Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: (On)bevoegdheid
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: onbevoegd
Referentiecode:
161819/173405
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Cliënt beklaagt zich erover dat de zorgaanbieder het advies geeft aan patiënten om tot vaccinatie tegen Covid over te gaan. Volgens de zorgaanbieder klaagt cliënt continu hierover. Er zijn meerdere klachten in behandeling bij de zorgaanbieder, bij Tuchtcolleges en bij deze commissie. De zorgaanbieder heeft het landelijk Covidbeleid gevolgd. Met het advies geeft de zorgaanbieder gehoor aan het vaccinatieadvies van de overheid ter bescherming van de publieke gezondheid. Dit valt buiten de bevoegdheid van de Commissie.
De uitspraak
in het geschil tussen
[Naam], wonende te [woonplaats](hierna te noemen: de cliënt)
en
Stichting Sint Antonius Ziekenhuis, gevestigd te Nieuwegein
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 18 oktober 2022 te Utrecht.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.
Onderwerp van het geschil
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder.
Het geschil betreft het advies van de zorgaanbieder aan patiënten om tot vaccinatie tegen Covid over te gaan. De cliënt is het niet eens met de uitvoering door de zorgaanbieder van overheidsbeleid met betrekking tot Covidmaatregelen en -adviezen.
Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De cliënt beklaagt zich over het feit dat de zorgaanbieder hem op 30 november 2021 het gevaarlijke en niet onderbouwde advies heeft gegeven om zich tegen Covid te laten vaccineren. De cliënt heeft de zorgaanbieder in een brief van 10 januari 2022 gewezen op de bewezen gezondheidsschade van het vaccin (irreversibele aantasting van het immuunsysteem) en de onbekende langetermijneffecten. De zorgaanbieder heeft niet op die brief gereageerd.
De cliënt verwijt de zorgaanbieder het met opzet zaaien van irrationele paniek en het verkeerd besteden van betaalde zorgverzekeringspremies. Ten onrechte heeft de zorgaanbieder het landelijk Covidbeleid kritiekloos opgevolgd en gekopieerd. Het vertrouwen in de zorgaanbieder en zijn medewerkers is bij de cliënt aanzienlijk afgenomen. De cliënt stelt door de handelwijze van de zorgaanbieder geestelijke schade te hebben geleden en verlangt daarvoor een schadevergoeding van € 1.000,–.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De zorgaanbieder merkt vooraf op dat de cliënt voortdurend klaagt over het beleid van het ziekenhuis. Er zijn meerdere klachten van de cliënt in behandeling bij de zorgaanbieder zelf, bij Tuchtcolleges en bij de Geschillencommissie.
In de onderhavige klacht heeft de zorgaanbieder, anders dan de cliënt stelt, wel degelijk gereageerd op de brief van de cliënt van 10 januari 2022 en wel per email van 26 januari 2022.
De klacht van de cliënt heeft betrekking op het beleid van het ziekenhuis zoals dat – toentertijd – landelijk in de Covidperiode geldend was; ditmaal op het advies aan patiënten zich te laten vaccineren. De discussie die de cliënt aangaat heeft derhalve geen betrekking op zijn medische behandeling maar betreft een weergave van zijn opvattingen over en analyses van algemene informatie, maatregelen en beleid in
Covid-tijd. Hierover kan bij de commissie niet worden geklaagd. De zorgaanbieder is dan ook van mening dat de commissie zich onbevoegd dient te verklaren.
De zorgaanbieder heeft het landelijk Covidbeleid gevolgd. Het kan zijn dat een patiënt zich daarin niet kan vinden, maar dat geeft de zorgaanbieder geen verplichting om daarover de discussie met een patiënt aan te gaan.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie stelt vast dat de klacht van de cliënt zich richt op de uitvoering door de zorgaanbieder van het overheidsbeleid met betrekking tot Covidmaatregelen en -adviezen. De klacht van de cliënt is gericht tegen het advies van de zorgaanbieder aan patiënten om zich te laten vaccineren tegen Covid. De cliënt stelt dat dat advies overbodig en schadelijk zou zijn en heeft ter onderbouwing van zijn klacht gewezen op gezondheidsschade van het vaccin en haalt diverse rapporten van deskundigen aan die zijn standpunt zouden onderbouwen. Met het advies heeft de zorgaanbieder echter gehoor gegeven aan het vaccinatieadvies van de overheid ter bescherming van de publieke gezondheid. Dit advies valt buiten de kaders van artikel 3 lid 1 van het reglement. De commissie is dan ook niet bevoegd om hier een oordeel over te geven.
Op grond van het voorgaande acht de commissie zich onbevoegd het geschil te behandelen.
Ten overvloede merkt de commissie nog op dat de cliënt door op deze wijze overheidsbeleid aan de kaak te stellen de zorgaanbieder dwingt om geld dat aan zorgverlening kan worden besteed uit te geven aan klachtenbehandeling. Nu de cliënt zich, zoals hij stelt, zorgen maakt over de besteding van zorgkosten en premies kan het voorgaande een goede overweging zijn om niet lichtvaardig tot het indienen van een klacht of het aanhangig maken van een geschillen- of tuchtprocedure over te gaan.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart zich onbevoegd het geschil te behandelen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer dr. J.P. Snellen en de heer mr. P.O.H. Gevaerts, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 18 oktober 2022.