Consument en ondernemer maakte fouten; ernst fouten loopt echter zo ver uiteen dat schadevergoeding niet aan de orde is

  • Home >>
  • Webshop >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Webshop    Categorie: Schade    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 225950/23501

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument kocht een groepenkast bij de ondernemer. De consument is van mening dat de ondernemer de groepenkast intern verkeerd heeft aangesloten, waardoor de consument schade heeft opgelopen aan zijn apparatuur. De ondernemer voert aan dat de verantwoordelijkheid van de groepenkast bij de installateur ligt, nu deze stappen ter controle heeft overgeslagen. De commissie stelt vast dat de schade is ontstaan door enerzijds een fout door de kastenbouwer van de ondernemer en anderzijds door het nalaten van de verplichte controle door de consument. Wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten oordeelt de commissie dat de schadevergoedingsplicht van de ondernemer geheel komt te vervallen. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Webshop (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Het geschil is ter zitting behandeld op 12 december 2023 te Utrecht en digitaal via [videoprogramma].

Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.

De consument werd ter zitting bijgestaan door de heer [naam] ([rechtsbijstandverzekering]).

De ondernemer werd ter zitting vertegenwoordigd door de heer [naam], technisch specialist.

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 15 december 2022 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een [merk] groepenkast van het formaat 440 x 380 (BxH), 3 Fasen met toebehoren tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 766,73.

De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks die datum.

De consument heeft op 23 januari 2023 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Op 15 december 2022 heeft de consument online een groepenkast gekocht bij de ondernemer. Deze bleek door de ondernemer intern verkeerd te zijn aangesloten en daardoor heeft de consument nu schade opgelopen aan een aantal apparaten. De ondernemer verwees de consument naar een sticker die zij op het apparaat hebben geplakt na assemblage, maar daar is de consument het niet mee eens. Daarna heeft de consument zijn verzekering ([rechtbijstandverzekering]) ingeschakeld en is door de verzekeraar een onafhankelijk onderzoeksbureau ingeschakeld. Dit onderzoeksbureau is het volgens de consument met hem eens dat de fout wel degelijk bij de ondernemer ligt.

In overleg met de rechtsbijstandsverzekering van [rechtbijstandverzekering] legde de consument deze klacht eerst voor bemiddeling neer bij Webshop Keurmerk om te kijken of op deze manier er toch nog met de ondernemer uitgekomen kan worden. De consument wil zijn materiële schade die is veroorzaakt door de piekspanning, vergoed hebben. De bemiddeling via Webshop Keurmerk heeft helaas geen oplossing voor de klacht en schade gegeven. Daarom heeft de consument deze zaak aan de Geschillencommissie voorgelegd.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Ik blijf bij wat door mij is aangevoerd. Als particulier heb ik deze groepenkast bij de ondernemer besteld, die vervolgens deze groepenkast inhoud heeft gegeven conform de door mij bij de bestelling gedane wensen. Dat kan gewoon, en daar heb je als particulier geen installateur bij nodig. Bij dat bestellen is mij niets gemeld over de eis dat een bevoegde installateur de groepenkast voor ingebruikneming moet controleren. Ik ben bij de bestelling akkoord gegaan met de algemene voorwaarden van de ondernemer, daar staat inderdaad wel in dat ik alles goed en volgens de regels moet worden gecontroleerd voor het werkend maken van de groepenkast. Het klopt dat deze groepenkast bij mij is geïnstalleerd door een oud-installateur, die kort gezegd geen erkenning meer had. Ik heb de sticker met de waarschuwing, die op de hoofdschakelaar is geplaatst, gezien en heb de waarschuwing niet opgevolgd.

Ik heb geen schade uitgekeerd gekregen van de verzekeraar van de ondernemer.

De consument verlangt vergoeding van de schade van € 2.773,43 die is veroorzaakt door een piekspanning die is ontstaan door ondeugdelijkheid van het door de ondernemer aan de consument geleverd product (groepenkast).

Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Wij hebben het verhaal van de consument aandachtig gelezen. Uitgaande van de eerlijkheid van de klant, zou het betekenen dat deze kast bij ons niet getest is door de monteur voor eindcontrole. Dit lijkt onwaarschijnlijk aangezien we intern de ondernemer met het vier-ogenprincipe werken, maar het blijft mensenwerk.

