Commissie onbevoegd door schikking voorafgaand aan zitting

De Geschillencommissie




Commissie: Kinderopvang    Categorie: Overeenkomst    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: onbevoegdverklaring   Uitkomst: onbevoegd   Referentiecode: 148187/163399

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument maakt ten behoeve van haar zoon gebruik van de buitenschoolse opvang van de ondernemer. De ondernemer heeft de overeenkomst eind vorig jaar eenzijdig gewijzigd en daar is zij het niet mee eens. De consument had voorheen een contract voor 48 weken opvang en dit contract heeft de aanbieder omgezet naar een contract voor 52 weken opvang. De ondernemer heeft ervoor gekozen om geen contracten, bestaande uit 48 weken opvang, meer aan te bieden. Het omzetten van de 48-weken-contracten naar 52-weken-contracten betekent namelijk een aanzienlijke administratieve besparing voor de aanbieder en voor de ouders/verzorgers, terwijl het geen extra kosten oplevert voor de ouders/verzorgers. De ondernemer heeft de consument voorafgaand aan de zitting een schikkingsvoorstel gedaan, waarin werd voorgesteld om haar contract (van 48 weken) voort te zetten tot het einde van de looptijd. De consument is hiermee akkoord gegaan. De commissie stelt vast dat er geen sprake meer is van een geschil tussen de consument en de ondernemer en verklaart zich onbevoegd om zich over de resterende klacht/vraag van de consument uit te laten.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
De klacht betreft het eenzijdig wijzigen van de overeenkomst door de ondernemer, wat betreft het aantal weken opvang per jaar.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument maakt ten behoeve van haar zoon gebruik van de buitenschoolse opvang van de ondernemer. De ondernemer heeft de overeenkomst eind vorig jaar eenzijdig gewijzigd en daar is zij het niet mee eens. De consument had voorheen een contract voor 48 weken opvang en dit contract heeft de aanbieder omgezet naar een contract voor 52 weken opvang. De consument zal echter geen gebruikmaken van die extra weken opvang, vanwege de vakantieperiodes. Zij wenst dat haar oude overeenkomst wordt voortgezet. Als onderbouwing voor de wijziging heeft de ondernemer aangegeven dat het haar geen extra kosten oplevert omdat zij een hogere toeslag zal krijgen van de Belastingdienst. Op deze manier worden echter toeslagen uitbetaald voor opvanguren waar de consument geen gebruik van wil/zal maken en dat vindt zij niet eerlijk tegenover de belastingbetaler.

De ondernemer hanteert aanvullende algemene voorwaarden maar die zijn erg ruim. Hierin staat namelijk dat de voorwaarden altijd door de ondernemer kunnen worden gewijzigd. De consument vraagt zich af of dat wettelijk gezien wel mogelijk is.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft ervoor gekozen om geen contracten, bestaande uit 48 weken opvang, meer aan te bieden. Het omzetten van de 48-weken-contracten naar 52-weken-contracten betekent namelijk een aanzienlijke administratieve besparing voor de aanbieder en voor de ouders/verzorgers, terwijl het geen extra kosten oplevert voor de ouders/verzorgers. De ondernemer heeft de consument voorafgaand aan de zitting een schikkingsvoorstel gedaan, waarin werd voorgesteld om haar contract (van 48 weken) voort te zetten tot het einde van de looptijd. De consument is hiermee akkoord gegaan.

Uit de door de ondernemer gehanteerde aanvullende voorwaarden blijkt dat de ondernemer bevoegd is om de aanvullende voorwaarden te wijzigen. Voorafgaand aan de zitting heeft de ondernemer de consument een schikkingsvoorstel gedaan, waarin werd aangegeven dat dit artikel uit de algemene voorwaarden zal worden aangepast. De consument is hier niet mee akkoord gegaan omdat zij hierover graag helderheid wil krijgen van de commissie. Ter zitting heeft de ondernemer nader toegelicht wat die aanpassing inhoudt. De ondernemer zal in het artikel nader specificeren in welke gevallen de ondernemer bevoegd is om de voorwaarden te wijzigen, bijvoorbeeld als de continuïteit van de locatie in gevaar komt. De ondernemer is er ter zitting van teruggekomen dat het mogelijk zou zijn om op basis van dat artikel de contracten met een looptijd van 48 weken aan te passen naar 52 weken.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Op grond van artikel 16, lid 1 van het reglement Geschillencommissie Kinderopvang (hierna: reglement) dient de commissie te beslissen over haar bevoegdheid. Aan de commissie is in artikel 3, eerste lid, van haar reglement de taak – en daarmee de bevoegdheid – toebedeeld geschillen tussen consument en ondernemer te beslechten. Er dient dus sprake zijn van een geschil.

Aangezien de ondernemer volledig is tegemoetgekomen aan de klacht van de consument, door het bestaande contract te continueren, is er geen sprake meer van een geschil tussen de consument en de ondernemer. De commissie heeft de consument daarom ter zitting gevraagd wat haar belang nog is bij onderhavige procedure. Hierop heeft de consument aangegeven dat zij graag van de commissie wil weten of de ondernemer een bepaling in de algemene voorwaarden mag hanteren, die inhoudt dat de voorwaarden altijd mogen worden gewijzigd. Aangezien die vraag niet (langer) aan een concreet geschil ten grondslag ligt, en de commissie enkel bevoegd is om geschillen te beslechten, zal de commissie zich onbevoegd verklaren kennis te nemen van de klacht/vraag.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie stelt vast dat er geen sprake meer is van een geschil tussen de consument en de ondernemer en verklaart zich onbevoegd om zich over de resterende klacht/vraag van de consument uit te laten.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. dr. E. Venekatte, voorzitter, mevrouw A.J.M. van Hoesel – de Haas, de heer drs. H. Grachten, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. N. Sewradj, secretaris, op 18 juli 2022.