Commissie: Afbouw
Categorie: (On)deugdelijke uitvoering overeenkomst / Herstel
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
180694/189458
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil betreft de aanneming van stukadoorswerk aan de buitengevel van de woning van de consument. Volgens de consument heeft de ondernemer het werk slecht uitgevoerd, hetgeen zich heeft gemanifesteerd in scheuren in het stucwerk. De consument eist herstel van het ondeugdelijke stucwerk. De ondernemer heeft geen verweer gevoerd. Op grond van de onweersproken stellingen van de consument en de bevindingen van de deskundige komt de commissie tot het oordeel dat sprake is van een aan de ondernemer toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. Dat geeft de consument recht op schadevergoeding. De klacht is gegrond.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de aanneming van stukadoorswerk aan de buitengevel van de woning van de consument in maart 2022. De consument heeft in verband hiermee aan de ondernemer een aanbetaling gedaan van € 1.431,– op een factuur ad € 3.679,84.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Volgens de consument heeft de ondernemer het werk slecht uitgevoerd, hetgeen zich heeft gemanifesteerd in scheuren in het stucwerk. Hij heeft de ondernemer daarover geïnformeerd maar deze is pas na ruimtwee maanden komen kijken. De ondernemer was het toen eens met de consument en concludeerde dat het werk moest worden overgedaan. Hij is vervolgens zijn herhaalde toezeggingen om daarvoor zorg te dragen niet nagekomen.
De consument eist herstel van het ondeugdelijke stucwerk.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen verweer gevoerd.
Het deskundigenrapport
De deskundige E.C. van der Plas heeft op 23 januari 2023 een rapport uitgebracht. Hij oordeelt dat sprake is van ernstige gebreken in het door de ondernemer uitgevoerde stucwerk. Hij constateert scheurvorming door onvoldoende aanhechting, deels onafgewerkt of ruw stucwerk en de aanwezigheid van naden tussen de kozijnen en de stucstop profielen.
Hij schat de kosten van het verwijderen van het bestaande stucwerk en het aanbrengen van een nieuw gevelstucsysteem met bijbehorende werkzaamheden op € 2.186,88. Een meer uitgebreid herstel met onder meer een grindbak schat hij op € 3.881,–.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Op grond van de onweersproken stellingen van de consument en de bevindingen van de deskundige komt de commissie tot het oordeel dat sprake is van een aan de ondernemer toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst, dat de consument de ondernemer in de gelegenheid heeft gesteld tot herstel en dat de ondernemer van die gelegenheid geen gebruik heeft gemaakt. Daarmee is de ondernemer in gebreke geraakt ter zake van de nakoming van de overeenkomst. Dat geeft de consument recht op schadevergoeding tot het door de deskundige geschatte bedrag van herstel bestaande uit het verwijderen van het bestaande stucwerk en het aanbrengen van een nieuw gevelstucsysteem, zijnde € 2.186,88. De ondernemer dient dat bedrag aan de consument te betalen. Op vergoeding van de kosten die gemoeid zijn met uitgebreider herstel met onder meer een grindbak heeft de consument geen recht, omdat die werkzaamheden niet in de initiële opdracht aan de ondernemer waren opgenomen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer dient binnen vier weken na verzending van deze beslissing aan de consument een bedrag van € 2.186,88 te betalen.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, bestaande uit de heer mr. R.J. van Boven, voorzitter, de heer mr. A.B. van Kruistum, mevrouw mr. C.R.J.M. den Hartog-Kaaij, leden, op 14 maart 2023.