Consument heeft terecht overeenkomst ontbonden

De Geschillencommissie




Commissie: Thuiswinkel    Categorie: (non)conformiteit    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 226544/233780

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Dit geschil vloeit voort uit een koopovereenkomst tussen consument en ondernemer. Hierbij heeft ondernemer zich verplicht tot het leveren van een stoel aan consument. Consument stelt dat de stoel na een korte periode gebreken vertoonde en wil haar geld terugkrijgen. Ondernemer stelt dat de garantie afhandeling van de stoel door een andere firma uitgevoerd moet worden. De commissie oordeelt dat ondernemer het gehele aankoopbedrag moet vergoeden, omdat de stoel bij ondernemer is aangeschaft. Dat een andere firma de garantie afhandeling afhandelt, maakt in deze niet uit. De klacht wordt gegrond verklaard.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Thuiswinkel (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De commissie stelt vast dat de klacht tijdig is ingediend.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 20 november 2023 te Utrecht. De consument heeft ter zitting (videoconferentie) de klacht toegelicht. De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting haar standpunt toe te lichten.
De consument werd ter zitting vertegenwoordigd door de heer mr. [naam] ([naam rechtsbijstandsverzekeraar]).

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 10 augustus 2021 met de ondernemer tot stand gekomen overeenkomst betreffende een sta-op-stoel elektrisch [merknaam] voor de som van € 2.795,–. De levering heeft op 9 oktober 2021 plaatsgevonden.

De consument heeft de klacht eerst voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Op 10 augustus 2021 kocht ik een sta-op stoel voor € 2.795,–. Het gaat om een [merknaam] in zwart leren uitvoering. Helaas voldoet het product niet aan de verwachtingen die ik ervan mag hebben.
In eerste instantie is de oorspronkelijk geleverde stoel op 18 december 2021 geruild voor een ander exemplaar. Maar die stoel is niet goed, omdat het leer is beschadigd, een zwenkwiel met functioneert en de voeding kabel beschadigd is. Ook is het metalen frame beschadigd. Ik heb de sta-op stoel normaal gebruikt En ik vind dat deze problemen niet hadden mogen zijn bij het afleveren van het product voor deze aanschafprijs. Daarom heb ik de ondernemer op 30 januari 2023 gevraagd de stoel gratis te repareren of mij een nieuw product te geven en hem daartoe gesommeerd.
De ondernemer had een derde ingeschakeld die zich niet van zijn taak heeft gekweten. Die firma zou binnen een week na 18 december contact met mij opnemen, maar dat is niet gebeurd.
Op 21 maart 2022 is de ondernemer in gebreke gesteld. Op 16 juni 2023 is dat nogmaals gebeurd. Omdat de problemen met de stoel nog altijd niet naar tevredenheid waren opgelost is de overeenkomst op 3 augustus 2023 bij brief van die datum ontbonden. Daarbij is om restitutie van het aankoopbedrag gevraagd en om schadevergoeding. Ook is aanspraak gemaakt op wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten ad €404,50.

Hoewel de ondernemer suggereert dat er geen geschil is, is hier wel degelijk sprake van. Immers hebben wij de koopovereenkomst ontbonden per brief van 3 augustus 2023 en geeft verkoper hier geen vervolg aan. Het geschil is dus dat ik de aankoopprijs terugvorder, maar de verkoper niets betaalt. Dit blijkt ook uit de ingebrachte stukken. De oplossing van herstel, zoals de ondernemer oppert, is niet meer aan de orde. Hiervoor is verkoper al meermaals schriftelijk toe gesommeerd, helaas zonder resultaat. Daarom heb ik er geen enkel vertrouwen in dat de stoel nog zal worden gerepareerd.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Er is geen geschil: wij zijn het met de consument eens. Echter, de door ons ingeschakelde firma waar wij een servicecontract mee hebben, voldoet niet aan haar verplichtingen. Zij zijn de partij die de garantie afhandeling betreffende de stoel moet uitvoeren. Hierover is de consument meermalen bericht. De consument heeft recht op vervanging van het armpand of een nieuwe stoel: daar is iedereen het over eens.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Anders dan de ondernemer suggereert, is er wel degelijk sprake van een geschil nu de consument niet heeft verkregen wat normaliter zou voortvloeien uit de door partijen op 10 augustus 2021 gesloten overeenkomst, te weten een deugdelijke sta-op-stoel en hij de door partijen op 10 augustus 2021 gesloten overeenkomst heeft ontbonden.

Niet weersproken, is dat de oorspronkelijk afgeleverde stoel op 18 december 2021 is ingeruild voor een vergelijkbaar exemplaar. Echter, ook het vervangend exemplaar vertoonde, zoals door de consument uiteengezet en door de ondernemer bevestigd, gebreken.
De ondernemer is diverse malen aangesproken tot herstel van de stoel en is daartoe ook op 30 januari 2022 en 16 juni 2023 gesommeerd. Echter, zonder dat dit resultaat opleverde. Daarom heeft de consument op 3 augustus 2023 de overeenkomst ontbonden en terugbetaling van het door hem betaalde aankoopbedrag geëist alsook schadevergoeding.

De commissie constateert dat de consument de overeenkomst van 10 augustus 2021 terecht bij schrijven van 3 augustus 2023 buitengerechtelijk heeft ontbonden nu twee jaar na het sluiten van die overeenkomst de ondernemer nog steeds niet een deugdelijk product aan de consument ter beschikking had gesteld. Omdat de betreffende sta-op-stoel zich reeds onder de ondernemer c.q. een door deze ingeschakelde hulppersoon bevindt, dient de ondernemer tot restitutie van het door de consument betaalde aankoopbedrag over te gaan.

Ingevolge het reglement van de commissie worden slechts in bijzondere gevallen gemaakte kosten en wettelijke rente vergoed. De commissie acht in dit geval geen bijzondere omstandigheden aanwezig om een vergoeding toe te kennen.

De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie stelt vast dat de consument terecht op 3 augustus 2023 de tussen partijen op 10 augustus 2021 gesloten overeenkomst heeft ontbonden.

De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 2.795,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie een bijdrage in de behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, bestaande uit de heer prof. mr. A.W. Jongbloed, voorzitter, mevrouw mr. C.R.J.M. den Hartog-Kaaij, de heer W.H.X. Amian, leden, op 20 november 2023.