Consument beschikt over scootmobiel; geen indicatie voor verstrekken van begeleiderskaart

De Geschillencommissie




Commissie: Openbaar Vervoer    Categorie: Begeleiderskaart    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 63009

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de weigering van de ondernemer om aan de consument een OV-Begeleiderskaart te verstrekken.   De consument heeft herhaalde malen de klacht voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   Zij lijdt aan een neurologische aandoening. Verwezen wordt naar enkele schriftelijke verklaringen van [de huisarts] en de brief van [de neuroloog]. De consument lijdt volgens die verklaringen aan dunne vezelneuropathie, artrose aan de enkels en rechter knie, degeneratieve polsklachten, schouderklachten en de ziekte van Reynaud. De consument stelt slechts 0 tot 100 meter zelfstandig te kunnen lopen. Zij maakt gebruik van een scootmobiel. De commissie verwijst kortheidshalve verder naar het aanvraagformulier en de medische verklaringen. De inhoud daarvan wordt als hier herhaald beschouwd.   De consument verlangt alsnog verstrekking van de OV-begeleiderskaart.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   Weliswaar heeft de consument ernstige beperkingen in haar mobiliteit, maar door adequaat gebruik te maken van alle hulpmiddelen en diensten, die zij ter beschikking heeft, moet zij in staat worden geacht zelfstandig een reis te ondernemen. De commissie verwijst kortheidshalve naar het verweerschrift van de ondernemer d.d. 19 januari 2011 met bijlagen. De inhoud dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.   Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Het is onjuist dat [de ondernemer] economische motieven hanteert bij haar beslissing, zoals de gemachtigde van de consument suggereert.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De vraag is of de consument in staat is zelfstandig te reizen. Op grond van de medische gegevens kan worden geconstateerd dat de consument ernstige medische problemen heeft. Dat laatste leidt niet tot de conclusie dat zij niet zelfstandig kan reizen, indien er allerlei voorzieningen aanwezig zijn, die haar in staat stellen alleen te reizen. De commissie komt tot het oordeel dat de consument ondanks haar handicaps daarvan gebruik kan maken. Zij beschikt immers over een scootmobiel. De vervoerders verlenen alle benodigde hulp bij het gebruik daarvan op reis. In de trein kan de consument in de scootmobiel blijven zitten. Voor het gebruik van toilet kan zij nog korte afstand lopen. Voor het aanvullend vervoer kan zij gebruik maken van de [regiotaxi’s] en [invalidevervoer]. De commissie is dan ook van oordeel dat niet geconstateerd kan worden dat de consument op geen enkele manier is staat is zelfstandig te reizen.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Openbaar Vervoer, op 23 februari 2012.