Commissie: Energie
Categorie: Tariefbepalingen
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
94466
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de kosten van het verwijderen van de gasmeter.
De consument heeft op 12 maart 2015 de klacht bij de ondernemer aangekaart.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument heeft de gasmeter laten verwijderen omdat hij geen gas meer verbruikt. De consument is van mening dat voor die verwijdering geen kosten in rekening gebracht mogen worden.
De consument verwijst naar een uitspraak van de commissie, in welke uitspraak de situatie volgens de consument hetzelfde was. De consument verwijst voorts naar het bepaalde in artikel 7:408 lid1 en lid 3 BW. De algemene voorwaarden van de ondernemer zijn niet rechtsgeldig: voor verwijdering van een meter welke eigendom is van de ondernemer mogen geen kosten in rekening worden gebracht. De netbeheerder [naam andere netbeheerder] doet dat ook niet.
De consument wenst restitutie van de kosten.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument heeft in juni 2014 schriftelijk het verzoek gedaan aan de ondernemer om zijn gasmeter te laten verwijderen. De ondernemer heeft op basis van dit verzoek een offerte uitgebracht voor het wegnemen van de gasmeter tegen de genoemde kosten. Op 19 juni 2014 heeft de ondernemer akkoord ontvangen om de werkzaamheden uit te voeren. De ondernemer is van mening dat er een overeenkomst is ontstaan en dat zij de kosten terecht bij de consument in rekening heeft gebracht.
De consument beroept zich op de Algemene Voorwaarden voor aansluiting en transport elektriciteit en gas voor kleinverbruikers om het geschil conform artikel 18 bij de commissie aanhangig te maken.
Conform artikel 14 van deze algemene voorwaarden, waarin wordt verwezen naar het Tarievenblad [naam netbeheerder] voor kleinverbruikers gas, is de contractant aan de netbeheerder bedragen verschuldigd voor het de-activeren van de aansluiting, iets waar de consument opdracht voor gegeven heeft.
Tevens is in de Tarievencode Gas vastgelegd dat bij beëindiging van de aansluitovereenkomst eventuele kosten voor het fysiek afschakelen van de aansluiting via een eenmalige bijdrage in rekening gebracht mogen worden bij de ‘voormalig’ aangeslotene. De uitspraak waar de consument zich op beroept is in dit geval niet van toepassing. De situatie van de consument verschilt van die in de aangehaalde uitspraak.
De ondernemer is van mening dat zij terecht de kosten in rekening heeft gebracht.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Ter zitting heeft de consument nog benadrukt dat hij van mening is dat de ondernemer discriminatoir handelt, omdat [naam netbeheerder] voor het verwijderen van de meter geen kosten in rekening brengt.
De ondernemer heeft er op gewezen dat zij handelt conform haar voorwaarden en die voorwaarden bij al haar klanten hanteert.
De commissie is van oordeel dat niet alleen de vergelijking met [naam netbeheerder] niet opgaat, nu [naam netbeheerder] een ander tarievenstelsel hanteert, maar ook de vergelijking met de door de consument in zijn klaagschrift aangehaalde uitspraak van de commissie niet opgaat, omdat in die casus sprake was van een verzoek van een huurder en de commissie geenszins heeft beslist dat eenzelfde redenering ook zou opgaan voor een eigenaar/verhuurder; in tegendeel de commissie heeft zelfs overwogen dat de ondernemer in die casus de kosten van het verwijderen van de meter en het eventueel herplaatsen van een meter bij de verhuurder zou kunnen verhalen.
De ondernemer heeft conform haar algemene voorwaarden en het Tarievenblad [naam netbeheerder] voor kleinverbruikers gas met ingang van 1 januari 2014 gehandeld. Zij heeft nog een offerte aan de consument uitgebracht, waarna de consument haar opdracht heeft verschaft. De ondernemer heeft naar het oordeel van de commissie correct gehandeld.
Mitsdien wordt beslist als volgt.
Beslissing
De commissie is van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie op 8 juni 2015.