Consument heeft onvoldoende aangetoond dat hij niet de opdracht heeft gegeven om sierraden om te smelten

De Geschillencommissie




Commissie: Sieraden en Uurwerken    Categorie: Fraude / Kosten    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 255274/420531

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De uitspraak gaat over een overeenkomst tussen consument en ondernemer betreffende het reinigen en repareren van sierraden. De consument beweert dat zij op 10 januari 2024 sieraden ter reiniging en reparatie aan de ondernemer gaf, maar dat de ondernemer de sieraden zonder haar instemming heeft verknipt. De consument wilde haar sieraden terug of, bij onmogelijkheid daarvan, schadevergoeding. De ondernemer bood compensatie aan, maar dit vond de consument onacceptabel. De ondernemer ontkent de aantijgingen en stelt dat de consument haar eigendommen heeft teruggekregen en de reparatiekosten niet heeft betaald. De geschillencommissie oordeelt dat de verklaringen van beide partijen haaks op elkaar staan en dat er geen duidelijkheid is over de oorspronkelijke opdracht. Het lijkt aannemelijk dat de consument haar sieraden wilde laten omsmelten, gezien de karaatbepaling en het snelle verknippen. Echter, de commissie kan zonder nader onderzoek, zoals getuigenverhoren, geen oordeel vellen. Dit valt buiten het kader van de geschillencommissie. Daarnaast acht de commissie de door de ondernemer overgelegde getuigenverklaring weinig betrouwbaar vanwege onduidelijkheid over de identiteit van de getuige. De commissie besluit dat de klacht van de consument ongegrond is, omdat zij onvoldoende heeft aangetoond welke opdracht zij had gegeven.

De volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 10 januari 2024 met de ondernemer tot stand gekomen overeenkomst. De consument heeft de klacht eerst voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. Ik heb de juwelier op 10 januari 2024 gevraagd om een aantal gouden sieraden te reinigen en om het slotje aan een halsketting te repareren. De kosten voor reparatie en het reinigen van de sieraden zouden resp. € 65,= + 3 x € 20,= per stuk bedragen. Ik ben daar mondeling mee akkoord gegaan (verklaring in dossier) / niet mee akkoord gegaan (verklaring ter zitting). Wat me opviel was dat ongevraagd de karaatwaarde werd bepaald. Ook deed de juwelier een voorstel om de sieraden in te nemen en de kosten te verrekenen. Toen ik aangaf dat niet te wensen, er verder vanaf te zien en de sieraden terug wilde ontvangen vertelde de verkoopster dat dit niet kon omdat de sieraden al waren ingeboekt. Er werd mij € 50,– en later € 100,– aangeboden, maar daar ging ik niet mee akkoord. Afgesproken werd dat de verkoopster zou proberen om de transactie ongedaan te maken en dat ze de volgende dag er op terug zou komen. Voordat ik thuis was kreeg ik een telefoontje dat het niet was gelukt de transactie ongedaan te maken en dat de sieraden waren verknipt.

De volgende dag, 11 januari 2024, gaven de verkoopster en de taxateur nogmaals aan dat het ontbinden van de transactie niet was gelukt, dat ik nog geld tegoed had en bevestigd werd dat de juwelen waren verknipt. Pas toen werd voor het eerst om een legitimatie gevraagd. Als tegemoetkoming werd aangeboden om de reparatie gratis uit te voeren. Dat was voor mij niet acceptabel, want ik was niet gekomen om sloopgoud aan te bieden. Ik ben vervolgens vertrokken met de afspraak om later in de middag terug te komen. Toen werd mij een bedrag van € 288,11 als compensatie aangeboden. Ook dat vond ik niet acceptabel en ik kondigde aan vervolgstappen te ondernemen. Hierna kreeg ik een winkelverbod. Ik heb op 6 maart 2014 aangifte gedaan bij de politie van verduistering. Er werd mij een civiele procedure aangeraden, ook al vanwege capaciteitsproblemen bij de politie. Ook heb ik een advocaat geraadpleegd maar ik ben geen civiele procedure gestart. De consument verlangt het retourneren van de wederrechtelijk ingehouden sieraden. Als dit niet meer mogelijk is schadevergoeding.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. Wat de consument stelt klopt niet. Waar het hier omdraait is dat zij haar eigendommen heeft terug gekregen en dat blijkt uit het afhaal bewijs/reçu. Alle juweliers en ook wij gebruiken reparatiezakjes met daaraan een afhaalstrookje. We hebben het afhaalbewijs en het reparatiezakje in ons bezit. De transactie is afgerond! Uit een getuigenverklaring blijkt dat de consument haar sieraden heeft terugontvangen. Zij heeft echter de reparaties niet betaald en is ook annuleringskosten verschuldigd. Volgens ons is het een vooropgezet plan. Via sociale media hebben de consument en haar familie veel aandacht gekregen en daarmee inkomsten. Door de berichten op sociale media van de consument hebben we veel overlast ervaren. Er is sprake van smaad en laster. Overigens is er geen sprake van een winkelverbod.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen. Deze zaak roept meer vragen op dan de commissie kan beantwoorden. Allereerst staan de verklaringen van partijen haaks op elkaar. Verder heeft de consument wisselend verklaard en is niet duidelijk welke opdracht zij aan de ondernemer heeft gegeven. Was dat het reinigen van een aantal gouden sieraden en het repareren van het slotje van een halsketting? Of was het de bedoeling nu de goudprijs zich op een hoog punt bevindt sieraden te laten omsmelten (waarvan zij later spijt kreeg)? Het laatste ligt het meest voor de hand nu het goudgehalte werd bepaald en de sieraden al op de dag van inname zouden zijn `verknipt’. Zou de commissie een oordeel willen vellen dan zou de commissie zich vergelijkbaar aan een kantonrechter of de politie moeten opstellen en getuigen moeten horen. Dat gaat het wezen van de procedure voor de geschillencommissie te buiten. Daar komt bij dat de politie de consument heeft aangeraden een civiele procedure te voeren en dat zij een advocaat heeft geraadpleegd maar er geen verdere actie op dat punt is ondernomen. Overigens hecht de commissie aan de door de ondernemer overgelegde getuigenverklaring weinig waarde nu onduidelijk is in welke hoedanigheid betrokkene die verklaring heeft afgelegd (klant of medewerkster?) en ook haar identiteit niet valt te controleren. De ondernemer stelt dat de consument de reparaties niet heeft betaald en annuleringskosten verschuldigd is, maar heeft geen daartoe strekkende vordering ingesteld. De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht van de consument ongegrond is nu de consument onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt waartoe de door haar op 10 januari 2024 gegeven opdracht strekte. Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Sieraden en Uurwerken, bestaande uit de heer prof. mr. A.W. Jongbloed, voorzitter, de heer W.A. Muhring, de heer mr. P.B. Vos, leden, op 30 oktober 2024.