Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: (On)bevoegdheid
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bevoegdverklaring
Uitkomst: bevoegd
Referentiecode:
113282/132367
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De klager wil twee klachten voorleggen aan de commissie. De klager is het niet eens met het coronabeleid van de zorgaanbieder, zoals het dragen van een mondkapje en het nut en de noodzaak en mogelijke risico’s van deze maatregelen. Daarnaast is de klager het er niet mee eens dat een afspraak voor bloedafname alleen te maken is met een mobiele telefoon en niet met een vaste telefoon. De commissie oordeelt dat het coronabeleid van de zorgaanbieder gebaseerd is op de landelijke maatregelen die de overheid heeft ingesteld. De commissie is niet bevoegd hierover te oordelen omdat dit niet binnen de kaders van het regelement valt. Omdat de klager voor bloedafname is doorverwezen naar de zorgaanbieder is er sprake van een behandelovereenkomst. De klacht over de mogelijkheid om een afspraak hiervoor te maken valt onder de bevoegdheid van de commissie omdat dit de behandelovereenkomst aangaat.
Volledige uitspraak
In het geschil tussen
[Klager], wonende te [woonplaats]en
Stichting Sint Antonius Ziekenhuis, gevestigd te Nieuwegein
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
De Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 6 december 2021 te Den Haag.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
Beoordeling van de bevoegdheid van de commissie
De commissie dient eerst te beoordelen of de commissie bevoegd is om de klachten van klager inhoudelijk te beoordelen.
Klager heeft op 15 juni 2021 geklaagd over het feit dat de klachtencommissie van de zorgaanbieder op 4 januari 2021 zijn klacht niet ontvankelijk heeft verklaard. Zijn klacht betreft de uitvoering door de zorgaanbieder van overheidsbeleid m.b.t. Covid maatregelen, het dragen van een mondkapje, het nut en noodzaak en mogelijke risico’s van deze maatregelen.
Op 23 augustus 2021 heeft klager een nieuwe klacht aan de commissie voorgelegd waarin hij zijn beklag doet dat de zorgaanbieder zijn brief van 26 mei 2021 niet heeft beantwoord. Klager heeft de zorgaanbieder op 26 mei 2021 een brief geschreven waarin hij zich beklaagt over de wijze van aanmelden voor een bloedafname. Klager probeerde op 30 april 2021 via de website van de zorgaanbieder een afspraak te maken voor bloedafname, maar dit is niet gelukt. Voor deze afspraak diende hij in het bezit te zijn van een mobiele telefoon waarop hij een code zou ontvangen. Klager klaagt over het feit dat hij niet met een vaste telefoon een afspraak kan maken voor een bloedafname.
De zorgaanbieder is niet om verweer gevraagd omdat de commissie eerst dient te beoordelen of de klachten vallen binnen het werkterrein van de commissie.
De commissie heeft besloten beide klachten gezamenlijk te behandelen. De commissie overweegt als volgt.
Het reglement van de Geschillencommissie Ziekenhuizen (hierna: het reglement) is bepalend voor de beoordeling van de bevoegdheid van de commissie. Ingevolge artikel 3 lid 1 van het reglement van de commissie heeft de commissie tot taak alle geschillen tussen cliënt en ziekenhuis te beslechten voor zover deze betrekking hebben op de totstandkoming of de uitvoering van gesloten behandelingsovereenkomsten.
Klacht 1. Coronamaatregelen.
De commissie stelt vast dat de klacht van klager zich richt op de uitvoering door de zorgaanbieder van het overheidsbeleid met betrekking tot Covid maatregelen. Klager heeft ter onderbouwing van zijn klacht een uitgebreide algemene beschouwing gegeven over de naar zijn oordeel zinloze maatregel met betrekking tot het dragen van een mondkapje en de gezondheidsrisico’s die het dragen van een mondkapje met zich mee zouden brengen.
De klacht van klager is gericht tegen een maatregel tot het dragen van een mondkapje in openbare gebouwen, in casu het ziekenhuis, die vanwege de overheid is ingevoerd ter bescherming van de publieke gezondheid. Deze maatregel valt buiten de kaders van artikel 3 lid 1 van het reglement. De commissie is dan ook niet bevoegd om hier een oordeel over te geven.
Klacht 2. Een afspraak maken voor een bloedafname zonder mobiele telefoon.
De commissie begrijpt de klacht als volgt. Klager stelt dat hij niet online een afspraak kan maken voor een bloedafname, omdat daarvoor een mobiele telefoon nodig is waarmee een code voor de afspraak kan worden ontvangen.
De commissie overweegt dat klager voor een bloedafname is doorverwezen naar de zorgaanbieder. Er is derhalve sprake van een vanuit een behandelovereenkomst voortvloeiende verplichting voor de zorgaanbieder tot het afnemen van het bloed.
Nu de klacht betrekking heeft op de uitvoering van de behandelingsovereenkomst, verklaart de commissie zich bevoegd om deze klacht verder te behandelen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie
– verklaart zich niet bevoegd te oordelen over de klacht met betrekking tot het dragen van een mondkapje;
– verklaart zich bevoegd te oordelen over de klacht met betrekking tot de bloedafname.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer dr. J.P. Snellen, De heer J. Donga, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 6 december 2021.