Commissie: Post
Categorie: Informatie
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
70643
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft schade in verband met de verzending van een postpakket.
De consument heeft op 5 juli 2012 de klacht voorgelegd aan PostNL.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument heeft eind juni 2012 een pakket naar een geadresseerde in Frankrijk verzonden.
Het pakket bevatte een presentatiekist met flessen wijn. Het pakket is met Verzekerservice en Verhoogde aansprakelijkheid verzonden.
Nadat het pakket aan de geadresseerde was afgeleverd bleek dat de kist beschadigd was. Aangezien de geadresseerde de wijn inclusief kist heeft gekocht, heeft de geadresseerde de consument aangeboden de koopovereenkomst gedeeltelijk te ontbinden en voor de flessen wijn € 900,– te betalen. Dit voorstel heeft de consument niet geaccepteerd. Op verzoek van PostNL is het pakket opnieuw ingepakt en vanuit Frankrijk ter inspectie naar haar gezonden.
PostNL stelt dat het pakket te zwaar was om te verzenden en dat de verpakking die de consument had aangebracht onvoldoende was. De consument stelt gemotiveerd dat hij het met beide stellingen niet eens is.
Daarbij komt dat de consument het pakket met Verzekerservice heeft verzonden en dat PostNL ondanks de verzekering de schade niet wil vergoeden.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De inhoud van het pakket bestaat in de eerste plaats uit een bijzondere presentatiekist. De kist is van speciaal hout gemaakt en is genummerd. In de kist zijn flessen wijn gelegd. De wijn betreft vier jaargangen. Het geheel kan worden aangemerkt als een zaak voor verzamelaars.
De consument heeft de kist in noppenfolie verpakt en het geheel in een doos geplaatst. Vervolgens heeft de consument om de doos een hele rol noppenfolie gedaan en dit met plakband dichtgeplakt.
Op de buitenkant heeft de consument een sticker met “FRAGILE” geplakt.
De consument verlangt vergoeding van de schade ad € 2.000,–.
Standpunt van PostNL
Het standpunt van PostNL luidt in hoofdzaak als volgt.
Nadat de geadresseerde het pakket ter inspectie aan PostNL heeft gezonden, hebben specialisten van PostNL, op basis van eigen waarneming van aard en omvang van de schade en na kennisneming van de foto’s die de geadresseerde bij ontvangst had gemaakt, geconcludeerd dat de oorspronkelijke transportverpakking ontoereikend was. Op die grond heeft PostNL Customer Service haar aansprakelijkheid van de hand gewezen en geweigerd de schadevergoeding te betalen.
Het pakket van de consument woog 23 kilogram. Op het vervoer van een pakket met Verzekerservice/Verhoogde Aansprakelijkheidwaren de Algemene Voorwaarden voor Goederenvervoer van toepassing (hierna: AVG)
In artikel 12.1 AVG wordt de ‘Verhoogde Aansprakelijkheid’ beschreven. In artikel 12.1.3 AVG staat dat de afzender van een Pakket met Verhoogde Aansprakelijkheid aanspraak heeft op schadevergoeding indien die schade aan PostNL toerekenbaar is. Omdat de transportverpakking volgens PostNL ondeugdelijk was, kan de schade niet aan PostNL worden toegerekend.
Ter zitting heeft Post NL verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De verpakking is niet afgestemd geweest op de aard en inhoud van het pakket en de wijze van transport. De door de consument aangebrachte noppenfolie biedt, gezien het gewicht van het pakket (23 kilogram), te weinig bescherming. De luchtblaasjes van de folie knappen indien daar, vanwege schokken, druk op wordt uitgeoefend. Beter is om schokabsorberend materiaal te gebruiken.
De kist waarin de flessen werden vervoerd was niet stevig. De flessen konden een beetje in hun verpakking bewegen, waardoor de flessen bij schokken de bodem uit de kist konden stoten. De bodemplaat van de kist waarop de onderzijde van de flessen rusten waren slechts met krammen vastgemaakt aan andere delen van de kist. De flessen wijn zijn wel allemaal heel gebleven tijdens het transport.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De consument heeft een pakket van 23 kilogram naar een geadresseerde in Frankrijk gezonden. Na aflevering bleek het pakket inwendig schade te hebben opgelopen. De kist, waarin de flessen wijn werden vervoerd, is beschadigd afgeleverd, de flessen wijn daarentegen zijn onbeschadigd gebleven.