Als volgens de regels van goed vakmanschap (wat je van elke installateur mag verwachten) te werk wordt gegaan, heeft ‘de installateur’ die in opdracht van de klant heeft gewerkt, een paar steekjes laten vallen. In de NEN 1010 staat beschreven hoe je een nieuwe, dan wel aangepaste, installatie moet ‘inspecteren’, zodat deze veilig (voor mens, installatie en apparatuur) in gebruik genomen kan worden. In bepaling 6 41.1 staat:

Elke installatie moet tijdens het installeren voor zover in redelijkheid uitvoerbaar, en bij voltooiing, worden geverifieerd voordat deze in bedrijf wordt genomen.

In de door de consument beschreven gevolgde stappen missen wij in de stap waar de aansluiting gecontroleerd wordt op een juiste isolatieweerstand en correcte aansluiting van de fasen en de Nul. Dit moet gebeuren, dus voordat je de aangesloten apparatuur onder spanning zet.

De consument heeft onderstaande stappen aangeduid, het gaat dan met name om de stappen 2 tot en met 6:

  1. in verband met bouw van nieuwe woning is een tijdelijke woonunit in gebruik, deze heeft een fasen groepenkast die is aangesloten op de hoofdaansluiting van de nieuwe woning;
  2. aansluiting van de woonunit eerst afgekoppeld van hoofdaansluiting in nieuwe woning;
  3. 3 fasen groepenkast geplaatst in nieuwe woning en aangesloten op 3 fasen hoofdaansluiting;
  4. woonunit aangesloten op 4-polige aardlekautomaat;
  5. hoofdschakelaar nieuwe woning aangezet;
  6. hoofdschakelaar in woonunit aangezet;
  7. 2 groepen in groepenkast van woonunit sloegen direct af;
  8. aardlekautomaat ten behoeve van woonunit sloeg direct af.

De stappen die zijn overgeslagen zijn: 4a Meten van de isolatieweerstand (NEN 1010; bep. 64.3.3) en 5a Controleren van de polariteit (NEN 1010; bep. 64.3.6).

Conclusie
Als de installateur de aansluiting op juiste polariteit had gecontroleerd voordat de installatie volledig onder spanning gezet was, was de schade niet ontstaan. Natuurlijk doen wij ons best om een goed product te leveren, maar dat ontslaat de klant niet om dit te controleren. Het is niet voor niets in de NEN 1010 opgenomen dat er controles uitgevoerd moeten worden voordat de installatie in bedrijf genomen wordt om deze beschadigingen of erger te voorkomen. De verantwoordelijkheid ligt dan ook bij de installateur die zeker moet weten dat alles veilig is voor het in bedrijf zetten van een installatie.

Zoals aangegeven plakken wij de op de foto getoonde sticker op de kast zodat de draden in de gehele kast nogmaals gecontroleerd worden. Deze sticker geldt niet alleen voor de draden van de hoofdschakelaar. De eindverantwoording van de groepenkast ligt bij de installateur die de kast installeert.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De ondernemer blijft bij wat door hem is aangevoerd. Het klopt dat particulieren een aanschaf kunnen doen, zoals hier aan de orde is. De feitelijke installatie kan ook door een particulier gebeuren, maar deze zal altijd een erkend installateur voor de vereiste controle in moeten schakelen voordat de groepenkast werkend mag worden gemaakt.

De behuizing is van het merk [merknaam]. Het interieur van de kast is van [merknaam], en daarin voor-installeert de ondernemer hetgeen de consument bij diens opdracht als wensen heeft aangekruist. De ondernemer erkent dat bij die voorinstallatie door de ondernemer de meergenoemde fout in de bedrading is gemaakt. Een blauwe en zwarte verbinding zijn per abuis verwisseld. Het blijft mensenwerk. Bij de eindcontrole bij de ondernemer is dit helaas niet opgemerkt. Voor de ondernemer is dit de eerste keer dat zoiets is gebeurd.

De groepenkast moet bij monteren opengemaakt worden en doorverbonden met de bedrading ter plaatse. De op de in het geding gebrachte foto zichtbare sticker, maakt nog eens duidelijk dat de installatie moet worden gecontroleerd door een als zodanig erkend installateur, voordat er stroom op wordt gezet. In de norm NEN 1010 20 15 (overgenomen in het Bouwbesluit) staat dezelfde eis verwoord: inspectie voor aansluiting van de installatie. Het probleem had dus voorkomen kunnen worden. Bij een adequate inspectie zou meteen zijn opgevallen dat de blauwe en zwarte bedrading per abuis waren omgewisseld zoals door de ondernemer in her verweer is uiteengezet met beelden.

