Consument heeft prijsvermindering aanvaard

De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Overeenkomst / Prijs    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 199344/206965

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument heeft zijn chalet aan de ondernemer verkocht. Het afgesproken koopbedrag is door de ondernemer naar beneden bijgesteld vanwege enkele gebreken, aldus de ondernemer. De commissie is van oordeel dat de klacht ongegrond is, omdat de consument de naar beneden bijgestelde prijs heeft aanvaard.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Recreatie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 15 juni 2023 te Utrecht.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

De consument was ter (digitale) zitting vergezeld van zijn partner, mevrouw [naam].

De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om zijn standpunt ter zitting toe te lichten.

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft het niet-nakomen van de koopovereenkomst inzake het chalet van de consument door de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

In 2018 heb ik een nieuw opgebouwd chalet gekocht, met een standplaats op het terrein van de ondernemer. In juni 2022 heb ik de verkoop van het chalet (inclusief behoud van standplaats) bij de ondernemer gemeld, maar dit is niet geaccepteerd vanwege gewijzigd beleid, in die zin dat oude chalets niet meer met behoud van standplaats verkocht mogen worden (dat is overigens niet gecommuniceerd). Er volgde een aanbod door de ondernemer voor de koop van het chalet. In oktober 2022 is de inkoopovereenkomst inzake het chalet getekend.

Daarna volgde onterecht frequent dreigende taal dat een en ander niet conform de overeenkomst is. De overeenkomst is uiteindelijk onterecht niet nagekomen. Uiteindelijk heb ik een veel lagere prijs gekregen dan was overeengekomen.

De consument verlangt dat de ondernemer hem een bedrag van € 2.000,– betaalt, zijnde het verschil tussen de eerder afgesproken koopprijs van € 5.500,– en de uiteindelijke koopprijs van € 3.500,–.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Ik deel u mede dat er geen sprake kan zijn van een geschil. Betrokken partij heeft ingestemd met verkoop onder de gestelde voorwaarden.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Op 29 oktober 2022 zijn partijen schriftelijk overeengekomen dat de ondernemer het chalet van de consument zou kopen voor een bedrag van € 5.500,–. Eind december 2022 liet de ondernemer de consument weten dat hij nog maar € 3.500,– voor het chalet wilde betalen, aangezien er volgens hem sprake was een defecte boiler en daarnaast vorstschade aan de leidingen. Die schade heeft de consument hersteld. Wat betreft de boiler heeft de consument geconstateerd dat deze niet defect was. De consument heeft de ondernemer vervolgens laten weten de oorspronkelijk overeengekomen verkoopprijs te willen ontvangen. De ondernemer bleef er echter bij dat hij het bedrag van € 3.500,– wilde betalen. Aangezien de consument formeel geen jaarplaatsovereenkomst voor 2023 had voor een jaarplaats op het terrein van de ondernemer en hij in dat geval het chalet vóór 15 januari 2023 verwijderd moest hebben, is hij akkoord gegaan met het voorstel van de ondernemer tot betaling van een koopprijs van € 3.500,–.

Begrijpelijk is dat de consument van de kant van de ondernemer druk heeft ervaren om zijn aanbod van € 3.500,– te aanvaarden, maar uiteindelijk is het zijn eigen beslissing geweest om dat aanbod daadwerkelijk te aanvaarden. Niet gebleken is dat er van de kant van de ondernemer ongeoorloofde druk op de consument is uitgeoefend, waardoor hij niet anders kon dan dat aanbod aanvaarden. De consument had er – ondanks de ervaren (tijds)druk – ook voor kunnen kiezen om zijn geschil met de ondernemer voor te leggen aan bijvoorbeeld een rechtsbijstandverlener.

Op grond van het voorgaande zal de commissie de klacht ongegrond verklaren.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond, zodat het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, mevrouw J. Hagedoorn, de heer H.H. van der Linden, leden, op 15 juni 2023.