Onbetwist is dat het pakket met Verzekerservice/Verhoogde Aansprakelijkheid is verzonden, dat de AVG gelden en dat de algemene wettelijke aansprakelijkheidsregels op het gebied van goederenvervoer overeenkomstig de artikelen in Boek 8 Burgerlijk Wetboek, van toepassing zijn.
Volgens artikel 12.1 lid 3 AVG is de vermelding (op het vervoersdocument) van de ‘verhoogde aansprakelijkheid’ te beschouwen als een uitdrukkelijk tussen partijen aangegaan beding tot vermeerdering van de aansprakelijkheid als bedoeld in artikel 8:1102 Burgerlijk Wetboek
In artikel 12.1 lid 4 AVG staat: “Ingeval van aan TNT Post Pakketservice toerekenbare schade ten gevolge van ….. beschadiging van een Zending met “verhoogde aansprakelijkheid” kan de Afzender …….. aanspraak maken op de verzendkosten alsmede vergoeding van de schade aan de met de Zending vervoerde zaken……..”.
Waar het in deze zaak primair om gaat is het antwoord op de vraag of de schade aan PostNL kan worden toegerekend.
Om die vraag te beantwoorden is van belang de laatste alinea van artikel 4.1 AVG: “De Afzender staat in voor een zorgvuldige verpakking afgestemd op de aard en inhoud van de Zending”.
De consument heeft verklaard dat hij de kist (met de flessen wijn) in noppenfolie heeft verpakt, het geheel in een doos heeft verpakt en vervolgens de doos met noppenfolie heeft omwikkeld en voorzien van de sticker “FRAGILE” met plakband dichtgeplakt. Tegen deze stelling van de consument heeft PostNL zich niet verweerd.
PostNL stelt in haar verweerschrift dat wanneer (onderstreping-commissie) de kist met flessen wijn in een kartonnen doos was verpakt en daarbij noppenfolie en/of papierproppen als opvulmateriaal zijn gebruikt, dit nauwelijks bescherming kan hebben geboden bij een ‘stijf’ gewicht van 23 kilogram. Volgens PostNL kan dit opvulmateriaal bij een dergelijk gewicht geen schokken absorberen, maar krijgt de inhoud in de verpakking door de eigen massa bewegingsruimte.
Naar het oordeel van de commissie blijkt uit het gebruik van het woord ‘wanneer’ dat PostNL een veronderstelling te berde brengt. Echter, uit hetgeen de consument tijdens de zitting heeft verklaard blijkt de commissie dat er geen sprake is van ‘opvulling’ met noppenfolie, doch het verpakken van de kist met inhoud in noppenfolie die vervolgens in een doos is geplaatst. Uit de verklaring van de consument blijkt niet dat er sprake is van proppen papier als opvulmateriaal. Daarbij komt dat PostNL stelt dat zij geen inzicht heeft gekregen in de oorspronkelijk gebruikte transportverpakking.
Verder stelt PostNL dat een adequate transportverpakking – en in het bijzonder ook een goede binnenverpakking – noodzakelijk is, omdat in het geautomatiseerde sorteer- en vervoerproces van PostNL en netwerkpartners aan de individuele inhoud van pakketten geen aandacht wordt besteed.
In dat proces, zo stelt PostNL, gaat het per definitie om een extreme verscheidenheid naar formaat, vorm en gewicht van pakjes en pakketten die alle stuk voor stuk gesorteerd worden, door glijgoten en kantelinrichtingen gaan en ‘en masse’ in containers vervoerd worden. Dat pakketten daarbij wel eens met enige kracht met elkaar in aanraking komen is dan ook inherent aan dit proces.
De schade bestaat in hoofdzaak uit losgeslagen bodemplanken van de kist. PostNL heeft gesteld dat vanwege het niet absorberen van schokken door het opvulmateriaal, de inhoud van de verpakking door de eigen massa bewegingsruimte krijgt. Mede gelet op hetgeen de commissie hiervoor met betrekking tot ‘het opvulmateriaal’ heeft overwogen, is die stelling, zoals hieronder zal blijken, niet juist.
