
Commissie: Telecommunicatiediensten
Categorie: Bevoegdheid
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: onbevoegdverklaring
Uitkomst: onbevoegd
Referentiecode:
212204/230887
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Dit geschil vloeit voort uit een overeenkomst tussen consument en ondernemer. Na het niet leveren
van de apparatuur door ondernemer heeft consument het abonnement opgezegd. Ondernemer heeft een opzegboete van € 1.755,02 aan consument opgelegd, omdat dit bij zakelijke abonnementen wordt gedaan. Consument stelt dat zij een particuliere overeenkomst met ondernemer is aangegaan en geen zakelijke. De commissie oordeelt dat uit de overeenkomst die is ondertekend door consument dat het een zakelijke overeenkomst is. Dat consument het niet zo bedoeld had, maakt in deze niet uit. Nu de commissie vast heeft gesteld dat de overeenkomst zakelijk is, verklaard de commissie zichzelf onbevoegd om te oordelen in dit geschil.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de commissie bevoegd is het geschil te behandelen.
De Geschillencommissie Telecommunicatiediensten (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 20 oktober 2023 te Den Haag.
De commissie heeft de behandeling van het geschil op basis van de stukken, zonder mondelinge behandeling, afgedaan.
Onderwerp van het geschil
(On-)bevoegdheid commissie.
Standpunt van de klager
Voor het standpunt van de klager verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De klager had een overeenkomst tot levering van diensten betreffende televisie met de ondernemer en heeft het contract stopgezet in verband met het niet leveren van diensten langer dan een maand. De klager heeft de ondernemer meer dan 20 keer gebeld om het probleem op te lossen, maar dat werd niet gedaan. In het laatste telefoongesprek heeft de klager meegedeeld te stoppen met de ondernemer. De ondernemer verontschuldigde zich en uitte zijn begrip.
Een maand later stuurde de ondernemer een brief waarin de klager werd meegedeeld dat zij € 1.755,02 moet betalen aan opzegboete. De klager heeft meer dan 30 keer met de ondernemer gebeld om een oplossing te vinden, maar vond geen gehoor. De klager is niet gehouden tot betaling van dit bedrag.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De klager nam bij de ondernemer een zakelijk abonnement af. Hiervan was zij op de hoogte. Uit gegevens van de ondernemer blijkt dat naar aanleiding van een bestelling tijdens een telefonisch contact op 22 augustus 2022 een bevestiging is gestuurd naar het e-mailadres van de klager. Uit de gegevens van de ondernemer blijkt ook dat de klant nadien meerdere telefonische contacten met de zakelijke klantenservice heeft gehad en door de klager is niet betwist dat sprake was van een zakelijk abonnement.
Verzocht wordt dit geschil niet-ontvankelijk te verklaren.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De vraag is aan de orde is of de klager als een consument valt aan te merken dan wel dat het hier om een zakelijke transactie gaat.
Wat haar bevoegdheid betreft, heeft de commissie volgens artikel 3, lid 1 van het reglement van de geschillencommissie telecommunicatiediensten (hierna: reglement) tot taak: “geschillen tussen consument en ondernemer te beslechten.”
Daarbij wordt volgens artikel 1 van het reglement onder consument verstaan: “de natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf (…).”
Uit hetgeen de klager heeft aangevoerd, blijkt dat zij zich erop beroept dat zij hier als natuurlijk persoon heeft gehandeld. De ondernemer betwist dat dit het geval is.
In reactie op het verweer heeft de klager het volgende aangevoerd. Zij heeft geen lopend contract met de ondernemer, het laatste contract is getekend op 28 januari 2021 en liep voor een periode van een jaar. De klager heeft geen contract getekend voor 2022. De ondernemer heeft de overeenkomst naar zakelijk veranderd, omdat de echtgenoot van de klager een klusbedrijf heeft. De klager heeft de ondernemer meermaals gebeld met de mededeling dat zij geen zakelijke rekening heeft voor haar privéwoning.
De commissie volgt de klager niet in haar standpunt.
Uit de stukken blijkt dat sprake is van een zakelijke overeenkomst tussen partijen. In de door de ondernemer overgelegde bestelbevestiging per e-mail staat immers met duidelijke woorden vermeld dat het gaat om een bevestiging van de bestelling op naam van [naam bedrijf]. In die e-mail staat ook met duidelijke woorden vermeld dat het gaat om een abonnement voor onder meer Zakelijk Internet Start Xtra en TV Start CI+. Verder staat daarin de verzenddatum 22 augustus 2022 van de bevestiging, alsook de duur van het abonnement van 36 maanden. Ook wordt daarin melding gemaakt dat de Algemene Voorwaarden Klein Zakelijk [naam ondernemer] van toepassing zijn. De klager heeft het voorgaande onvoldoende weerlegd. Gebleken is ook dat op dat adres een bedrijf wordt gevoerd. Het is de eigen verantwoordelijkheid van de klager als aanvrager van de overeenkomst de stukken goed te bekijken.
Op grond hiervan luidt de conclusie dat de klager niet kan worden aangemerkt als consument in de zin van
voormeld artikel 1 reglement, zodat de commissie niet bevoegd is om het geschil te behandelen.
Dit betekent dat de commissie niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht.
Op grond van het voorgaande acht de commissie zich onbevoegd het geschil te behandelen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart zich onbevoegd het geschil te behandelen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Telecommunicatiediensten, bestaande uit mevrouw mr. I.K. Rapmund, voorzitter, de heer N.A. Dammers, de heer mr. A.J. Verdaas, leden, op 20 oktober 2023.