Commissie onbevoegd: geen sprake van overeenkomst op afstand.

De Geschillencommissie




Commissie: Thuiswinkel    Categorie: Bevoegdheid    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 46871

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een in of omstreeks juni 2010 tussen partijen tot stand gekomen koopovereenkomst.   De consument heeft de klacht op 19 juli 2010 voorgelegd aan de ondernemer.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Tussen partijen is niet in geschil dat zij in of omstreeks juni 2010 een koopovereenkomst hebben gesloten. De vraag rijst echter of sprake is van een overeenkomst op afstand. Voor zover hier van belang heeft de commissie volgens artikel 3 van haar Reglement immers (alleen) tot taak geschillen te beslechten voor zover deze betrekking hebben op de totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten van verkoop op afstand.   Bij een overeenkomst op afstand wordt, in het kader van een door de ondernemer georganiseerd systeem voor verkoop op afstand, tot en met het sluiten van de overeenkomst uitsluitend gebruik gemaakt van één of meer technieken voor communicatie op afstand. Dat de ondernemer stelselmatig zaken aanbiedt via het internet, laat onverlet dat de consument zelf stelt dat hij vóór het sluiten van de overeenkomst op 24 mei 2010 in de showroom is geweest om naar diverse meubelen te kijken en toen ook met (een verkoper van) de ondernemer heeft gesproken, waarna hij op basis van door (de verkoper van) de ondernemer toegezegde eigenschappen op 22 juni 2010 telefonisch een bestelling heeft geplaatst naar aanleiding van een showroommodel die op de website stond. Hij stelt ook naar aanleiding van het showroommodel zelf naar de ondernemer te hebben opgebeld om de bestelling te doen.   Dat partijen in elkaars aanwezigheid onderling hebben gecommuniceerd in verband met de te sluiten overeenkomst, brengt in dit geval mee dat geen sprake is van een overeenkomst op afstand in de zin van Europese en Nederlandse wetgeving. In de parlementaire geschiedenis is nadrukkelijk aangegeven dat “Een overeenkomst op afstand wordt (…) gekenmerkt door het gebruik van een of meer technieken voor communicatie op afstand. Hiervan is sprake (…) indien de partijen niet gelijktijdig persoonlijk aanwezig zijn tijdens hun onderlinge communicatie.” (Memorie van Toelichting, Kamerstukken Tweede Kamer, 26 861, nr. 3, p. 17).   Het voorgaande leidt tot de slotsom dat geen sprake is van een overeenkomst op afstand, zodat de commissie gelet op artikel 3 van haar Reglement niet bevoegd is het geschil te behandelen. Daarom wordt als volgt beslist.   Beslissing   De commissie verklaart zich onbevoegd het geschil te behandelen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel op 8 november 2010.