Uit de verklaring van de consument blijkt dat hij de kist met inhoud zodanig zorgvuldig heeft ingepakt dat de verpakking de daarop uitgeoefende krachten kan absorberen. Het bewijs daarvoor is het feit dat alle flessen zonder schade zijn afgeleverd.
Echter, het pakket krijgt soms in het sorteer-/transportproces via (bijvoorbeeld) een glijgoot in het sorteersysteem een zekere snelheid. Daardoor krijgt het pakket kinetische energie (die evenredig is met de massa en het kwadraat van de snelheid). Iedere fles met inhoud in het pakket weegt ruim
1 kilogram, zodat juist iedere fles, vanwege de snelheid, veel kinetische energie krijgt. Indien het pakket in het sorteer-/transportproces met een zekere snelheid tegen een obstakel botst, in plaats van te kunnen uitrollen, vangen de planken van de kist, in casu de bodemplanken, de energie van de flessen op. Daarvoor is het niet nodig dat de flessen (enigszins) vrij kunnen bewegen. In het onderhavige geval is gebleken dat de bodemplanken van de kist niet de energie van de flessen hebben kunnen absorberen, doch hebben losgelaten tengevolge van de kracht die de flessen tijdens het sorteer-/transportproces daarop hebben uitgeoefend. Terecht heeft PostNL dan ook gesteld dat het erop lijkt dat de schade ‘van binnen naar buiten’ is ontstaan.
De vraag is of dit loslaten van de bodemplanken aan PostNL kan worden toegerekend.
Tijdens de op 7 maart 2013 gehouden zitting heeft de consument verklaard dat hij er niet van op de hoogte was dat zijn pakket, waarop de sticker ‘FRAGILE’ was geplakt, tijdens het sorteer-/transportproces bijvoorbeeld door glijgoten en kantelinrichtingen ging en wel eens in botsing met obstakels, waaronder andere pakketten, zou kunnen komen. Bij het aanbieden van het pakket had hij het woord ‘Pakketservice’ gelezen, zodat hij zondermeer ervan uit ging dat zijn pakket op voorzichtige wijze handmatig zou worden verwerkt.
Naar het oordeel van de commissie wringt hier de schoen. De consument wist dat de inhoud van het pakket waardevol was en dat, gezien de inhoud, gemakkelijk schade zou kunnen optreden. Daarom heeft de consument, zo begrijpt de commissie, het pakket ook met de dienst Verzekerservice/Verhoogde Aansprakelijkheid verzonden. Echter, precies wetende wat de aard en inhoud van het pakket was, had het op de weg van de consument gelegen zich door PostNL te laten voorlichten omtrent de sorteer-/transportrisico’s en vervolgens op grond van die voorlichting overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.1 AVG de verpakking zorgvuldig moeten afstemmen op de aard en inhoud van het pakket.
Door dit alles na te laten en voetstoots aan te nemen dat het pakket op voorzichtige wijze zou worden verwerkt, heeft de consument bewust het risico genomen dat gedurende het
sorteer-/transportproces schade ontstaat; schade die in dit geval voor zijn rekening moet komen.
Ten overvloede merkt de commissie het volgende op.
Vaststaat dat de consument alle flessen wijn onbeschadigd retour heeft ontvangen. Daaruit volgt dat het door hem gestelde schadebedragbedrag moet worden verminderd met de waarde van de flessen wijn.
Echter, de werkelijke schade wordt bepaald door de schade aan de presentatiekist. Immers, juist de kist, tezamen met de collectie flessen, is meer dan de som van de aparte onderdelen.
Uit de foto’s blijkt de commissie dat hoofdzakelijk de bodem van de kist is beschadigd dan wel losgeraakt. Niet is gesteld of gebleken dat de kist ‘total loss’ is verklaard. Aangezien de commissie uit hoofde van andere zaken bekend is dat nog steeds kisten van dezelfde soort en maat in de betreffende streek van Italië worden gemaakt, valt niet uit te sluiten dat de kist kan worden gerestaureerd.
Hetgeen de commissie hiervoor heeft overwogen leidt tot het oordeel dat de klacht van de consument ongegrond is en dat zijn vorderingen moeten worden afgewezen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Post, op 7 maart 2013.