
Commissie: Optiek
Categorie: Zorgvuldig handelen ondernemer
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
OPT04-0009
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil vloeit voor uit een in december 2003 door consument met ondernemer afgesproken oogmeting door middel van oogdruppeling ten behoeve van zijn dochter. De meting is op 30 december 2003 uitgevoerd. De consument heeft een bedrag van € 20,– niet betaald en bij de commissie in depot gestort. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Toen mijn vrouw de afspraak voor mijn dochter maakte, is niet over een vergoeding voor deze meting gesproken. Bij het uitvoeren van de meting werd mijn dochter onverwacht met een rekening van € 20,– geconfronteerd. Ik vind het op zich billijk dat tegenover dit soort werkzaamheden een vergoeding staat, maar wil daar niet achteraf mee geconfronteerd worden. De consument verlangt vaststelling van zijn betalingsverplichting op nihil. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Het is logisch en redelijk dat wij voor dit soort werkzaamheden een vergoeding verlangen en wij hebben de wettelijke verplichting een vergoeding in rekening te brengen. Een bedrag van € 20,– is gezien de hoeveelheid tijd die eraan besteed is en het gebruik van gespecialiseerde apparatuur meer dan schappelijk. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De inhoud van een overeenkomst wordt niet alleen bepaald door wat partijen vooraf expliciet met elkaar hebben afgesproken maar ook door wat partijen gegeven de omstandigheden van het geval en gelet op elkaars verklaringen en gedragingen in redelijkheid over en weer hadden moeten begrijpen. Niet in discussie is dat ondernemer bij het maken van de afspraak heeft uitgelegd wat een meting door oog druppeling inhield en dat het consument kennelijk duidelijk was dat dit verder ging en arbeidsintensiever was dan een gewone oogmeting. Immers, naar consument verklaart heeft zijn echtgenote toen nog geopperd dat daarmee dan zeker wel naar de oogarts moest worden gegaan. Mede in aanmerking genomen dat consument het op zich niet raar vindt dat voor een dergelijke meting iets betaald moet worden, had het op zijn minst voor de hand gelegen als bij het maken van de afspraak was gevraagd of hieraan nog kosten verbonden waren. Nu die vraag niet is gesteld, had de consument rekening te houden met de kans dat later alsnog een vergoeding zou worden gevraagd en is die kans stilzwijgend en impliciet aanvaard. Uit het voorgaande volgt dat de klacht ongegrond is. De consument moet wel worden nagegeven – overigens zonder dat dit de inhoud van de beslissing verder raakt – dat het eleganter was geweest als ondernemer vooraf op het kostenaspect had gewezen en merkt op dat in veel optiekzaken een bord is aangebracht waarop wordt vermeld dat aan optometrisch onderzoek kosten zijn verbonden. Als volgt wordt beslist. Beslissing De commissie verklaart de klacht ongegrond. Het depotbedrag ad € 20,– wordt aan de ondernemer overgemaakt. Aldus beslist door de Geschillencommissie Optiek op 10 januari 2005.