtbank en partijen gezonden. De commissie stelt vast dat de cliënten hiertegen geen verzet/hoger beroep hebben aangetekend. Voorts is onweersproken dat de cliënten zich schriftelijk akkoord hebben verklaard met de nieuwe uitdelingslijst waarvan ook de nota van de notaris van €9.500,00 deel uitmaakte. Op 1 oktober 2019 is de notaris tot afwikkeling en uitbetaling op grond van de uitdelingslijst overgegaan.
De commissie overweegt dat de cliënten zich wederom tot de rechtbank hadden moeten wenden als zij bezwaren hadden tegen de aangepaste uitdelingslijst van de notaris. De onderhavige procedure bij de commissie kan niet als een verkapte vorm van verzet/hoger beroep dienen.
Door de rechtbank is de door de notaris gedeponeerde uitdelingslijst waarvan zijn declaratie deel uitmaakte goedgekeurd zodat de commissie alleen al om die reden de door de cliënten gevorderde restitutie van de declaratie zal afwijzen.
Ten aanzien van de klacht van de cliënten dat de wijze en snelheid van communiceren van de notaris te wensen overliet merkt de commissie het volgende op. De notaris heeft erkend dat achteraf gezien een bepaalde actie of reactie wellicht wat sneller had gekund. De omvang van het dossier en de complexiteit daarvan stonden hieraan een enkele maal in de weg.
In de beschikking van de rechtbank is opgenomen dat het een complexe vereffening betrof doordat één van de erfgenamen failliet was verklaard en er een verwevenheid was ontstaan tussen het faillissementsrecht en het erfrecht. De commissie is dan ook van oordeel dat een enkele vertraging in de communicatie van de notaris richting de cliënten nog geen restitutie van (een deel van) de declaratie rechtvaardigt.
Van enige partijdigheid van de notaris is de commissie evenmin gebleken.
Op grond van het hierboven overwogene zal de commissie de verzoeken van de cliënten afwijzen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de cliënten ongegrond;
– wijst het meer of anders verzochte af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat, bestaande uit de heer mr. A.G.M. Zander, voorzitter, de heer mr. R.J. Holtman, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, plaatsvervangend secretaris, op 2 juni 2020.