
Commissie: Taxivervoer
Categorie: Schadevergoeding
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
114461
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een rekening betreffende een straattaxirit, die de consument niet geheel wenst te betalen. Tevens is in geschil de bejegening zijdens de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument klaagt over de hoogte van de rekening en de bejegening door de ondernemer.
De consument is op 7 november 2017 door de ondernemer vervoerd van station Breda naar de Emerweg aldaar.
De consument is de gehele rit uitgekafferd en geïntimideerd. Vervolgens is een bedrag van € 100,– geëist voor het professioneel schoonmaken van zijn taxi, vanwege een paar druppels koffie op de zitting. De ondernemer weigerde vervolgens om de voor de verzekering benodigde bewijzen af te geven. Hij liegt als hij zegt dat de consument een volle beker koffie in de taxi heeft laten vallen.
De consument wil haar geld terug en wil dat deze ondernemer stopt met mensen op te lichten.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft niet gereageerd op het verzoek van de commissie om zijn standpunt kenbaar te maken.
Bij de door de consument in het geding gebrachte stukken bevindt zich een rekening en een brief zijdens de ondernemer.
De rekening bestaat uit “schoonmaakkosten taxi € 100,–“ en “ritbr…lokaal € 12,10 “.
De brief, gericht aan l.s., heeft voorzover hier van belang de volgende inhoud:
Klant belast ivm het laten vallen v/e volle beker koffie op stoel + interieur taxi.
e.e.a. is opgebouwd uit € 20,– schoonmaken door [naam ondernemer] zelf + 2 uur gederfde omzet à € 40,– p/u = € 80,– (schoonmaken + drogen ………..totaal voor klant € 100,–
met daaronder een handtekening en het stempel van [naam ondernemer].
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De consument erkent dat er een paar druppels koffie op de zitting van de taxi is terechtgekomen.
Het is voorstelbaar dat dit voor de ondernemer vervelend is en een schoonmaakactie rechtvaardigt.
Een bedrag van € 20,– voor het schoonmaken komt de commissie niet onredelijk voor.
De ondernemer vraagt ook vergoeding van zijn aan het schoonmaken bestede tijd. Voor zover die niet al in het hiervoor genoemde bedrag wordt geacht te zijn opgenomen, heeft de ondernemer op geen enkele wijze het resterende bedrag weten aannemelijk te maken.
Dat betekent dat de commissie de klacht deels gegrond verklaart en wel voor een gedeelte van
€ 80,–. De ondernemer zal ook gehouden worden aan de consument het volledige klachtengeld ad
€ 27,50 te vergoeden, immers komt dat redelijk voor gezien de verhouding tussen het toegewezen en het afgewezen deel van het geldelijk belang, alsmede gezien het feit dat de onheuse bejegening van de consument door de ondernemer bij gebreke van verweer is komen vast te staan.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht deels gegrond.
Verstaat dat de ondernemer aan de consument het bedrag van € 80,– zal teruggeven, alsmede dat de ondernemer aan de consument het klachtengeld ad € 52,50 zal vergoeden, een en ander binnen een maand na verzending van dit bindend advies.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Taxivervoer, bestaande uit
mr B. Hagendoorn, voorzitter, de heer M.H. van der Putten en mr. P. Rijpstra, leden, op 31 januari 2018.