Commissie: Installerende bedrijven
Categorie: Kosten / Non conformiteit
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: tussenadvies
Uitkomst: meer informatie nodig
Referentiecode:
95573/114987
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument klaagt over de door de ondernemer geïnstalleerde warmtepomp. De door de commissie ingeschakelde deskundige kon slechts een waarschijnlijke oorzaak van de problemen met de waterpomp aanwijzen. De deskundige is van mening dat de warmtepomp onderhouden moet worden, waarna eventuele storingen opgespoord moeten worden. De commissie is van oordeel dat zij meer informatie nodig heeft om bindend te adviseren. Daarom verzoekt de commissie de consument om eerst herstelwerkzaamheden uit te laten voeren en vervolgens de door de reparateur geconstateerde bevindingen als aanvullende informatie in het geding te brengen. Op een later moment is einduitspraak gedaan.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 21 januari 2022 te Utrecht.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.
De consument heeft ter zitting het standpunt toegelicht. Door de ondernemer is geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting het standpunt toe te lichten.
De consument werd ter zitting bijgestaan door mr. [naam].
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 17 juli 2017 gesloten overeenkomst tussen partijen, waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot de verkoop, levering en installatie van een hybride warmtepomp ([naam]), tegen betaling door de consument van een bedrag van € 4.550,–.
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
In december 2020 heeft de consument gebreken aan de warmtepomp geconstateerd. Deze sloeg regelmatig af waardoor de cv-ketel het over moest nemen. De consument heeft hierover contact opgenomen met de ondernemer, maar dat heeft niet tot een oplossing geleid. De consument heeft de ondernemer formeel in gebreke gesteld en verzocht om herstel. De ondernemer heeft daarop tot tweemaal toe een monteur langs gestuurd, maar deze hebben het probleem niet kunnen verhelpen. Het probleem is zelfs dusdanig verergerd dat de warmtepomp nu helemaal niet meer werkt. In plaats van te zorgen voor een oplossing heeft de ondernemer nog een tweetal facturen aan de consument gestuurd voor monteurs die langs zijn geweest naar aanleiding van de ingebrekestelling. De ondernemer bleek enkel nog bereid om enige vorm van herstel uit te voeren tegen betaling van (een van) de facturen. De consument is het hier niet mee eens en verlangt dan ook kosteloos herstel op basis van non-conformiteit van de warmtepomp.
In reactie op het deskundigenrapport heeft de consument het volgende naar voren gebracht. De deskundige geeft aan dat de warmtepomp niet meer functioneert en dat de oorzaak daarvan waarschijnlijk komt door te weinig koudemiddel. Dit vermoeden is al reeds op 11 februari 2021 uitgesproken door monteurs van fabrikant [naam]. De inzet van de procedure (en het inschakelen van de deskundige) was nu juist om dit ook duidelijk te krijgen. Acht maanden nadat het geschil bij de commissie is aangemeld, is hier nog altijd geen duidelijkheid over. De ingeschakelde deskundige is niet de juiste gebleken om dit te kunnen constateren. De consument ziet zich dan ook nog steeds geconfronteerd met het feit dat zijn warmtepomp niet werkt en dat de oorzaak van het probleem nog steeds niet is vast komen te staan. Het is vanzelfsprekend van groot belang om de oorzaak van het probleem vast te kunnen stellen met het oog op de juridische gevolgen die dat heeft. In de tussentijd lopen de hogere energiekosten voor de consument door. De consument verzoekt de commissie om aan te geven of deze nog een deskundige in zal schakelen die het probleem wel kan constateren en op welke termijn, dan wel dat de consument de herstelwerkzaamheden uit kan laten voeren en het opleveringsrapport in het geding brengt. Uit dit rapport zal dan ook de oorzaak van het probleem moeten blijken.
Het is onjuist dat er nooit onderhoud heeft plaatsgevonden. De consument heeft wel degelijk onderhoud uit laten voeren door [naam] en had in dat kader ook een onderhoudscontract afgesloten. Naar achteraf blijkt was [naam] niet in het bezit van de juiste certificaten om dergelijk onderhoud uit te voeren, reden waarom de consument het onderhoudscontract heeft beëindigd. Voor wat betreft het onderhoudscontract dat door de ondernemer is aangeboden wil de consument niet onbenoemd laten dat ook de ondernemer niet beschikt over de juiste certificaten om het onderhoud uit te mogen voeren aan de warmtepomp. Dat de ondernemer niet bevoegd en niet kundig is om dergelijk onderhoud uit te voeren werd dit jaar eens te meer duidelijk toen de ondernemer naar de warmtepomp van de consument is komen kijken. Er zijn toen enkel onderdelen vervangen die niet defect waren en na het bezoek van de ondernemer werkte de warmtepomp helemaal niet meer. Daar bovenop werden er ook nog kosten voor dit bezoek bij de consument in rekening gebracht. Al zou er in tweeënhalf jaar geen onderhoud zijn uitgevoerd aan de warmtepomp, dit mag er nog niet toe leiden dat de warmtepomp in zijn geheel niet meer werkt.
