Commissie: Doe-Het-Zelfbedrijven
Categorie: Ondeugdelijke levering/(non)conformiteit
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
68625
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 30 maart 2011 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een tuinpaviljoen tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 299,–. De levering heeft op dezelfde datum plaatsgevonden. De consument heeft op 15 december 2011 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Het paviljoen is tijdens de stormachtige nacht van 12 op 13 december 2011 door de wind vernield. Daardoor zijn twee staanders aan de bovenzijde ingescheurd, verbogen en niet meer te herstellen. Het paviljoen is geheel gebouwd conform de meegeleverde handleiding. Die instructie is ook gevolgd. Het paviljoen bleek echter niet bestand tegen rukwinden en is gaan schuiven met schade tot gevolg aan een tweetal poten. De verkoper van [naam ondernemer] is bij aanschaf nog gevraagd of het paviljoen het hele jaar kon blijven staan. Dat bleek het geval mits na de zomermaanden het doek daarvan werd afgehaald ter voorkoming van schimmelvorming. Daaruit mocht ik begrijpen dat het paviljoen het hele jaar buiten kon blijven staan. In reactie op het rapport van de deskundige wil ik nog naar voren brengen. De consument erkent de keilbouten niet te hebben aangebracht, maar weerspreekt dat juist hierdoor de schade is ontstaan. In de handleiding wordt namelijk slechts aangeraden om de keilbouten te bevestigen om eventueel schuiven van het paviljoen te voorkomen. In de handleiding staat nergens vermeld dat er schade aan het paviljoen kan ontstaan indien de keilbouten niet bevestigd worden. Het paviljoen stond bij de consument ingeklemd tussen de gevel , een zware schommelbank en aan de zijkant tegen een muur. De kans op schuiven achtte de consument dan ook nihil. Om die reden heeft hij geen keilbouten bevestigd. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Ik blijf bij wat door mij is aangevoerd. Ik toon zowel de ondernemer als de commissie hier ter zitting foto’s waarop is te zien hoe en waar dit paviljoen is geklemd tussen gevel en zijmuur. Toch heeft de wind grip hierop gekregen met als gevolg schade aan twee van de vier staanders. Het doek was toen als verwijderd en heeft dus geen rol kunnen spelen bij het ontstaan van deze schade. De consument verlangt na wijziging van diens eis ter zitting een (vervangende) schadevergoeding van € 200,–. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De schade aan het paviljoen valt niet onder de garantie. Het paviljoen heeft acht maanden goed gefunctioneerd. Door een externe oorzaak (harde wind) is deze kapot gegaan terwijl de consument het in de handleiding opgenomen advies om dit vast te zetten op de ondergrond, niet heeft opgevolgd. Desondanks is uit coulance een nieuw paviljoen aangeboden onder bijbetaling van € 100,–. Dit voorstel is niet geaccepteerd. Het aanbod is vervallen op 7 juli 2012. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De ondernemer blijft bij wat door haar is aangevoerd. De constructie van dit paviljoen is voldoende degelijk. Er zijn er veel van verkocht en dit is de enige klacht die daarover is ontvangen. De ondernemer wenst een beslissing van de commissie en wil niet nog eens onderhandelen met de consument over een oplossing. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld. Partijen waren aanwezig bij mijn onderzoek ter plaatse. Het paviljoen is vervaardigd van licht metaal met een boven doek van textiel. De staanders zijn hol. Mijn bevindingen zijn de volgende. Het paviljoen is van goede kwaliteit. De consument heeft mij echter bevestigd dat ondanks dat in de montagehandleiding staat dat het aan te raden is het paviljoen in de grond te bevestigen met keilbouten, hij dit niet heeft gedaan. Dit is m.i. ook de oorzaak van het ontstaan van schade door de harde wind. Herstel is alleen mogelijk door het vervangen van de staanders. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De montagehandleiding bij dit paviljoen vermeldt het volgende: “het is aan te bevelen het paviljoen na volledige montage met bijgeleverde keilbouten te verankeren, omdat het paviljoen onder invloed van harde wind zou kunnen schuiven.”. Vast staat dat het aldus gegeven advies om dit paviljoen aan de ondergrond te bevestigen met keilbouten (of anderszins) niet is opgevolgd door de consument. Vast staat ook dat de harde wind(vlagen) tot gevolg hebben gehad dat het paviljoen is verschoven en dat daardoor twee van de vier staanders kapot zijn gegaan. De commissie is van oordeel dat de ondernemer hiervan geen verwijt kan worden gemaakt. Niet kan namelijk worden gezegd dat sprake is van toerekenbaar tekortschieten door niet of niet adequate nakoming van de ondernemer. De consument had immers op eenvoudige wijze een aantal palen kunnen vastmaken aan de ondergrond met keilbouten. Dat is niet gebeurd. Evenmin heeft de consument er voor gekozen om een of meer palen op andere wijze te fixeren, bijvoorbeeld door bevestiging van een of meer palen aan de gevel van de woning en/of aan de grensmuur. Aldus had de consument op eenvoudige wijze kunnen voorkomen dat het paviljoen kon gaan schuiven en dat juist door dat schuiven een tweetal poten zijn beschadigd omdat deze scheef zijn geduwd en beschadigd door de kracht van de wind. Het is de consument die hier ondanks adequate waarschuwing het risico van schuiven en daardoor van beschadiging is gaan lopen. Dit risico laat zich in deze situatie niet afwentelen op de ondernemer. Daarbij heeft de commissie in aanmerking genomen dat de ondernemer onweersproken heeft gesteld dat er veel van deze paviljoens zijn verkocht en dat dit het enige paviljoen is waarover een klacht is ontvangen. De slotsom luidt dan ook dat door de consument ten onrechte is geklaagd. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Doe-Het-Zelfbedrijven op 7 september 2012.