Commissie: Installerende bedrijven
Categorie: Ondeugdelijke levering / (non-)conformiteit
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
59242
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op of omstreeks 29 september 2008 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en installeren van een CV-ketel tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 2.115,– inclusief BTW. De levering en installatie vond plaats op of omstreeks 6 november 2008. De consument heeft op 19 mei 2011 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. De consument heeft een bedrag van € 100,54 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De door de ondernemer geleverde ketel voldoet niet aan de verwachtingen die de consument daar redelijkerwijs op grond van de gesloten koopovereenkomst van mocht hebben. Meer in het bijzonder voert de consument aan dat na 2,5 jaar de klepmotor defect bleek te zijn. Deze moest vervangen worden en de ondernemer heeft daarvoor een factuur gestuurd. De consument is van mening dat hij na zo korte tijd een dergelijke reparatie niet had hoeven te verwachten. Hij gaat er van uit dat een dergelijke klep 15 jaar mee moet gaan. Hij acht het daarom redelijk dat hem slechts een beperkt deel van de kosten in rekening wordt gebracht, € 16,76. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Ik heb geprobeerd om de kwestie op te lossen met de ondernemer, maar daar viel niet mee te praten. De ondernemer toont niet aan dat er een causaal verband bestaat tussen de omstandigheid dat geen onderhoud is gepleegd en het defect raken van het onderdeel. Dat is er ook niet. Ik heb de ketel bij de ondernemer gekocht en die heeft mij gezegd dat deze de eerste twee jaar geen onderhoud behoefde. Vervolgens ben ik vergeten om tijdig een onderhoudscontract aan te vragen. De consument verlangt matiging van de factuur tot € 16,76, met aftrek van de kosten voor een aangetekende brief ad € 7,–. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Gelet op de omvang van de periode na installatie, 29 maanden, is de garantie op de ketel verstreken. De consument heeft een onderhoudsverplichting. Volgens de garantievoorwaarden van de fabrikant dient jaarlijks onderhoud te worden gepleegd. Desondanks heeft hij na installatie van de ketel geen onderhoud meer laten uitvoeren. De fabrikant geeft 24 maanden garantie, op voorwaarde dat de ketel wordt onderhouden. Die termijn is ook verstreken en de ketel heeft geen onderhoud gehad. Om voormelde redenen verlangt de ondernemer betaling van de factuur, vermeerderd met administratieve kosten tot een bedrag van € 200,–. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Het onderdeel in kwestie, een klepmotor, is een onderdeel waarvan de goede werking niet afhankelijk is van onderhoud. In de Technische Informatie van de fabrikant van de ketel worden in hoofdstuk 13 (“inspectie- en onderhoudsvoorschriften”) om die reden voor dat onderdeel geen onderhoudshandelingen voorgeschreven. De consument hoefde niet te verwachten dat dit onderdeel zo snel al defect zou raken. Nu dat toch is gebeurd, heeft de ketel niet voldaan aan hetgeen de consument op grond van de gesloten overeenkomst mocht verwachten en had dit onderdeel gratis vervangen moeten worden. De commissie zal dan ook beslissen als na te melden. Beslissing De ondernemer crediteert de consument voor een bedrag van € 100,54. Betaling zal plaatsvinden door verrekening met het depot. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag van € 100,54 als volgt verrekend: het gehele bedrag wordt terugbetaald aan de consument. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 160,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven op 20 september 2011.