commissie onbevoegd waar de klacht ziet op de kwaliteit van de lesstof en de tentaminering

De Geschillencommissie




Commissie: Particuliere Onderwijsinstellingen    Categorie: Ontvankelijkheid/Bevoegdheid    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 116890

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit de weigering van de ondernemer om het verzoek van de consument om over te gaan tot een herbeoordeling te honoreren, en ziet voorts op de toetsingscriteria die de ondernemer bij de beoordeling van het door de consument ingediende stuk heeft gehanteerd. Ook ziet hij op de kwaliteit van de lesstof, de tentaminering en de gegeven feedback.
De consument heeft op 4 oktober 2017 haar klacht schriftelijk bij de ondernemer neergelegd.

Het standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

In september 2017 heeft zij de door haar ingediende paper tot haar verbazing als onvoldoende beoordeeld retour gekregen. De hierbij door de docent gegeven feedback was haar niet duidelijk. Er zat ook een fout in de opdracht. De consument heeft hierover diverse vragen bij de ondernemer neergelegd en in afwachting van de beantwoording daarvan, omdat zij haast had, zelf al het nodige in de paper aangepast. Die is vervolgens als voldoende beoordeeld. Maar ook nu weer is de gegeven feedback ontoereikend voor de consument. Op deze manier leert zij niets van de opdrachten.
De consument is niet tevreden over de inhoud van de opleiding, de kwaliteit en de wijze waarop feedback wordt gegeven. Zij verwacht meer ondersteuning van de docent.
De consument wil dat haar paper nogmaals beoordeeld wordt en deze keer op zorgvuldige wijze. Daarnaast wil zij een excuus van de ondernemer. Ook moet de fout in de opdracht worden gecorrigeerd.

Ter zitting heeft de consument verteld dat zij op de door de ondernemer aangewezen weg, online, bezwaar heeft aangetekend en vervolgens beroep. Het gesprek dat op 2 november 2017 heeft plaatsgevonden vond in dat kader plaats. Haar is in dat gesprek gezegd dat zij zich, als zij zich niet kon vinden in het standpunt van de ondernemer, maar tot de commissie moest wenden. Dat heeft zij gedaan. Zij vraagt zich af hoe en waar zij haar recht moet halen als zij niet bij de commissie terecht kan met deze klacht.

Het standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Aan de consument stond, toen haar paper met een onvoldoende was beoordeeld, de mogelijkheid van het indienen van bezwaar open. Zij heeft deze weg niet bewandeld, doch slechts e-mails met een aantal vragen aan de ondernemer gestuurd. Intussen heeft de consument haar paper aangepast en toen kreeg zij wel een voldoende. Tegen deze beoordeling heeft zij evenmin bezwaar ingediend.
Deze kwestie kan überhaupt niet aan de commissie worden voorgelegd omdat de uitzonderingssituatie van artikel 16 negende lid van de algemene voorwaarden van de brancheorganisatie zich voordoet. Ook betreft het geen geschil over geleverde diensten of zaken maar de beoordeling van het werk van onafhankelijke examinatoren. Eerdere uitspraken van de commissie bevestigen ook dat zij zich in dit soort zaken niet bevoegd acht.

Ter zitting heeft de gemachtigde toegelicht dat bij de ondernemer geen bezwaar en beroep van de consument bekend is. Het is niet mogelijk de consument anders te behandelen dan andere studenten door haar alsnog de gelegenheid te bieden bezwaar te maken nu de bezwaartermijn verlopen is.

De beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie stelt voorop dat, gezien de toelichting van de consument, haar bezwaren in de kern betrekking hebben op de kwaliteit van de lesstof en de (wijze van) beoordeling van haar paper door de ondernemer. Ingevolge de toepasselijke branchevoorwaarden had de consument ten aanzien daarvan de interne bezwaar- en beroepsregeling bij de ondernemer moeten volgen. Onomstreden tussen consument en ondernemer is namelijk dat de opleiding een NVAO-geaccrediteerde opleiding is. Volgens de toepasselijke Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW) had de consument zich daarom moeten wenden tot de Examencommissie bij de ondernemer. De ondernemer heeft betwist dat zij zulks heeft gedaan en de consument heeft haar stelling dat dit wel zo is niet voldoende nader aannemelijk gemaakt.

Voor zover de klacht de kwaliteit van de lesstof en tentaminering betreft, komt de commissie niet de bevoegdheid toe hierover te oordelen. Hiervoor zijn andere wegen aangewezen. Het is niet mogelijk hier ten behoeve van de consument een uitzondering op te maken.

De commissie beslist als volgt.

Beslissing

De commissie verklaart zichzelf onbevoegd waar de klacht ziet op de kwaliteit van de lesstof en de tentaminering, waaronder de beoordeling van haar paper.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Particuliere Onderwijsinstellingen, bestaande uit
mr C.H. van Breevoort-de Bruin, voorzitter,
mr. P. Rijpstra en mr. F.E. Duveen, leden, op 14 augustus 2018.