Consument heeft niet binnen bekwame tijd na constatering van de gebrekkige prestatie bij de ondernemer geklaagd.

  • Home >>
  • Recreatie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Klacht    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 71021

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit de huur van een toeristische standplaats voor de caravan van de consument.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument heeft in maart 2012 een standplaats gehuurd op het terrein van de ondernemer voor de periode van 28 juli tot 11 augustus 2012. Toen zij haar standplaats had ingenomen liepen dagelijks wel 20 tot 30 personen langs haar caravan en auto. Daarvan heeft zij melding gemaakt bij de ondernemer die op 1 augustus overal linten heeft gespannen en campinggasten heeft geïnformeerd dat er geen pad liep langs de caravan van de consument. Er is toen verbetering opgetreden maar sommige gasten deden daarover vervelend tegen consument.
Daarnaast bleek op korte afstand van de caravan een volleybalveld te zijn gelegen waarop een paar keer per dag werd gespeeld. Herhaaldelijk raakte een bal de tent. Bovendien heeft de hond van de consument verschillende ballen op of tegen zijn kop gekregen. De consument heeft voor haar hond een dierenarts moeten raadplegen, eenmaal vanwege een oogontsteking en eenmaal vanwege diarree.  De laatste aandoening schrijft de consument toe aan stress bij de hond door het geschreeuw van de volleybalspelers en het belanden van ballen in de tent. De kosten van de dierenarts, die van de voorgeschreven medicijnen daaronder begrepen, bedragen € 80,68.

De consument verlangt dat de door haar aan de ondernemer betaalde overeengekomen huurprijs van € 724,09 geheel of gedeeltelijk wordt gerestitueerd. Verder wenst zij vergoeding van voormelde kosten van de dierenarts.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De ondernemer meldt allereerst het niet eens te zijn met de beslissing van de commissie van 11 februari 2013 en verzoekt de commissie daarop terug te komen en de consument alsnog niet ontvankelijk te verklaren in haar klacht.

Na de klacht van de consument dat andere campinggasten over haar plaats liepen, heeft de ondernemer direct maatregelen getroffen zoals de consument zelf al aangeeft. De ondernemer betreurt dat sommige gasten daarna vervelend hebben gereageerd naar de consument. Toen hij daarvan hoorde, heeft hij de betrokken gasten daarop aangesproken. De receptioniste heeft vervolgens nog een paar keer poolshoogte genomen en heeft van de consument vernomen dat het geen probleem meer was.
Met betrekking tot het volleybalveld voert de ondernemer aan dat het samen ondernemen van activiteiten een van de doelen van een camping is en dat op de plattegrond van het betrokken terreingedeelte een symbool voor spelactiviteiten staat. De ondernemer voert verder aan dat de consument zelf had kunnen voorkomen dat haar hondje gestrest raakte. Hij concludeert dat hem geen blaam treft.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Op het vakantiepark zijn verscheidene volleybalvelden. Het hier aan de orde zijnde veld is er al een aantal jaren. De ondernemer heeft niet eerder klachten daarover ontvangen. Nabij de door de consument ingenomen plaats heeft hij nu gaas aangebracht om te voorkomen dat andere gasten over die plaats lopen. Over de directe nabijheid van het volleybalveld heeft de consument voor het eerst geklaagd bij het vertrek van het park aan het einde van de huurperiode. Als zij dat eerder had gedaan, had de ondernemer haar nog een andere plaats kunnen aanbieden. Dat was door de indiening van de klacht op het moment van vertrek niet meer mogelijk.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie ziet geen reden terug te komen op de bindende eindbeslissing van 11 februari 2013. Daarbij tekent de commissie aan dat niet gebleken is dat die beslissing berust op een onjuiste feitelijke of juridische grondslag.

Uit de stellingen van de consument blijkt dat de ondernemer na het indienen van de klacht over het lopen van andere gasten dicht langs haar caravan, maatregelen heeft genomen om daaraan een einde te maken. Zoals de consument zelf al heeft verklaard, is daarna verbetering opgetreden. Dat sommige gasten daarover vervelend hebben gedaan tegen de consument, kan de ondernemer in redelijkheid niet worden toegerekend. De ondernemer heeft onweersproken verklaard dat hij de betrokken gasten daarop heeft aangesproken en dat een van zijn medewerkers nog poolshoogte heeft genomen en van de consument vernomen dat er geen probleem meer was. Tegen die achtergrond moet worden vastgesteld dat de ondernemer ten aanzien van deze klacht heeft gedaan wat in redelijkheid van hem verwacht mag worden en dat eventuele ongemakken die de consument met betrekking tot de betrokken aangelegenheid heeft ondervonden na haar klacht bij de ondernemer, niet aan deze kunnen worden toegerekend. Dit betekent dat dit onderdeel van de klacht ongegrond is.

Met betrekking tot de aanwezigheid van het volleybalveld op korte afstand van de standplaats van de consument geldt het volgende. De consument stelt, zo begrijpt de commissie haar standpunt, dat zij de aanwezigheid aldaar van het volleybalveld niet hoefde te verwachten. De ondernemer betoogt daarentegen dat een gast van een kampeerterrein er juist rekening mee dient te houden dat gasten gezamenlijk spellen als volleybal ondernemen en dat daarvoor ruimte aanwezig is. In het bijzonder verwijst hij naar de plattegrond van de camping en naar het op het betrokken middenterrein geplaatste symbool, dat zou wijzen op spelactiviteiten.
De commissie merkt op dat het symbool dat op de plattegrond op het middenterrein is geplaatst volgens de legenda van die plattegrond staat voor “speeltuintjes”. Vraag is of de consument uit dit symbool had moeten begrijpen dat er op het middenterrein een volleybalveld zou (kunnen) zijn. Die vraag hoeft echter niet te worden beantwoord aangezien, daargelaten of de ondernemer tekortgeschoten is in zijn verplichting tot het bieden van een plaats zoals partijen op grond van de overeenkomst mochten verwachten, onweersproken is dat de consument eerst bij het vertrek van het vakantiepark bij de ondernemer daarover heeft geklaagd. Aldus heeft zij niet binnen bekwame tijd na het vaststellen van de door haar gestelde tekortkoming van de zijde van de ondernemer bij hem daartegen geprotesteerd. Dat brengt mee dat zij op de gestelde gebrekkige prestatie van de ondernemer geen beroep meer kan doen. Daarbij kan nog worden aangetekend dat de ondernemer bij gelegenheid van de behandeling heeft verklaard dat indien de consument eerder had geklaagd, hij haar een andere plaats had kunnen aanbieden. Een en ander betekent dat dit onderdeel van de klacht eveneens ongegrond is. De ondernemer hoeft de kosten van de dierenarts, welke kosten naar stelling van de consument in rechtstreeks verband staan met de aanwezigheid van het volleybalveld op korte afstand van haar caravan, derhalve niet te vergoeden. Daarbij kan in het midden blijven of dat rechtstreekse verband, dat door de ondernemer wordt betwist, voldoende is komen vast te staan.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 17 april 2013.