Kort voor de zitting heeft de consument duidelijk gemaakt dat hij niet langer herstel en dus nakoming van de overeenkomst van de ondernemer vordert, maar vergoeding van de door hem geleden schade. Deze bestaat enerzijds uit de kosten die gemoeid zijn met herstel, zijnde € 550,–. Anderzijds bestaat deze schade uit de (veel) hogere energierekening die de consument heeft ontvangen als gevolg van het feit dat zijn warmtepomp niet meer werkt. Uit de eindafrekeningen over de jaren 2017, 2018, 2019, 2020 en 2021 valt af te leiden dat tot eind 2020 (het moment waarop de warmtepomp gebreken is gaan vertonen) het gemiddelde gasverbruik rond de 270m3 per jaar lag. Daarna is het gasverbruik hard gestegen. Tussen 30 juni 2020 en 20 juni 2021 is het gasverbruik gestegen naar 701m3. Tussen januari 2021 en januari 2021 is het verbruik zelfs 1383m3 geweest. De consument heeft dus over de periode dat de warmtepomp niet heeft kunnen functioneren 1113m3 (1383 – 270) meer verbruikt dan normaal. Uitgaande van de gasprijs die de consument momenteel betaalt, zijnde € 0,91 per m3, is de schade die hij hierdoor heeft geleden € 1.012,83. In totaal vordert de consument dan ook een totaalbedrag van € 1.562,83 van de ondernemer.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen (schriftelijk) verweer gevoerd. De ondernemer is wel aanwezig geweest bij het door de deskundige op 18 oktober 2021 uitgevoerde onderzoek.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport van 1 december 2021, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.
Warmtepomp functioneert niet meer, oorzaak waarschijnlijk te weinig koudemiddel, ook dient er onderhoud aan de warmtepomp te worden uitgevoerd.
Als mogelijke technische oplossing vermeldt de deskundige het volgende. Er dient onderhoud aan de warmtepomp te worden uitgevoerd door een F-gassen gecertificeerd bedrijf (BRL100). Wanneer onderhoud is uitgevoerd zal de warmtepomp installatie opnieuw in gebruik moeten worden gesteld en indien noodzakelijk zal de storing moeten worden opgezocht en worden verholpen. Van deze werkzaamheden dient een opleveringsrapport te worden gemaakt.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie acht zich onvoldoende voorgelicht om een bindende eindbeslissing in deze zaak te kunnen nemen. De deskundige heeft geconstateerd dat de warmtepomp niet meer functioneert, dat de oorzaak waarschijnlijk te weinig koudemiddel is en dat er onderhoud dient te worden uitgevoerd. De commissie heeft behoefte aan nadere informatie. Het is echter moeilijk voorstelbaar hoe er grondiger onderzoek aan de warmtepomp uitgevoerd kan worden, zonder de installatie ‘uit elkaar te halen’.
De commissie heeft overwogen om (nader) onderzoek te laten verrichten door een volgende deskundige. Daar zal de commissie niet toe beslissen, omdat er al lange tijd met de zaak en het uitgevoerde onderzoek gemoeid is geweest. Voorts is de verwachting dat een volgende deskundige ‘van de buitenkant’ evenmin met voldoende mate van zekerheid de oorzaak kan vaststellen in die zin, dat de commissie op basis daarvan ook een conclusie kan trekken over de aansprakelijkheid voor die oorzaak.
Dat leidt ertoe dat de commissie de consument verzoekt om eerst herstelwerkzaamheden uit te laten voeren en vervolgens de door de reparateur geconstateerde bevindingen als aanvullende informatie in het geding te brengen. De ondernemer krijgt dan de gelegenheid te reageren. Daarna zal de commissie een beslissing nemen.
De commissie geeft partijen in overweging om in onderling overleg te treden over de vraag door wie en op welk moment de reparatie uitgevoerd zal worden. Voorts kan in het overleg de eventuele aanwezigheid van de ondernemer bij de herstelwerkzaamheden besproken worden, en de mogelijkheid om de fabrikant [naam] bij een en ander te betrekken.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De hiervoor verlangde aanvullende informatie wordt na ontvangst door de commissie in afschrift aan de ondernemer gezonden. Deze wordt in de gelegenheid gesteld daarop binnen twee weken een schriftelijke reactie aan de commissie kenbaar te maken. De commissie zal vervolgens zonder nadere mondelinge behandeling op basis van de stukken bindend adviseren.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven, bestaande uit de heer mr. J.P.C. van Dam van Isselt, voorzitter, de heer P.A. Frank, mevrouw mr. W. van den Berg, leden, op 21 januari 2022.