
Commissie: Voertuigen
Categorie: Bevoegdheid
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
62482
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 17 april 2007 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een [merk en type] tegen de daarvoor te betalen prijs van € 40.209,33. De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 17 april 2007. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument, verwoord door diens vertegenwoordiger, luidt in hoofdzaak als volgt. In maart 2010 ging het motormanagement lampje van onderhavige auto branden. De consument is in april 2010, bij een kilometerstand van 85.254, alsmede in mei 2010 bij een kilometerstand van 85.995, bij de ondernemer geweest, teneinde onderhavige melding uit te laten lezen. Tweemaal is deze melding gereset. Hierbij zijn geen werkzaamheden verricht waarmee de storing zou worden opgelost. Dit bevestigt ook een van de medewerkers van de ondernemer, in een e-mail aan de consument op 31 mei 2011. In november 2010, bij een kilometerstand van 108.328, is de consument wederom bij de ondernemer geweest teneinde dezelfde storing uit te laten lezen. Opnieuw is de storing gereset. De consument is verteld dat deze storing slechts ‘sporadisch’ was. De consument zou gewoon door kunnen rijden. Na driemaal enkel de storing te hebben gewist, heeft de consument bij een kilometerstand van 120.038 en opnieuw oplichten van het motormanagement lampje, onderhavige auto ter reparatie aangeboden aan een andere garage nadat de consument alle vertrouwen in de ondernemer had verloren. Hierbij wil ik benadrukken dat de ondernemer maar liefst driemaal enkel en alleen de storing heeft gereset, zonder met een oplossing/constatering van het probleem te komen, althans hier een bijdrage in te leveren. Vervolgens heeft de andere garage de wagen gerepareerd. Zij constateerde het volgende: de distributieketting was opgerekt; er was een klem krom; er was een zuiger lek; de nokkenas was kapot. Uit nader onderzoek is gebleken dat de door de medewerker van de ondernemer ingenomen stelling(en), namelijk dat onderhavige storingen ‘sporadisch’ zijn, niet kloppen. Onderhavig probleem schijnt vaker voor te komen. De ondernemer is drie maal in de gelegenheid gesteld de storing te verhelpen. Alle keren heeft de ondernemer hierin geen oplossing geboden. De ingenomen stelling "gezien het feit dat u ons niet de gelegenheid hebt gegeven opnieuw diagnose te stellen (…) zullen wij niet ingaan op uw verzoek om een ruime tegemoetkoming (…)" bevreemdt mij dan ook ten zeerste. Normaliter moet een [erkend merk-reparateur] toch in de gelegenheid zijn een storing te kunnen achterhalen. Enkel het meermaals resetten hiervan getuigt van weinig professionaliteit, althans, van een toerekenbare schuld van alle gevolgschade, zoals hierboven genoemd. De consument is van mening dat bovengenoemde gebreken voorkomen hadden kunnen worden, indien de ondernemer een juiste diagnose had gesteld, althans, hierna adequaat de juiste werkzaamheden had verricht. De consument is reeds ruim € 5.000,– kwijt aan alle reparatiewerkzaamheden. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer, verwoord door diens vertegenwoordiger, luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer van mening dat de consument in deze aangelegenheid niet als consument/particulier dient te worden beschouwd, aangezien de auto door de consument zakelijk is aangeschaft, en wel middels zijn besloten vennootschap. Ter adstructie daarvan zie de factuur van de desbetreffende auto, welke aan voornoemde onderneming is toegezonden. De ondernemer is van mening dat de consument ten onrechte als consument/particulier beroep heeft gedaan op de Geschillencommissie in zoverre dat consumentenzaken betreft, en dat de onderhavige aangelegenheid dient te worden beoordeeld in het kader van de Geschillencommissie voor Beroep en Bedrijf. De deskundige bevestigt dat sporadisch opgeslagen storingen in het motormanagement over het algemeen worden gewist zonder een nadere diagnose. De deskundige heeft er nog aan toegevoegd dat de schade welke uiteindelijk is vastgesteld een mechanisch mankement betreft, hetwelk niet in relatie kan worden gezien tot de (sporadische) storingen in het motormanagement. Daarmee staat naar mening van de ondernemer in ieder geval reeds vast dat er derhalve ook geen causaal verband bestaat tussen de klacht van de consument jegens de ondernemer enerzijds, en de door de consument gestelde schade anderzijds. Daar komt bij dat reeds uit de klacht blijkt dat er slechts sprake is van een vermoeden van een onderlinge samenhang Naar mening van de ondernemer blijkt uit het rapport reeds evident duidelijk dat van een aantoonbaar causaal verband geen sprake is, reden waarom de klacht van de consument dient te worden afgewezen. