Consument had moeten weten dat prijs van stoelen een vergissing was

De Geschillencommissie




Commissie: Thuiswinkel    Categorie: Overeenkomst    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 187397/188597

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil vloeit voort uit de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De consument heeft zes stoelen gekocht bij de ondernemer. Een paar dagen later heeft de ondernemer de koop geannuleerd met als reden dat de stoelen per ongeluk voor de onjuiste prijs waren aangeboden. De ondernemer heeft verweer gevoerd en laten weten dat dit een kennelijke vergissing was. De consument had dat na minimaal onderzoek doen, kunnen weten. De commissie heeft de klacht om die reden ongegrond verklaard.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een al dan niet tussen partijen gesloten overeenkomst van 21 juli 2022 betreffende de koop op afstand door de consument met betrekking tot zes stoelen [type] van de ondernemer voor de prijs van in totaal € 837,–.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft een geschil over de prijs van een gekocht product waardoor de ondernemer niet wil leveren. Op [website] vond de consument leuke zwart met roze stoelen. De consument kocht zes stoelen voor € 837,–. Vervolgens kreeg zij een e-mail van [website] met “Je bestelde artikel is geannuleerd, omdat de partner heeft aangegeven dat het artikel niet meer leverbaar is.” Direct daar achteraan kreeg de consument een mailtje van de ondernemer: “Wegens een systeemfout omtrent bestelde product aantallen, heb ik jouw bestelling helaas moeten annuleren. Onze excuses voor het ongemak! Ter compensatie ontvang je hierbij een kortingscoupon van 20% om te besteden op onze webshop [website]…” Op de webshop van de ondernemer zag de consument dezelfde stoelen te koop staan (en op voorraad) voor € 279,–. De consument deed navraag waarom de order was geannuleerd en de ondernemer vertelde dat de stoelen per ongeluk voor € 139,50 per stuk op [website] te koop stonden. De consument heeft gemeld dat dat vervelend is voor hun, maar dat de consument daar niet de dupe van moet worden.

De consument en de ondernemer hebben een koopovereenkomst van zes stoelen voor € 837,– en deze wil de consument dan ook ontvangen. De ondernemer beroept zich op een “kennelijke vergissing” waarbij ze aangeven dat de consument had moeten weten dat de +- € 140,– voor een stoel geen logische prijs is. Volgens de consument is een kennelijke vergissing als je als koper kunt vermoeden dat de prijs niet klopt. Bijvoorbeeld een 65” 4K televisie voor € 100,–, terwijl iedereen weet dat deze minstens € 800,– zijn. € 140,– voor een stoel met vergelijkbare kenmerken: stalen frame en stoffen zitting is geen gekke prijs. Hiervan zijn meerdere te koop, zowel lager in prijs als hoger in prijs. De consument was op [website] aan het zoeken naar stoelen en die vond zij tussen allerlei soorten stoelen met uiteenlopende prijzen. In de ogen van de consument is er geen sprake van een kennelijke vergissing aangezien zij niet kon weten dat de prijs niet klopte. Vervolgens bood de ondernemer aan om de stoelen voor € 175,– te leveren. Hoewel de consument het gebaar waardeert, is zij van mening dat zij een koopovereenkomst heeft voor zes stoelen voor € 837,– en dat deze gewoon zoals overeengekomen geleverd moeten worden. Daarnaast wil zij dat de ondernemer het betaalde klachtgeld vergoedt.

In reactie op het verweer van de ondernemer heeft de consument nog het volgende naar voren gebracht.

De ondernemer stelt dat de consument op de hoogte had moeten zijn van het feit dat hun stoelen in een hoger prijssegment vallen. Hierbij houdt de ondernemer er geen rekening mee dat een klant hun merk niet kent. De stoel werd aangeboden als “[type]” en werd verkocht door “[leverancier]”. Bij de consument is geen belletje gaan rinkelen dat [ondernemer] een merk is. Had de consument dit wel geweten, dan weet zij alsnog niet hoe relevant dit is want voor de consument ziet het proces er simpel uit:

De consument is rond aan het struinen op [website]. Zij komt 500 pagina’s aan eetkamerstoelen tegen in allerlei prijscategorieën. Direct als de consument deze stoelen ziet vindt zij deze gaaf, ze vallen binnen het budget, even alle foto’s bekijken, vriend erbij “Wat vind je hiervan? Geel of roze?”, “Mooie stoelen, geel past beter bij de inrichting, (één minuut later) okay ik heb de roze gekocht.”
De consument ziet niet in hoe zij had kunnen weten dat de stoelen verkeerd geprijsd waren. Nota bene waren alle kleuren van deze stoel, geel, blauw en roze voor deze prijs te koop. De consument kan niets bedenken waardoor het haar zou moeten opvallen dat de prijs incorrect zou zijn.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer stelt dat er sprake is van een kennelijke vergissing. Abusievelijk door een systeemfout werden de stoelen aangeboden voor een prijs van € 139,50 per stuk zonder enige aanduiding van kortingsprijs of aanbieding, in plaats van € 279,– per stuk. Volgens de ondernemer werden de stoelen elders aangeboden met prijzen tot € 205,– per stuk, waarbij duidelijk werd aangegeven dat het om kortingsprijzen ging. De ondernemer stelt daarom dat de prijs van € 139,50 per stuk zonder aanduiding van bijvoorbeeld korting of aanbieding dermate veel afwijkt van € 279,– (of € 205,– per stuk met uitdrukkelijke vermelding dat het korting of aanbieding is), dat aannemelijk is dat het gaat om een kennelijke vergissing.

