Commissie: Voertuigen
Categorie: Ontvankelijkheid
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
44557
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 13 januari 2006 door de consument met [een derde] gesloten koopovereenkomst. Deze heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een nieuwe [merk en type], tegen een door de consument te betalen prijs van € 35.181, 20. De overeenkomst is op 13 januari 2006 uitgevoerd. De consument heeft kort na de aflevering de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Na de aankoop van de auto bij [een derde] is de auto in onderhoud geweest bij de ondernemer. Na 2000 km met de auto te hebben gereden werd de consument geconfronteerd met meerdere gebreken. De consument heeft zich vervolgens met een beroep op fabrieksgarantie gewend tot de ondernemer. De ondernemer heeft de consument niet verwezen naar diens leverancier, maar heeft de reparaties zelf uitgevoerd. Toen bleek dat een aantal reparaties niet gemakkelijk te realiseren was, heeft de ondernemer na afloop van de garantieperiode, de consument verwezen naar de leverancier van de auto. De leverancier accepteert de klachten van de consument niet, nu de garantie is verlopen en de consument zich niet tijdig tot de leverancier heeft gewend. De consument heeft de ondernemer van dit standpunt in kennis gesteld en heeft gepersisteerd in zijn beroep op reparatie van de tijdens garantie ontstane en gemelde gebreken alsmede garantie op reparatie. De ondernemer is daartoe niet bereid gebleken. De consument is van mening dat de ondernemer hetzij op grond van garantie hetzij op grond van non-conformiteit gehouden is de gebreken te herstellen. Voor zover mocht worden geoordeeld dat de ondernemer geen verplichtingen uit hoofde van de koopovereenkomst heeft, stelt de consument dat de ondernemer niettemin gehouden is de verplichtingen uit die koopovereenkomst na te komen aangezien de ondernemer bij de consument het vertrouwen heeft gewekt de schade te vergoeden die de consument lijdt op grond van onrechtmatige daad. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft de auto niet bij de ondernemer gekocht. De ondernemer heeft reparaties verricht op grond van de door de importeur verstrekte fabrieksgarantie. De ondernemer heeft daarbij geen fouten gemaakt. Indien de consument een klacht heeft over de kwaliteit van de auto en zijn rechtsgrond is een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst, dan dient de consument zich te wenden tot de verkoper van de auto. Het is vervelend voor de consument dat hij door het standpunt van de verkopende dealer tussen de wal en het schip dreigt te geraken, maar dat standpunt is onterecht en kan aan de ondernemer niet worden tegengeworpen. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De ondernemer ontving kort voor de zitting een brief van de advocaat van de consument met de mededeling dat men niet ter zitting zal verschijnen. Wellicht dat een uitspraak moet worden gedaan over de stelling dat de ondernemer de verplichtingen van de leverancier heeft overgenomen. Het is spijtig als de commissie zich niet bevoegd verklaart; de ondernemer had de zaak graag afgesloten. Deskundigenrapport Gelet op de beslissing van de commissie, die ertoe leidt dat geen inhoudelijke beslissing wordt gegeven, kan de zakelijke weergave van het deskundigenrapport achterwege blijven. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie stelt voorop dat zij ingevolge haar Reglement ambtshalve gehouden is te onderzoeken of de consument al dan niet ontvankelijk is zijn klacht en/of de commissie al dan niet bevoegd is van het onderhavige geschil kennis te nemen. In artikel 3 van haar Reglement is bepaald dat de commissie tot taak heeft geschillen tussen consument en ondernemer te beslechten, voor zover deze betrekking hebben op de totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot door de ondernemer te leveren of geleverde diensten en/of zaken. De commissie concludeert dat daarvan in het onderhavige geschil geen sprake is aangezien de consument slechts heeft gehandeld met de ondernemer uit hoofde van de aan hem verstrekte fabrieksgarantie en de ondernemer niet de leverancier van de – nieuwe – auto is geweest. De consument stelt in dit verband dat de ondernemer bij hem het vertrouwen heeft gewekt ook de verplichtingen uit hoofde van de koopovereenkomst over te nemen. Dit verweer snijdt echter geen hout. De consument heeft geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit de conclusie kan worden getrokken dat daarvan sprake zou zijn. Uit het aan de commissie overgelegde dossier blijkt dat de ondernemer bepaalde werkzaamheden wel en andere werkzaamheden niet onder garantie heeft willen uitvoeren. Daaruit valt niet de conclusie te trekken dat de ondernemer andere dan garantieverplichtingen op zich heeft genomen. Op grond van het voorgaande is de consument niet-ontvankelijk in zijn klacht. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De consument wordt in zijn klacht niet-ontvankelijk verklaard. Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 10 maart 2011