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld. Zoals omschreven is de auto reeds in mei 2011 ingeruild. Het revisiebedrijf had helaas geen onderdelen bewaard. Echter, na het analyseren, het voeren van diverse telefoongesprekken en een bezoek aan de ondernemer om de diagnoserapporten te bespreken en de onderhoudshistorie in te zien, meen ik toch een beeld te kunnen schetsen van de ware toedracht. Bij de ondernemer heb ik gesproken met de aftersales manager. De auto heeft volgens voorschrift de onderhoudsbeurten gehad en wel op: 03-03-2008 bij 26.211 km; 08-07-2009 bij 60.536 km; 20-10-2010 bij 85.254 km; 06-05-2010 bij 85.595 km. Tevens is naar aanleiding van het storingslampje de impulssensor van de nokkenas vervangen. Hierbij is het distributiekettinghuis los geweest, aan de ketting was op dat moment niets verontrustends te zien, de ketting had geen overmatige speling. Op 30 november 2010 is de auto bij de reparateur geweest voor een reparatie aan de verlichting. Hierbij is geen melding gemaakt van een brandend storingslampje. Daarna is de auto niet meer bij de ondernemer geweest, de volgende onderhoudsbeurt is uitgevoerd bij de andere garage op 5 april 20011 bij kilometerstand 118.759. Tijdens deze beurt is ook de krukaspositiesensor vervangen, het storingslampje bleef echter branden. De consument heeft vervolgens een bijgeluid in de motor gehoord en heeft de auto naar de andere garage gereden. Omdat men hier niet direct het bijgeluid kon traceren, is een monteur van die garage naar [de dealer] in [een andere plaats] gereden. Onderweg daar naartoe is de distributieketting gebroken en de motor stukgelopen bij kilometerstand 120.038. Omdat [de andere dealer] een nieuwe (dure) cilinderkop wilde monteren, heeft de andere garage de auto zelf gerepareerd en de motor laten reviseren bij [een revisiebedrijf]. Het is niet duidelijk of de ketting gebroken is door overmatige rek of door een defecte kettingspanner. Enkele dagen na de revisie is ook de turbo stuk gelopen en is deze vervangen, of dit een gevolgoorzaak is van de stuk gedraaide motor is niet aantoonbaar. De ondernemer heeft wel duidelijk actie ondernomen naar aanleiding van opgeslagen storingen in het motormanagement, dit blijkt ook uit het reparatieoverzicht en het overzicht van diagnoseoverzichten in het dossier. Sporadisch opgeslagen storingen worden over het algemeen gewist zonder een nadere diagnose. Wel moet gezegd worden dat hier een mechanisch mankement betreft en dit niet in relatie tot het motormanagement kan worden gezien. Ook de motorolie was volgens voorschrift een synthetische olie met een viscositeit van 05-W30. Overigens was het raadzamer geweest om bij het horen van het bijgeluid niet meer met de auto te rijden als de oorzaak niet is vastgesteld. Hiermee had de grote reparatie voorkomen kunnen worden. De ondernemer betreurt het dat de auto een onderhoudsbeurt buiten de Volkswagen organisatie heeft gehad. De mogelijkheid voor het aanvragen van een coulanceregeling is in dat geval uitgesloten. De consument heeft vervolgens de auto ingeruild in mei 2011. Samenvattend meen ik dan ook te kunnen stellen dat ongeacht de oorzaak men redelijkerwijs niet mag verwachten dat een distributieketting/kettingspanner breekt bij deze kilometerstand. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie heeft kennis genomen van het deskundigenrapport. Allereerst dient de commissie het beroep op onbevoegdheid/niet ontvankelijkheid zijdens de ondernemer te beoordelen. Naar het oordeel van de commissie slaagt dit. Niet alleen is de factuur destijds gesteld op naam van de BV van de consument, laatstgenoemde heeft ter zitting bovendien erkend dat het een BTW auto betreft en dat deze in 50/50 verhouding privé en zakelijk wordt gebruikt. Daarmede is vast komen te staan dat de auto niet in overwegende mate privé wordt gebruikt en dient de verzoeker niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn verzoek. Gelet hierop behoeven de overige stellingen van partijen geen bespreking. Op grond van het voorgaande is de consument niet-ontvankelijk in zijn klacht. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De consument wordt in zijn klacht niet-ontvankelijk verklaard. Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 31 januari 2012.