Commissie kan niet oordelen over hoogte tarieven in zijn algemeenheid

De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Informatieverstrekking    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 193801/195953

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument klaagt over de forse stijging van de nieuwe tarieven voor groenen energie. De ondernemer legt uit wat voort soort stroom de consument krijgt en wat het verschil is tussen groene en grijze stroom. Ook de prijsstijging wordt uitgelegd door de ondernemer. De commissie geeft aan dat zij niet bevoegd is om te beslissen over de hoogte van de in rekening gebrachte tarieven of kosten in zijn algemeenheid. Behoudens in gevallen waarin sprake is van evident onredelijke tarieven, is het niet aan de commissie om daarover verder een oordeel te geven. De commissie stelt vast dat de ondernemer geen onjuiste informatie heeft verstrekt met betrekking tot de groenen stroom. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de hoogte van het tarief van de door de ondernemer aan de consument geleverde (groene) stroom en de vraag of de ondernemer de consument bij het aangaan van de overeenkomst heeft misleid.

De consument heeft de klacht op 17 oktober 2022 aan de ondernemer voorgelegd.

Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Vanaf het moment dat het Gemeentelijk Energiebedrijf werd opgeheven is de consument klant van de ondernemer.

Op 23 december 2021 ontving de consument de nieuwe tarieven voor groene stroom van de ondernemer. Uit een vergelijking met de oude en de nieuwe tarieven blijkt dat sprake is van een zeer forse stijging. De consument maakt bezwaar tegen deze grote prijsstijging. De indertijd gemaakte keuze voor groene stroom is gedaan op grond van de volgende overwegingen. Duurzaamheid, geen gebruik van fossiele brandstoffen.
Geen afhankelijkheid van de wereldmarktprijs van fossiele brandstoffen. Het jaar 2022 was zeer zonnig zodat een stijging van de prijs van groene stroom niet te verwachten was.

De consument verlangt dat de prijs van groene stroom slechts gerelateerd is aan de productiekosten van Hollandse Wind & Zon – energie – opwekking.

De door de ondernemer gegeven voorlichting waarin centraal staat dat de ondernemer in Nederland beschikt over eigen met zon en wind opgewekte groene stroom versterkt de indruk dat deze stroom vervolgens ook aan klanten van de ondernemer wordt geleverd en de prijs daarvan niet afhankelijk is van de prijs van fossiele brandstoffen. Waarom levert de ondernemer niet eerst de zelf geproduceerde groene stroom aan zijn klanten.

De door de ondernemer geschetste werkwijze dat de in Nederland duurzaam opgewekte stroom geheel op de groothandelsmarkt wordt verkocht en daarop door de ondernemer weer wordt ingekocht leidt ertoe dat de prijs voor groene stroom die door de ondernemer zelf is opgewekt veel duurder wordt en dat de ondernemer aldus forse winsten boekt op de verkoop van eigen groene stroom.

In het verweer geeft de ondernemer geen antwoord op een aantal kernpunten van het geschil. Waarom is de prijsverhoging van groene stroom hoger dan die van gas. Waarom levert de ondernemer niet vooreerst de zelf opgewekte groene stroom aan zijn klanten. De ondernemer levert dus aan particulieren niet rechtstreeks de door de ondernemer zelf duurzaam opgewekte stroom, maar suggereert dit wel. Particulieren ondervinden daardoor een groot prijsnadeel.

Ter zitting heeft de consument verder nog in hoofdzaak het volgende aangevoerd.

Het is vreemd dat gas niet duurder wordt en de prijs van groene stroom wel omhoog gaat. De ondernemer kan dat niet uitleggen. De folder van de ondernemer is misleidend. Het kosteloos mogen opzeggen is geen optie.

Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument heeft een variabel contract voor stroom en gas: [overeenkomst]. Sinds een reeks van jaren kunnen alle particuliere en klein zakelijke klanten van de ondernemer weer rekenen op 100% groene stroom, opgewekt door wind en zon. De consument ontvangt 100% groene stroom uit Nederland.

Iedereen in Nederland krijgt dezelfde stroom ongeacht of men een contract voor groene en grijze stroom heeft. Echter, zoals de ondernemer op haar website uitlegt, krijgt duurzaam geproduceerde energie een Garantie van Oorsprong (GvO). De ACM legt op consuwijzer.nl uit dat voor elke megawatt opgewekte elektriciteit uit groene bronnen goed is voor één GvO. De ondernemer beschikt voor de geleverde groene stroom over de benodigde GvO Certificaten en daarom mag deze stroom aangemerkt worden als duurzaam opgewekte energie. Dit blijkt onder meer uit de Elektriciteitswet, zie de definitie van Garantie van Oorsprong en duurzame elektriciteit, en uit de website van de ACM. De ondernemer zorgt er dus voor dat alle geleverde stroom gecertificeerd is met GvO’s. De ACM vergelijkt de geleverde stroom met de gegevens van de energieleveranciers, zoals de ondernemer, met de door die individuele leverancier afgeboekte GvO’s.

De hoeveelheid groene stroom die wordt opgewekt, hangt af van de hoeveelheid wind en zon. Er loopt dus geen directe lijn tussen de woning van de consument en een wind of zonnepark. De energie uit het stopcontact is een mix van groene en grijze stroom en is altijd afkomstig van het landelijke energienet. De landelijke netbeheerder zorgt ervoor dat er op elk moment van de dag voldoende stroom is. Tegenover de hoeveelheid stroom die klanten van de ondernemer met [overeenkomst] afnemen, staat een gelijk deel aan stroom dat in Nederlandse wind- en zonneparken wordt opgewekt. De klanten van de ondernemer ontvangen altijd een Garantie van Oorsprong Certificaat.