Uit het bestelproces heeft de consument al kunnen begrijpen dat een erkend installateur nodig was, en dat is niet gebeurd.

Het door de consument gevorderde moet dan ook worden afgewezen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De casus is overzichtelijk en staat op zich ook tussen partijen vast. Deze 3 fasen groepenkast is geplaatst in de nieuwe woning van de consument en aangesloten op 3 fasen. De tijdelijk in gebruik zijnde woonunit is aangesloten op na te noemen 4-polige aardlekautomaat.

Door een piekspanning is schade veroorzaakt in bij de consument aanwezige apparatuur. De consument vordert vergoeding daarvan.

De schade is ontstaan doordat de “Nuldraad” verkeerd bleek te zijn aangesloten op de 4-polige aardlekautomaat. De Nuldraad zat niet rechts op de automaat (N positie) maar op de L1 positie en de 3 fasen zaten hier rechts van. Op basis hiervan staat vast dat de aardlekautomaat niet correct is aangesloten geweest en de meergenoemde piekspanning dus niet heeft kunnen voorkomen. De volgende apparaten zijn hierdoor beschadigd: de wasmachine, het CV-toestel en de inductiekookplaat.

Als oorzaak hiervan zijn te duiden:

–           de door de ondernemer erkende fout van diens kastenbouwer, alsmede;

–           de omstandigheid dat de consument de installatie van de voorbereide groepenkast alsmede   de door de ondernemer voor geïnstalleerde bedrading in de groepenkast niet op deugdelijke wijze heeft laten controleren op juiste polariteit en op juiste isolatieweerstand door een als zodanig erkend installateur, alvorens daarop spanning te zetten.

 

In de geleverde groepenkast zat op de hoofdschakelaar de meergenoemde sticker, zo is ook door de consument erkend. Deze opvallende sticker heeft tot doel om de voor de aansluiting eindverantwoordelijk installateur erop te wijzen dat voordat de groepenkast wordt aangesloten, deze nogmaals geheel gecontroleerd wordt in verband met de veiligheid en om te voorkomen dat er schade ontstaat aan apparaten in huis. De waarschuwing op die sticker beperkt zich uitdrukkelijk niet tot alleen de hoofdschakelaar waarop deze geplakt zit. Deze aanpak strookt ook met wat de bovengenoemde NEN-normering en daarmee het Bouwbesluit verplicht stelt.

Genoegzaam staat vast, is immers erkend door de consument, dat de eindcontrole niet is verricht door een op dat moment erkend en gecertificeerd installateur. De oud-installateur voldeed niet (meer) aan die kwalificaties.

Ter zitting is niet weersproken de stelling van de ondernemer dat de consument tijdens het dwingende bestelproces is gewezen op deze verplichting, en daarmee bij het doen van de bestelling (ook) heeft ingestemd.

Artikel 6:101 van het Burgerlijk Wetboek luidt aldus:

“Wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, wordt de vergoedingsplicht verminderd door de schade over de benadeelde en de vergoedingsplichtige te verdelen in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen, met dien verstande dat een andere verdeling plaatsvindt of de vergoedingsplicht geheel vervalt of in stand blijft, indien de billijkheid dit wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval eist.”

Indachtig het slot van deze wettelijke bepaling is de commissie van oordeel dat in casu de billijkheid wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten, eist dat de schadevergoedingsplicht van de ondernemer geheel vervalt, wegens dus – kort gezegd – eigen schuld aan de zijde van de consument, door de eindcontrole niet conform voormelde met de ondernemer gemaakte afspraak te laten plaatsvinden, welk voorschrift dus ook is vastgelegd in voormelde NEN normering en daarmee in het Bouwbesluit.

Een eenvoudige en volledige eindcontrole van deze groepenkast en de aansluitingen daarvan door een daartoe bevoegd installateur had immers aanstonds geleerd dat sprake was van de meergenoemde bedradingswissel, welke fout vervolgens op eenvoudige wijze had kunnen worden hersteld.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Daarom wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Webshop, bestaande uit mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, de heer H.W. Zuur en mr. H.F. Lankhorst, leden, op 12 december 2023.