Bij het nakomen van de onderzoeksplicht had de consument kunnen en moeten weten dat de prijs van € 139,50 per stuk zonder enige aanduiding van kortingsprijs of aanbieding onjuist was. Bij onderzoek naar het merk [ondernemer] had de consument kunnen zien dat de ondernemer een branding is die stoelen uit een hoger segment levert dan bijvoorbeeld Leen Bakker of Karwei. Omdat de ondernemer het ook voor de consument heel vervelend vindt heeft de ondernemer als tegemoetkoming het aanbod gedaan van € 175,– per stuk. Dit lijkt de ondernemer een schappelijk compromis gezien de marktprijzen waar de ondernemer normaal haar stoelen op verkoopt.

De ondernemer is dus van mening dat gezien de hierboven genoemde omstandigheden er sprake is van een kennelijke vergissing. Een kennelijke vergissing bindt de ondernemer niet is haar mening.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Gelet op hetgeen de ondernemer gemotiveerd naar voren heeft gebracht, en nu dat in zoverre ook niet is betwist door de consument, gaat de commissie ervan uit dat er bij de ondernemer sprake is van een vergissing (oneigenlijke dwaling) met betrekking tot de op [website] vermelde verkoopprijs van de stoelen. Immers, de stoelen van de ondernemer werden via [website] (per saldo) tegen de prijs van € 139,50 per stuk aangeboden, terwijl de gangbare prijs € 279,– bedraagt en de stoelen elders werden aangeboden met prijzen tot € 205,– per stuk onder de duidelijke vermelding van kortingsprijs.

Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding daarvan op grond van artikel 6:217 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het aanbod (en ook de aanvaarding daarvan) is een rechtshandeling waarbij een op rechtsgevolg gerichte wil zich door een verklaring moet hebben geopenbaard, dat wil zeggen er moet sprake zijn van een wilsuiting die in een daarmee overeenstemmende verklaring is neergelegd. Het aanbod was naar het oordeel van de commissie dus niet in overeenstemming met de wil van de ondernemer. Op grond van artikel 3:33 BW is er dan ook geen sprake van een geldige rechtshandeling, er is geen geldig aanbod. Echter, ondanks het ontbreken van een met de verklaring overeenstemmende wil, is de ondernemer toch aan deze verklaring gebonden ingeval van gerechtvaardigd vertrouwen aan de kant van de consument (artikel 3:35 BW).

Dan moet dus de vraag worden beantwoord of de consument op het moment dat zij het aanbod heeft aanvaard – op het moment dat zij via internet de bestelling deed – onder de gegeven omstandigheden er redelijkerwijze vanuit mocht gaan dat dit aanbod juist was. Zo ja, dan is er op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen een overeenkomst tot stand gekomen. Daarbij gaat de commissie uit van een gemiddeld geïnformeerde consument. Van een consument, die van plan is bepaalde producten te kopen, mag namelijk verwacht worden dat deze zich van tevoren globaal heeft georiënteerd op de prijs daarvan.

Zo het de consument al niet meteen duidelijk had behoren te zijn dat hier een vergissing in het spel was, dan is het verschil in prijs zo aanzienlijk dat er in ieder geval reden was voor twijfel. Het ging hier immers om stoelen voor de helft van de gangbare prijs, of tegen een aanzienlijk (ruim 30%) lagere prijs ten opzichte van een kortingsprijs. Van een stunt, korting of aanbieding in dezen is echter niet gebleken.

Ingeval van twijfel omtrent de juistheid van de prijs dient de consument dienaangaande nader onderzoek te verrichten. Via internet had de consument betrekkelijk eenvoudig kunnen achterhalen bij andere aanbieders dat het hier geen gangbare prijs betrof voor dergelijke stoelen. De consument had ook navraag hierover kunnen en moeten doen bij de ondernemer.

Op grond van het bovenstaande is de conclusie van de commissie dat de aanvaarding van het aanbod bij gebreke van een met de verklaring overeenstemmende wil en bij gebreke van gerechtvaardigd vertrouwen aan de kant van de consumenten niet leidt tot gebondenheid van de ondernemer.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. De commissie kan op grond van artikel 17 lid 3 van het reglement de oplossing, die door de ondernemer aan de consument werd voorgesteld voordat deze het geschil bij de commissie aanhangig maakte, maar die door de consument niet werd geaccepteerd, bindend opleggen onder ongegrondverklaring van de klacht. Enerzijds is de commissie daartoe genegen, omdat het aanbod van genoemde stoelen tegen een prijs van € 175,– per stuk naar het oordeel van de commissie een redelijk voorstel is. De ‘pijn’ wordt daarmee immers verdeeld tussen partijen en de consument krijgt per saldo ten opzichte van de gangbare prijs (maar ook ten opzichte van elders gehanteerde kortingsprijzen) een significante korting. Aangezien de consument anderzijds dan moet betalen, en wel meer dan zij op voorhand bereid was te doen, zal de commissie dit niet als bindend advies aan partijen opleggen. De commissie gaat er evenwel vanuit dat de ondernemer haar aanbod gestand zal doen, indien de consument dit wenst.
Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, bestaande uit de heer mr. J.P.C. van Dam van Isselt, voorzitter, de heer W.H.X. Amian, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 9 december 2022.