Alle opgewekte stroom wordt verkocht op de groothandelsmarkt. Deze internationale energiemarkt kent één prijs voor elektriciteit, of deze nu duurzaam is opgewekt of niet. Dat geldt ook voor de 100% groene stroom die de ondernemer op Hollandse bodem opwekt.

De op de internationale energiemarkt aangeboden elektriciteit is voor een deel opgewekt uit gas. Omdat de gasprijzen thans hoog zijn, stijgt daardoor ook de stroomprijs op de groothandelsmarkt. De consument wordt afgerekend op de prijzen die gelden op de internationale handelsmarkt. De stijgende gasprijzen hebben invloed op de prijs van groene stroom.

De ondernemer mag de prijs die geldt op de internationale energiemarkt verwerken in de tarieven die de consument betaalt. De ondernemer hanteert alleen leveringstarieven die vooraf ter toetsing op redelijkheid aan de ACM zijn voorgelegd.

Als particuliere klant van de ondernemer kan de consument erop rekenen dat hij duurzaam opgewekte stroom ontvangt, gezien het feit dat die stroom gekoppeld is aan groencertificaten. Hierop wordt toezicht gehouden door CertiQ.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog in hoofdzaak het volgende aangevoerd.

De prijs voor stroom wordt bepaald door de productiekosten en vraag en aanbod. In principe is er geen prijsverschil tussen grijze en groene stroom. De aanprijzingen die de ondernemer doet over de levering van 100% groene stroom zijn niet misleidend, zo heeft de reclamecode commissie herhaaldelijk uitgemaakt. Het is een feit van algemene bekendheid dat uit het stropcontact maar een soort stroom komt. De herkomst van de duurzaam opgewekte stroom wordt door de Certificaten van Oorsprong gewaarborgd. De ondernemer ontvangt één certificaat per opgewekte megawatt. Wat door de ondernemer wordt opgewekt wordt aan het stroomnet geleverd, daarop ziet CertiQ toe.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

In deze zaak klaagt de consument over de naar zijn mening te hoge prijs voor duurzaam opgewekte stroom en over de uitingen van de ondernemer dat de ondernemer aan hem 100% groene stroom levert. Die uitingen zijn naar de mening van de consument misleidend.

De ondernemer voert verweer.

De commissie zal om te beginnen zich uitlaten over het klachtonderdeel dat betrekking heeft op de hoogte van de door de ondernemer in rekening gebrachte tarieven.

De commissie stelt voorop dat zij, ingevolge het bepaalde in artikel 3 van haar Reglement, tot taak heeft geschillen tussen consument en ondernemers te beslechten, voor zover deze betrekking hebben op de totstandkoming of de uitvoering van de overeenkomst met betrekking tot de aansluiting en/of levering van gas, warmte of elektrische energie en daarmee samenhangende leveringen en diensten.

De commissie is derhalve niet bevoegd te beslissen over de hoogte van de in rekening gebrachte tarieven of kosten in zijn algemeenheid. De commissie heeft dan ook op dat punt slechts een (zeer) marginale beoordelingsbevoegdheid. Behoudens in gevallen waarin sprake is van evident onredelijke tarieven, is het niet aan de commissie om daarover verder een oordeel te geven. In dit kader moet worden opgemerkt dat de ACM in beginsel verantwoordelijk is voor het toezicht op de door de energieleveranciers te hanteren tarieven en de regulering daarvan.

De ondernemer heeft onweersproken gesteld dat zij de betreffende tarieven heeft gemeld aan de ACM en de ACM aan de ondernemer naar aanleiding van die melding geen aanleiding heeft gezien daarover nadere vragen te stellen of nadere informatie op te vragen.

De commissie past dan ook geen oordeel over dit onderdeel van de klacht, te meer niet nu sprake is van een zeer volatiele groothandelsmarkt, die tot gevolg heeft dat de prijzen voor stroom en gas zeer snel en in aanzienlijke mate kunnen fluctueren.

Voor wat betreft het tweede onderdeel van de klacht overweegt de commissie als volgt.

Naar haar oordeel zijn de uitingen van de ondernemer waartegen de consument bezwaar maakt niet misleidend in de zin van de wet.

De ondernemer stelt weliswaar dat zij 100% groene stroom aan de consument levert, terwijl de stroom die uit het stopcontact komt, een mix van zowel grijze als groene stroom is aangezien alle opgewekte stroom aan het landelijke net wordt geleverd en er geen directe lijn loopt van het windpark naar het stopcontact van de ondernemer.

Naar het oordeel van de commissie kan het gegeven dat er maar een soort stroom bestaat als een feit van algemene bekendheid worden aangemerkt, terwijl het systeem van de Certificaten van Oorsprong moet waarborgen dat de consument inderdaad de duurzaam door de ondernemer opgewekte stroom krijgt geleverd. De controle op deze gang van zaken wordt door CertiQ in overleg met de ACM uitgevoerd en onttrekt zich aan het zicht en de beoordeling van de commissie.

Het is de commissie aldus niet gebleken dat de ondernemer al dan niet bewust onjuiste niet op feiten gebaseerde informatie aan de consument heeft verstrekt.

Op grond van het bovenstaande is de klacht van de consument ongegrond.

Derhalve wordt beslist als volgt.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, de heer drs. L. van Rootselaar en de heer R.A. Timmer, leden, op 16 maart 2023.