
Commissie: Webshop
Categorie: Ontbinding
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
185997/189266
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument kocht een kinderwagen van de ondernemer. De geleverde kinderwagen voldoet niet aan de verwachtingen van de consument, omdat de kinderwagen problemen heeft bij het frame, wiel en zitje. De consument verlangt terugbetaling van de koopprijs. De ondernemer is van mening dat de kinderwagen een gebrek vertoont door verkeerd gebruik. De commissie is van oordeel dat de consument de overeenkomst op goede gronden heeft ontbonden. De klacht is dan ook gegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Webshop (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 20 april 2023 te Utrecht.
De commissie heeft de behandeling van het geschil op basis van de stukken, zonder mondelinge behandeling, afgedaan.
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 11 februari 2021 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een kinderwagen van [merk], type [model] tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 599,–.
De levering vond plaats op of omstreeks medio/eind mei 2021
Het geschil betreft de vraag of het geleverde product voldoet aan de eisen, die de consument eraan mag stellen en of de consument de koopovereenkomst op goede gronden ontbonden heeft.
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De geleverde kinderwagen voldoet niet aan de verwachtingen van de consument. Het product ging al binnen één jaar kapot. Direct na aankoop was het frame niet uit te klappen. Toen is het product meteen teruggebracht en is de kinderwagen gerepareerd. In december 2021 begon de consument weer problemen te krijgen met het frame. Bij het uitklappen blokkeerde regelmatig één wiel, waarna je meerdere keren moest in- en uitklappen om met de kinderwagen te kunnen rijden. Deze problemen zijn steeds erger geworden.
Inmiddels vertoont ook het mechanisme van het buggy/zitje problemen. Het product is hierdoor niet bruikbaar.
De consument heeft op 9 mei 2022 gevraagd om het product te repareren of te vervangen. Aanvankelijk is de ondernemer daar niet toe bereid geweest. De ondernemer beroept zich daarbij op faillissement van de fabrikant. Omdat geen gevolg is gegeven aan het verzoek van de consument van 9 mei 2022 vraagt de consument om de overeenkomst te ontbinden.
Na aanmelding van het geschil is de ondernemer toch bereid gebleken om de kinderwagen te bekijken. De consument heeft de kinderwagen opgestuurd, maar de ondernemer zegt dat de kinderwagen nooit ontvangen is. De vervoerder heeft onderzoek gedaan, waarbij is gebleken dat de kinderwagen wel degelijk is afgeleverd bij de ondernemer.
De consument verlangt terugbetaling van de koopprijs ad € 599,–.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De kinderwagen vertoont een gebrek, dat het gevolg is van een verkeerd gebruik. Desalniettemin wilde de ondernemer de kinderwagen nog bekijken. De kinderwagen is echter nooit ontvangen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De consument heeft zich op 5 mei 2022 tot de ondernemer gewend met een klacht over de geleverde kinderwagen. De ondernemer heeft vervolgens op 6 mei 2022 gereageerd met de mededeling dat niets meer voor de consument gedaan kon worden omdat de leverancier van de ondernemer failliet was.
Toen de ondernemer het standpunt dat niets meer voor de consument gedaan kon worden op 9 mei 2022 herhaalde, heeft de consument de ondernemer op dezelfde datum, 9 mei 2022, gesommeerd om binnen veertien dagen een oplossing te bieden, bij gebreke waarvan de overeenkomst ontbonden zou zijn.
De ondernemer heeft niet binnen de door de consument gestelde termijn gereageerd.
De consument heeft het geschil in augustus 2022 bij de commissie gemeld. In oktober 2022 heeft de ondernemer nog een voorstel ter oplossing van het geschil aan de consument gestuurd.
Uit hetgeen de consument heeft aangevoerd is voldoende aannemelijk geworden dat sprake was van ernstige gebreken aan de geleverde kinderwagen, waardoor die niet zonder problemen gebruikt kon worden. De ondernemer heeft naar aanleiding van de klacht van de consument tot tweemaal toe enkel te kennen gegeven niets meer te kunnen doen. Daarom heeft de consument de koopovereenkomst op goede gronden kunnen ontbinden.
De ondernemer heeft vervolgens maanden later gevraagd de kinderwagen toe te sturen, zodat die bekeken kon worden. De consument heeft de kinderwagen aan de ondernemer toegestuurd, die echter ontkent de kinderwagen ooit ontvangen te hebben.
Uit het bepaalde in artikel 7:10 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek volgt dat een verkoper bij ontbinding van de koopovereenkomst het risico voor het geleverde product draagt. Dat heeft tot gevolg dat de ondernemer het risico draagt voor achteruitgang of tenietgaan.
Van een consument mag wel verwacht worden dat hij zorgvuldig met het product omgaat. Volgens de ondernemer is de kinderwagen bij transport naar de ondernemer verloren gegaan. In het licht van hetgeen hiervoor is vermeld, komt dat voor rekening van de ondernemer. Dat zou slechts anders zijn als de consument onvoldoende zorgvuldig met het product is omgegaan. Dat is echter niet gebleken. De consument heeft de kinderwagen via een reguliere vervoerder naar de ondernemer teruggestuurd en vervolgens alles in het werk gesteld om te achterhalen wat er gebeurd is.
De vervoerder heeft ook nog aangegeven dat de bezorger heeft verklaard dat de kinderwagen wel degelijk bij de ondernemer is bezorgd. Daarmee acht de commissie het aannemelijk dat de kinderwagen inderdaad bij de ondernemer is afgeleverd. Omdat het verlies van de kinderwagen voor risico van de ondernemer is, is, doet dat echter niet ter zake.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
De ondernemer dient de koopprijs aan de consument terug te betalen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart dat de consument de koopovereenkomst van 11 februari 2021 op goede gronden heeft ontbonden.
De ondernemer betaalt aan de consument de koopprijs van € 599,– terug. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Webshop, bestaande uit mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter, mr. H.F. Lankhorst en mr. P. Rijpstra, leden, op 20 april 2023.