Consument behoeft niet vooraf het gehele aankoopbedrag te betalen.

  • Home >>
  • Wonen >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Wonen    Categorie: Prijs    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 64962

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 7 juli 2011 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een complete keuken met inbouwapparatuur en het verrichten van overeengekomen werkzaamheden tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 16.500,–. De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 9 december 2011.   Het geschil gaat over de vraag of de ondernemer volledige vooruitbetaling van de gehele aankoopprijs mocht verlangen en met name of de consument eventuele schade, die hij heeft geleden door dat aanvankelijk niet te doen en het dientengevolge niet leveren van de keuken kan verhalen.   De consument heeft op 16 november 2011 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   De consument heeft er bezwaar tegen gemaakt dat de ondernemer betaling verlangde tien dagen voor levering van de keuken. De consument heeft ook geweigerd de betaling te verrichten. De ondernemer heeft daarop geweigerd de keuken te leveren. Omdat de ondernemer de betreffende aanbetaling op grond van de [branche]-voorwaarden en op grond van de wet niet mag eisen heeft de ondernemer ten onrechte de keuken niet geleverd. De schade die de consument daardoor geleden heeft dient de ondernemer dan ook te vergoeden. Het niet voldoen aan het verzoek van de ondernemer om eerdere betaling in strijd met de [branche]-voorwaarden en de wet mag immers niet aan de consument worden toegerekend.   De consument verlangt compensatie van de geleden schade, bestaande uit vrij genomen dagen, kosten vanwege de afwezigheid van een keuken en de hypotheeklasten voor een woning die praktisch onbewoonbaar was.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Bij de totstandkoming van de overeenkomst is afgesproken dat de gehele koopprijs vooruit betaald moest worden. Als de consument zich daar niet aan houdt en als daardoor stagnatie ontstaat komt dat voor rekening van de consument. Dat kan de ondernemer niet verweten worden. De betalingsregeling maakt deel uit van hetgeen tussen ondernemer en consument is afgesproken en dat de [branche]-voorwaarden en de wet iets anders bepalen doet daaraan niet af. Een consument moet nakomen wat is overeengekomen.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Zowel in de [branche]-voorwaarden als in artikel 7:26 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek is bepaald dat een ondernemer geen volledige betaling vooraf kan verlangen. Het wettelijk systeem is ook van dwingend recht, contractspartijen kunnen door een onderlinge overeenkomst de werking van die bepaling niet opzij zetten. Een bepaling waarbij van de wet wordt afgeweken moet als onredelijk bezwarend worden aangemerkt.   De commissie verwijst hieromtrent naar een uitspraak van het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage (Hof ‘s-Gravenhage 6 juli 2004, NJ 2004/483 – Kort geding), waarin dat Gerechtshof heeft overwogen:   Gelet op het bepaalde in artikel 7:26 lid 2 BW kan bij een consumentenkoop de koper tot vooruitbetaling van ten hoogste de helft van de koopprijs worden verplicht. Indien in geval van een consumentenkoop van deze bepaling bij algemene voorwaarden wordt afgeweken ten nadele van de koper worden de desbetreffende bedingen blijkens het bepaalde in artikel 7:6 BW als onredelijk bezwarend aangemerkt. Hiermee is voorlopig reeds gegeven dat de in artikel 4 AV voor consumenten opgenomen eis tot volledige vooruitbetaling van de koopprijs in het kader van een consumentenkoop onredelijk bezwarend is in de zin van artikel 6:240 lid 1 BW.   Dat betekent dat naar het oordeel van de commissie de ondernemer ten onrechte geweigerd heeft de keuken te leveren voordat volledige betaling was ontvangen.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.   De consument heeft daarmee aanspraak op compensatie van door hem geleden schade. De commissie acht echter geen termen aanwezig om de consument te compenseren voor de door hem opgenomen vrije dagen of voor de hypotheeklasten over een bepaalde periode. Voor het door de consument ervaren ongemak acht de commissie echter wel een vergoeding op zijn plaats, welke vergoeding door de commissie naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid wordt bepaald op € 50,‑‑.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 50,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 125,–.   Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 600,–.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Wonen op 21 maart 2012.