Commissie: Recreatie
Categorie: Vergoeding
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REC07-0146
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de besteding van een kampeerbon. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument kampeert al jaren in [plaatsnaam]. In 2004 leed hij een behoorlijke schade als gevolg van een muizenplaag. De toenmalige ondernemer gaf de consument ter compensatie een kampeerbon voor negen nachten. Op 4 september 2007 wilde de consument vijf van de negen nachten boeken en betalen met een deel van de kampeerbon. De ondernemer deelde hem echter mee dat de bon niet kon worden gesplitst. De ondernemer verstrekte uiteindelijk een nieuwe bon voor vier nachten, maar op de bon werd als vervaldatum 2007 ingevuld. De resterende nachten moesten dus in het najaar van 2007 worden opgenomen. De consument had daarvoor echter geen vakantiedagen meer beschikbaar en wenste de bon in het voorjaar van 2008 te besteden. Hierover kon geen overeenstemming worden bereikt met de ondernemer. De consument is het er niet mee eens dat de ondernemer eenzijdig de voorwaarden verandert. Op de oorspronkelijke bon is geen vervaldatum ingevuld en wordt ook niet vermeld dat de bon niet kan worden gesplitst. De consument verlangt een nieuwe bon zonder ingevuld jaartal en zonder aanvullende voorwaarden voor een door hem zelf uitgekozen plaats. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De kampeerbon is gegeven uit coulance. De consument wilde de bon in 2007 gedeeltelijk verzilveren en de resterende dagen in 2008 opmaken. De ondernemer heeft de consument meegedeeld dat de bonnen in principe één jaar geldig zijn. Uit coulance heeft de ondernemer echter aangeboden de resterende dagen later in het seizoen in 2007 te verzilveren. Hiermee was de consument het niet eens. Er is geen geldigheidsduur op de kampeerbon vermeld, maar een geldigheidsduur van vier jaar en dan nog onderbroken, is niet reëel. Ter zitting geeft de ondernemer nog de volgende toelichting. De huidige ondernemer heeft veel geïnvesteerd in de camping en heeft er voor gezorgd dat de waardering van twee naar vier sterren is gestegen. De prijzen zijn daardoor sinds 2004 met wel 100% gestegen. Het is niet reëel indien de bon zo lang na uitgifte wordt besteed, omdat de huidige waarde van de bon in geen verhouding staat tot de reden waarom deze indertijd werd verstrekt. De ondernemer heeft alsnog aangeboden dat de resterende dagen in het voor- of naseizoen van 2008 kunnen worden besteed. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie stelt vast dat er geen geldigheidsduur op de kampeerbon is ingevuld. De consequentie hiervan is dat de geldigheidsduur onbeperkt is. De (vorige) ondernemer had dit kunnen voorkomen door een jaartal in te vullen. De commissie is echter van mening dat het algemeen gebruikelijk is dat een bon voor een bepaalde periode (of bepaald bedrag) in één keer moet worden gebruikt. Aangezien de consument de periode wilde splitsen, is het in beginsel niet onredelijk dat de ondernemer hieraan alleen zijn medewerking wilde verlenen onder voorwaarden. De commissie is van oordeel dat het laatste aanbod van de ondernemer, inhoudende dat de resterende dagen in voor- of naseizoen van 2008 zouden moeten worden besteed, redelijk is. Aangezien dit aanbod werd gedaan nádat de consument zijn klacht bij de commissie had ingediend en het te billijken is dat de consument de uitspraak van de commissie wilde afwachten, is het gevolg dat bij ontvangst van dit advies het voorseizoen van 2008 al bijna voorbij zal zijn. De commissie bepaalt daarom op grond van redelijkheid en billijkheid dat de periode waarbinnen de resterende dagen moeten worden gebruikt op voor- of naseizoen 2008 of voorseizoen 2009 vóór 1 juni 2009. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer zal de consument in de gelegenheid stellen de resterende dagen van de kampeerbon aaneengesloten te besteden in het voor- of naseizoen van 2008 of voorseizoen van 2009 vóór 1 juni van dat jaar. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 90,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 21 april 2008.