Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: Informatieverstrekking
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
185805/196345
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De cliënt stelt dat de cardioloog hem onvoldoende heeft geïnformeerd over de uitslagen van bepaalde onderzoeken. De cliënt voelt zich niet serieus genomen.
De zorgaanbieder heeft de cliënt geïnformeerd dat er geen belangrijke afwijkingen zijn geconstateerd, maar de cliënt neemt hier geen genoegen mee. De cliënt heeft een uitnodiging tot een gesprek met de cardioloog afgeslagen.
Naar het oordeel van de commissie zijn partijen het oneens over de inhoud van het gesprek over de uitslagen. De commissie kan niet vaststellen wat er precies is gezegd en daarom moet de klacht ongegrond verklaard worden.
De uitspraak
in het geschil tussen
[naam], wonende te [plaats](hierna te noemen: de cliënt)
en
Groene Hart Ziekenhuis, gevestigd te Gouda
(hierna te noemen: de zorgaanbieder)
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 23 maart 2023 te Den Haag.
Partijen hebben ter zitting hun standpunten nader toegelicht.
Ter zitting werd de zorgaanbieder vertegenwoordigd door[naam], [organisatie], [naam], cardioloog, en [naam], bedrijfsjurist.
Onderwerp van het geschil
Cliënt stelt dat de cardioloog hem onvoldoende heeft geïnformeerd over de uitslagen van bepaalde onderzoeken.
Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dit op het volgende neer.
Cliënt heeft, na een verwijzing van zijn huisarts, op 29 november 2021 een Holteronderzoek en op 30 november 2021 een Echocardiogram ondergaan. De uitkomst van beide onderzoeken zijn in een medisch dossier vastgelegd. Cliënt is vervolgens niet door de cardioloog geïnformeerd over de uitslagen maar doorverwezen naar zijn huisarts. Hij had verwacht door de cardioloog beter geïnformeerd te worden.
Cliënt verwijt de zorgaanbieder dat deze in gebreke is geweest met betrekking tot het geven van voldoende uitleg over de uitslagen van het Holteronderzoek en het echocardiogram en dat de zorgaanbieder hem niet serieus heeft genomen. Hij is zonder enige uitleg naar de huisarts teruggestuurd. Omdat de huisarts dat nodig vond is cliënt niet voor niets naar de cardioloog verwezen. Hij verwacht dan ook een uitgebreid verslag van de bevindingen van de onderzoeken
Ter zitting heeft cliënt zijn standpunt als volgt nader toegelicht.
Hij is niet tevreden over de behandeling door de cardioloog. Cliënt heeft zelf een verslag moeten bijhouden voor het Holteronderzoek. Het resultaat van dit onderzoek heeft hij niet gekregen. De arts heeft hem tijdens het gesprek gevraagd wat hij kwam doen. Cliënt voelde zich op dat moment als een verkeerd bezorgd pakket dat moest worden teruggestuurd naar de verzender. De resultaten van de onderzoeken zijn niet teruggekoppeld naar het ECG dat de huisarts heeft gemaakt. Cliënt voelt zich niet serieus genomen.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De cardioloog heeft cliënt meegedeeld dat er geen belangrijke afwijkingen zijn geconstateerd: het echocardiogram is normaal en op het Holter zijn onschuldige overslagen vastgelegd, die cliënt niet voelt en die geen behandeling behoeven. Cliënt neemt hier blijkbaar geen genoegen mee.
De uitslagen zijn tijdens het bezoek op de poli netjes aan hem medegedeeld maar daar neemt cliënt om onduidelijke redenen geen genoegen mee. De cardioloog heeft cliënt naar aanleiding van zijn klacht uitgenodigd voor een aanvullend gesprek op de polikliniek maar dat wilde hij niet; er moest schriftelijk gereageerd worden.
De klachtencommissie heeft in juni 2022 de klacht van cliënt ongegrond verklaard en geoordeeld dat het protocol Holteronderzoek en Echocardiogram is gevolgd door de cardioloog, dat bij het Holteronderzoek en bij het echo-onderzoek geen belangrijke afwijkingen zijn geconstateerd en dat de cardioloog dit aan cliënt heeft meegedeeld.
De zorgaanbieder heeft zijn standpunt ter zitting als volgt nader toegelicht.
De cardioloog heeft aan cliënt meegedeeld dat op basis van de uitslagen van het onderzoek geen bijzondere afwijkingen zijn geconstateerd en heeft cliënt terugverwezen naar de huisarts. Tijdens het consult heeft cliënt desgevraagd aan de cardioloog meegedeeld dat hij zich goed voelde. De cardioloog heeft cliënt verteld dat de echo goed was. Er was slechts sprake van onschuldige overslagen in boezem en kamer. De Holteruitslag was niet zodanig dat cliënt zich zorgen zou moeten maken.
Beoordeling van het geschil
De commissie dient te oordelen of de cardioloog zorgvuldig heeft gehandeld met betrekking tot het geven van de uitslagen van de echocardiogram en het Holteronderzoek aan cliënt.
De commissie overweegt daartoe het navolgende:
De commissie stelt vast dat cliënt en de zorgaanbieder van mening verschillen over de inhoud van het gesprek dat zij hebben gehad over de uitslag van de onderzoeken en over de bejegening van cliënt door de arts tijdens het consult. De commissie kan onder deze omstandigheden niet uitmaken wie van beiden gelijk heeft omdat aan het woord van de één niet meer geloof gehecht kan worden dan aan het woord van de ander. Het is vaste jurisprudentie van de commissie dat, in gevallen als deze – waarbij de lezingen van beide partijen uiteenlopen en niet kan worden vastgesteld wat de feitelijke gang van zaken is geweest – de klacht van cliënt niet gegrond wordt verklaard. Dit oordeel berust niet op het uitgangspunt dat aan het woord van de cliënt minder geloof wordt gehecht dan aan dat van de zorgaanbieder, maar op de omstandigheid dat voor een beoordeling of onzorgvuldig is gehandeld eerst moet worden vastgesteld welke feiten daaraan ten grondslag liggen en de commissie deze feiten hier niet kan vaststellen. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de commissie de klacht ongegrond dient te verklaren.
Ten overvloede
De commissie betreurt het dat cliënt niet heeft willen instemmen met een nader gesprek met de cardioloog, zodat deze hem nogmaals had kunnen uitleggen dat cliënt zich, gelet op de uitslagen van de beide onderzoeken, geen zorgen hoeft te maken over de conditie van zijn hart. Door dit gesprek had cliënt wellicht het vertrouwen kunnen terugkrijgen dat de arts het beste met hem voor heeft gehad en hem wel degelijk serieus wilde nemen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mevrouw mr. P.W.M. de Wolf MSM, voorzitter, de heer prof. dr. J.W. Deckers, de heer mr. P.O.H. Gevaerts, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 23 maart 2023.